Binnen het onderzoek werd een mobiele telefoon Apple iPhone 12 Pro Max inbeslaggenomen. Telefoon gegevens:
Apple ID:
[mailadres]
MedicalID: [medeverdachte 1] , [geboortedatum] -1997
Ik, verbalisant, stelde een onderzoek in naar de aanwezige Snapchat berichten. Ik zag daarbij dat er op 18 februari 2022 berichten waren opgeslagen in het geheugen van de telefoon.
Na doorlezen van deze berichten heb ik verbalisant een selectie van deze berichten gemaakt die in verband staan met het strafbare feit gepleegd op 18 februari 2022 te Drachten.
Outgoing We gaan super markt App Message Snapchat 18-2 2022 20 28 41 (UTC+1)
Outgoing Draait App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 42 (UTC+1)
Outgoing Drait!!! App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 45(UTC+1)
Outgoing Drait App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 54(UTC+1)
Outgoing Lees App Message Snapchat 18-02-2022 20 28 55(UTC+1)
Outgoing [naam 2] App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 56 (UTC+1)
Outgoing Nu App Message Snapchat 18-02-2022 20 28 58(UTC+1)
De app Snapchat werkt met identificeer codes. In bovenstaande berichten heeft [medeverdachte 1] (Owner) contact met de gebruiker van de Snapchat code: [nummer].
In het bericht van 18 februari 2022 te 20.28 uur en 56 seconden noemt [medeverdachte 1] de naam “ [naam 2] ”. Na onderzoek in de Snapchat contacten in de telefoon van [medeverdachte 1] zag ik dat de code [nummer] in die contacten gekoppeld is aan de naam:
133 [naam 2] Snapchat [nummer]
Uit een proces-verbaal opgemaakt binnen het onderzoek op 21 februari 2022, blijkt, dat de naam “ [naam 2] ” op snapchat in gebruik is bij de verdachte [verdachte] geboren op 05-05-1998.
Bewijsoverwegingen rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat hij een conflict had met aangever en dat het zijn plan was om aangever naar een locatie te lokken om daar vervolgens geweld op hem toe te passen. Daartoe had hij met verdachte [medeverdachte 1] afgesproken dat deze aangever en aangeefster naar Drachten zou brengen, alwaar verdachte hem een lesje zou leren. Verdachte heeft verklaard dat hij de basic fit tas van aangever met daarin zijn laptop, alsook zijn telefoon heeft weggenomen.
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die het vuurwapen bij zich had, alsook dat verdachte en zijn medeverdachten meer spullen hebben weggenomen dan waarover aangever heeft verklaard. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Uit de bewijsmiddelen die diverse verklaringen omvatten, alsmede ook uit het feit dat op het plaats delict een patroonhouder en patronen zijn aangetroffen, volgt dat bij het delict een vuurwapen is gebruikt. Verdachte heeft als enige verklaard dat aangever dit vuurwapen had en dat hij dit wapen van aangever heeft afgepakt. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig. Zo volgt immers uit de verklaringen van zowel aangever als aangeefster dat verdachte het wapen had. Ook verdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat het wapen werd getrokken door de personen die naar zijn auto kwamen. De omstandigheid dat aangevers over andere wapens verklaren doet daar niet aan af.
Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben eerder op 18 februari 2022 afgesproken bij Crystalic in Leeuwarden om te bespreken wat er die avond zou gaan gebeuren. [medeverdachte 1] en [naam 1] hebben vervolgens aangever en aangeefster opgehaald in Leeuwarden en zijn met hen naar Drachten gereden. In de tussentijd hielden [medeverdachte 1] en verdachte contact via Snapchat. Nadat [medeverdachte 1] verdachte berichten stuurde dat ze naar winkelcentrum Drait in Drachten gingen, is verdachte daar met [medeverdachte 2] heen gereden. Uit de bewijsmiddelen volgt dat alle drie de verdachten vervolgens geweld hebben gebruikt tegen aangevers. Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat [medeverdachte 2] en verdachte, terwijl zij beide aangevers sloegen, naar elkaar riepen dat ze spullen van aangevers moesten pakken en ook riepen dat ze de telefoon van aangever moesten afpakken. Dit is vervolgens ook gebeurd. Niet alleen de telefoon van aangever is weggenomen, maar ook de basic fit tas met laptop, lader en kleding van aangever. [medeverdachte 1] heeft vervolgens in een worsteling met aangeefster buiten de auto haar tas van het merk Valentino weggenomen. In de auto van [medeverdachte 1] lagen nog andere goederen van aangeefster. Nadat beide aangevers buiten de auto waren, zijn verdachte en
[medeverdachte 2] weg gereden met de weggenomen goederen van aangever en zijn
[medeverdachte 1] en [naam 1] weggereden met de spullen van aangeefster. Kort daarop zijn alle verdachten aangehouden en zijn de goederen aangetroffen waarover aangeefster heeft verklaard dat deze goederen zijn weggenomen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld bewezen.