ECLI:NL:RBNNE:2022:3434

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
18/043405-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld door meerdere verdachten, met gebruik van een vuurwapen, gepleegd op de openbare weg

Op 18 februari 2022 heeft de verdachte samen met medeverdachten een gewelddadige diefstal gepleegd in Drachten. De slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], werden uitgenodigd door vrienden om naar Drachten te komen, waar zij door de verdachten in de val werden gelokt. Bij aankomst werden de portieren van de auto opengetrokken en werden de slachtoffers met een vuurwapen en andere geweldsmiddelen aangevallen. De verdachten hebben diverse goederen, waaronder mobiele telefoons en geld, van de slachtoffers weggenomen. De rechtbank heeft op basis van de verklaringen van de slachtoffers en de medeverdachten vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk hebben gehandeld en dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht en deelname aan een gedragsinterventie. De rechtbank heeft de ernst van het feit, het gebruik van een vuurwapen en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18/043405-22
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 9 september 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 augustus 2022.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S. Arts, advocaat te Breda.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Homans-de Boer.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 februari 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland, op of aan de openbare weg, de Eems, althans aan en/of op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (iPhone 11, kleur zwart), een laptop (merk Acer, kleur grijs), een zilveren ring (met een blauw steentje), een zilveren ketting, althans een hoeveelheid sieraden, 50 euro, althans een hoeveelheid geld, een plastic Albert Heijn tas (inhoudende kleding en/of damesartikelen, althans parfum en make up), een (kristal)glazen engeltje en/of een Valentino tas, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd
[slachtoffer 1] en/of een tasje (merk Champions) met daarin 410 euro contant geld, althans een hoeveelheid geld, een tas (Basic Fit) met daarin een laptop (Notebook Acer Aspire), een oplader en een hoeveelheid kleding en/of een mobiele telefoon (Merk iPhone, type XS), in elk geval enig goed, die geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] , in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van/door geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [slachtoffer 1] uit de auto met kenteken [kenteken] te trekken, althans te halen en/of meermalen, althans eenmaal met de achterzijde van een revolver/pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (hard) tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en/of meermalen, althans eenmaal met een (kapotte) glazen fles tegen en/of op het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en/of (hard) te rukken aan een tas (merk Valtentino) welke die [slachtoffer 1] in
haar hand(en) hield, ten gevolge waarvan zij op de grond is gevallen en/of die N. [slachtoffer 1]
Hamadani bij de haren te pakken en/of aan de haren te trekken en/of meermalen tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] te schoppen en/of te slaan en/of die [slachtoffer 2] een revolver/pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of dit in de richting van die [slachtoffer 2] te houden en/of de deur(en) van de auto met kenteken [kenteken] te openen, waarin die [slachtoffer 2] zat en/of (vervolgens) meermalen (hard) tegen het hoofd en/of in het gezicht van die [slachtoffer 2] te stompen en/of te slaan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] uit de auto te trekken en/of te halen en/of
(vervolgens) meermalen, althans eenmaal (hard) met een revolver/pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd en/of in het gezicht van die [slachtoffer 2] te slaan en/of meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer 2] (hard) tegen het hoofd en/of diens lichaam te slaan en/of te stompen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een bewezenverklaring kan volgen voor de diefstal met geweld van het pistool, de laptop en de telefoon van aangever. De raadsman heeft daartoe onder meer het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft belastend over zichzelf verklaard, maar heeft ten aanzien van het vuurwapen anders verklaard dan aangevers. Aangever kan een motief hebben om het wapen bij verdachte te plaatsen. Voor de weging van de bewijsmiddelen is het daarom van belang of er door aangevers consequent is verklaard. Uit de verklaringen van aangevers blijkt dat er is overdreven. Ook zitten er veel verschillen in deze verklaringen. De verklaringen wijken dusdanig af dat daar voorzichtig mee moet worden omgegaan. Bovendien is het opmerkelijk dat aangever geen aangifte heeft gedaan van een eerdere aanval waar volgens hem verdachte ook bij betrokken was. Hij had daar kennelijk een reden voor.
Bij de diefstal met geweld ziet het geweld met name op het slaan van aangever, niet zozeer op het slaan van aangeefster. Door verdachte is geslagen met het pistool, maar deze handeling kan juridisch gezien niet bij de diefstal met geweld worden betrokken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 26 augustus 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het was mijn idee om [slachtoffer 2] te lokken om hem klappen te geven. Op 18 februari 2022 heb ik bij Chrystalic met medeverdachte [medeverdachte 1] overlegd wat we zouden doen. [medeverdachte 1] zou [slachtoffer 2] en zijn vriendin naar Drachten brengen. Ik zou hem klappen geven.
[medeverdachte 2] zat bij mij in de auto toen we daar kwamen. Ik heb twee klappen uitgedeeld met het vuurwapen en ik heb [slachtoffer 2] op zijn been en in zijn gezicht, op het hoofd, geslagen. Dit was in de auto. Ik heb [slachtoffer 1] één klap in haar ribben gegeven. [medeverdachte 1] heeft [slachtoffer 1] op de grond gegooid. Ik heb de basic fit tas van [slachtoffer 2] met de laptop gepakt en ik heb zijn telefoon afgenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 18 februari 2022,opgenomen op pagina 1 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022043636 van 18 mei 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 18 februari 2022 werden mijn vriendin [slachtoffer 1] en ik uitgenodigd door vrienden van mij om naar Drachten te komen. Wij zijn opgehaald door [medeverdachte 1] en [naam 1] . Wij zijn bij hun in de auto gestapt. Wij zijn naar de wijk de Drait gereden in Drachten, we reden naar het winkelcentrum in de Drait. Ineens werden de deuren open getrokken van de auto. Vlak daarvoor zag ik [verdachte] voor het raam staan, ik zag dat hij een zwart vuurwapen vast had. Ik voelde dat ik harde klappen tegen mijn hoofd kreeg. Ik zag dat [verdachte] het vuurwapen vast had en mij op mijn hoofd sloeg. [medeverdachte 2] sloeg mij ook. Die heeft mijn vriendin meerdere keren tegen haar hoofd getrapt en geslagen. Ze hebben mijn tasje van het merk Champions af gepakt, daar zat 410 euro contant in. Een basic fit tas, daar zaten een laptop, een oplader en wat kleding in. En mijn iPhone xs, zwart van kleur. Na enige tijd gingen die gasten weg, ze reden weg in een grijze Volkswagen Polo.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van 18 februari2022, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik heb verkering met [slachtoffer 2] . [medeverdachte 1] reed. [slachtoffer 2] en ik gingen achter in de Golf 7 zitten. [medeverdachte 1] parkeerde in een parkeervak en nog voordat we uit konden stappen werden de beide achterdeuren opengedaan. Ik zag aan mijn kant [medeverdachte 2] staan. Aan de zijde van [slachtoffer 2] zag ik [verdachte] staan. Ik zag dat [medeverdachte 2] de auto in kwam en over mij heen [slachtoffer 2] begon te slaan. Ik zag dat hij [slachtoffer 2] sloeg, ook op zijn hoofd. Ik zag ook dat [verdachte] meerdere klappen met de achterzijde van het revolver tegen het hoofd en tegen het lichaam van [slachtoffer 2] uitgedeeld heeft. Ik zag dat [verdachte] de revolver in zijn rechter hand hield toen hij sloeg, ik kreeg daarna klappen. Ik heb meerdere klappen met de achterzijde van de revolver tegen mijn hoofd gehad. Ik hoorde dat ze onderling riepen dat ze onze spullen af moesten pakken. Beiden riepen door elkaar heen "Pak zijn telefoon". [verdachte] en [medeverdachte 2] proberen [slachtoffer 2] daarna uit de auto te trekken. Ik ben toen ook uitgestapt. [medeverdachte 1] probeerde toen mijn grote Valentino tas af te pakken. Dit werd een schermutseling omdat ik de tas niet losliet. Ik ben op de grond gevallen. Ik voelde dat ik aan mijn haren getrokken werd. Er is tegen mijn hoofd geslagen. Ik ben door [medeverdachte 2] , door [verdachte] en
[medeverdachte 1] geslagen en geschopt. Van mij is weggenomen: mijn telefoon, iPhone 11 zwart van kleur. Mijn laptop Acer grijs. Er zat sowieso 400 euro in het tasje wat ik nu nog bij mij heb maar daar ontbreekt 300 euro. Dit in biljetten van 50 euro. Ik had een Albert Heijn tas met kleding en damesartikelen. Er zit ook een grotere Valentino tas in. In die tas moet nog 50 euro zitten. Er zitten meerdere dure parfums en make up in.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van 23 maart2022, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: Je miste ook sieraden. Kun je die sieraden beschrijven?
A: Dat is een zilveren ring met een steentje met blauw in het midden. Een klein engeltje, een soort van glazen dingetje.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 27 april 2022,opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Een opsomming gemaakt met betrekking tot de goederen behorende bij aangever [slachtoffer 1] . Aangever haar telefoon en laptop zijn in beslag genomen voor verder onderzoek. Alle andere goederen die zij heeft omschreven in haar afgelegde verklaringen zijn aan haar teruggegeven en lagen na de aanhouding van de verdachten in de witte VW Golf van verdachte [medeverdachte 1] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2022,opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Binnen het onderzoek werd een mobiele telefoon Apple iPhone 12 Pro Max inbeslaggenomen. Telefoon gegevens:
Apple ID:
[mailadres]
MedicalID: [medeverdachte 1] , [geboortedatum] -1997
Ik, verbalisant, stelde een onderzoek in naar de aanwezige Snapchat berichten. Ik zag daarbij dat er op 18 februari 2022 berichten waren opgeslagen in het geheugen van de telefoon.
Na doorlezen van deze berichten heb ik verbalisant een selectie van deze berichten gemaakt die in verband staan met het strafbare feit gepleegd op 18 februari 2022 te Drachten.
Outgoing We gaan super markt App Message Snapchat 18-2 2022 20 28 41 (UTC+1)
Outgoing Draait App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 42 (UTC+1)
Outgoing Drait!!! App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 45(UTC+1)
Outgoing Drait App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 54(UTC+1)
Outgoing Lees App Message Snapchat 18-02-2022 20 28 55(UTC+1)
Outgoing [naam 2] App Message Snapchat 18-2-2022 20 28 56 (UTC+1)
Outgoing Nu App Message Snapchat 18-02-2022 20 28 58(UTC+1)
De app Snapchat werkt met identificeer codes. In bovenstaande berichten heeft [medeverdachte 1] (Owner) contact met de gebruiker van de Snapchat code: [nummer].
In het bericht van 18 februari 2022 te 20.28 uur en 56 seconden noemt [medeverdachte 1] de naam “ [naam 2] ”. Na onderzoek in de Snapchat contacten in de telefoon van [medeverdachte 1] zag ik dat de code [nummer] in die contacten gekoppeld is aan de naam:
133 [naam 2] Snapchat [nummer]
Uit een proces-verbaal opgemaakt binnen het onderzoek op 21 februari 2022, blijkt, dat de naam “ [naam 2] ” op snapchat in gebruik is bij de verdachte [verdachte] geboren op 05-05-1998.
Bewijsoverwegingen rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat hij een conflict had met aangever en dat het zijn plan was om aangever naar een locatie te lokken om daar vervolgens geweld op hem toe te passen. Daartoe had hij met verdachte [medeverdachte 1] afgesproken dat deze aangever en aangeefster naar Drachten zou brengen, alwaar verdachte hem een lesje zou leren. Verdachte heeft verklaard dat hij de basic fit tas van aangever met daarin zijn laptop, alsook zijn telefoon heeft weggenomen.
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die het vuurwapen bij zich had, alsook dat verdachte en zijn medeverdachten meer spullen hebben weggenomen dan waarover aangever heeft verklaard. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Uit de bewijsmiddelen die diverse verklaringen omvatten, alsmede ook uit het feit dat op het plaats delict een patroonhouder en patronen zijn aangetroffen, volgt dat bij het delict een vuurwapen is gebruikt. Verdachte heeft als enige verklaard dat aangever dit vuurwapen had en dat hij dit wapen van aangever heeft afgepakt. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig. Zo volgt immers uit de verklaringen van zowel aangever als aangeefster dat verdachte het wapen had. Ook verdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat het wapen werd getrokken door de personen die naar zijn auto kwamen. De omstandigheid dat aangevers over andere wapens verklaren doet daar niet aan af.
Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben eerder op 18 februari 2022 afgesproken bij Crystalic in Leeuwarden om te bespreken wat er die avond zou gaan gebeuren. [medeverdachte 1] en [naam 1] hebben vervolgens aangever en aangeefster opgehaald in Leeuwarden en zijn met hen naar Drachten gereden. In de tussentijd hielden [medeverdachte 1] en verdachte contact via Snapchat. Nadat [medeverdachte 1] verdachte berichten stuurde dat ze naar winkelcentrum Drait in Drachten gingen, is verdachte daar met [medeverdachte 2] heen gereden. Uit de bewijsmiddelen volgt dat alle drie de verdachten vervolgens geweld hebben gebruikt tegen aangevers. Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat [medeverdachte 2] en verdachte, terwijl zij beide aangevers sloegen, naar elkaar riepen dat ze spullen van aangevers moesten pakken en ook riepen dat ze de telefoon van aangever moesten afpakken. Dit is vervolgens ook gebeurd. Niet alleen de telefoon van aangever is weggenomen, maar ook de basic fit tas met laptop, lader en kleding van aangever. [medeverdachte 1] heeft vervolgens in een worsteling met aangeefster buiten de auto haar tas van het merk Valentino weggenomen. In de auto van [medeverdachte 1] lagen nog andere goederen van aangeefster. Nadat beide aangevers buiten de auto waren, zijn verdachte en
[medeverdachte 2] weg gereden met de weggenomen goederen van aangever en zijn
[medeverdachte 1] en [naam 1] weggereden met de spullen van aangeefster. Kort daarop zijn alle verdachten aangehouden en zijn de goederen aangetroffen waarover aangeefster heeft verklaard dat deze goederen zijn weggenomen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 18 februari 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland, op de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, een mobiele telefoon, iPhone 11, kleur zwart, een laptop, merk Acer, kleur grijs, een zilveren ring met een blauw steentje, een hoeveelheid geld, een plastic Albert Heijn tas inhoudende kleding en damesartikelen, een glazen engeltje en een Valentino tas, toebehorende aan [slachtoffer 1] en
een tasje, merk Champions met daarin 410 euro contant geld, een tas, basic fit, met daarin een laptop, een oplader en een hoeveelheid kleding en een mobiele telefoon, merk iPhone, type XS, geheel toebehorende aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door meermalen met een pistool tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en te rukken aan een tas, merk Valentino, welke die [slachtoffer 1] in haar handen hield, ten gevolge waarvan zij op de grond is gevallen en die [slachtoffer 1] bij de haren te pakken en aan de haren te trekken en meermalen tegen het hoofd en/of lichaam van die
[slachtoffer 1] te slaan en
die [slachtoffer 2] een pistool te tonen en dit in de richting van die [slachtoffer 2] te houden en de deuren van de auto te openen waarin die [slachtoffer 2] zat en die [slachtoffer 2] uit de auto te trekken en meermalen met een pistool tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan en meermalen die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en diens lichaam te slaan.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met een proeftijd van drie jaren met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, het volgen van een gedragsinterventie en een contactverbod met aangevers. De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, dan wel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee subsidiair drie jaren, met daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Daarnaast heeft de raadsman gepleit voor oplegging van een taakstraf van 150 uren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Tactus Verslavingszorg van 16 mei 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich op 18 februari 2022 samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld van twee personen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangevers in de val gelokt door te doen alsof zij samen met een medeverdachte op pad gingen. Toen de auto waarin aangevers zaten door een mededader werd geparkeerd nabij een supermarkt, kwamen verdachte en de andere mededader bij de auto, trokken de portieren open en hebben aangevers, onder andere met een vuurwapen, op het hoofd en lichaam geslagen. Verdachte had dit vuurwapen meegenomen. Verdachten hebben diverse goederen weggenomen en zijn met achterlating van de slachtoffers weg gereden. Het betreft een zeer heftig feit dat zich heeft afgespeeld op de openbare weg en waarbij gebruik is gemaakt van een geladen vuurwapen. Dergelijke feiten zorgen voor angst en gevoelens van onveiligheid in de samenleving, te meer nu de diefstal met geweld op een parkeerterrein bij een winkelcentrum heeft plaatsgevonden. Het gebruikte geweld en het in de val lokken van aangevers valt op gen enkele wijze te rechtvaardigen. Het is erg zorgelijk dat verdachten meenden hun conflict op deze manier te moeten oplossen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij de initiatiefnemer was van dit feit. De rechtbank acht dit feit zo ernstig dat daar een langdurige gevangenisstraf op moet volgen.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank als strafverzwarend meegenomen dat verdachte geen volledige verantwoordelijkheid heeft genomen, hij heeft immers niet toegegeven dat hij zelf een geladen vuurwapen had meegenomen. Ook het feit dat verdachten aangevers in georganiseerd verband in de val hebben gelokt en daarbij gebruik hebben gemaakt van een vuurwapen weegt strafverzwarend mee.
Uit het rapport van de reclassering volgt dat het sociale netwerk van verdachte in combinatie met zijn copingvaardigheden risicofactoren zijn. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, deelname aan de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden en een contactverbod met beide aangevers.
Alles afwegend acht de rechtbank, de door de officier van justitie geëiste straf, zijnde een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met de genoemde bijzondere voorwaarden passend en geboden.
Mede gelet op het feit dat verdachte zich nog in voorlopige hechtenis bevindt en de rechtbank een gevangenisstraf van langere duur oplegt ziet de reden geen aanleiding om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot acht maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen volgend op zijn ontslagdatum uit detentie meldt bij dereclassering van Tactus verslavingszorg, en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode, die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd en op door de reclassering te bepalen plaatsen en tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang die instelling dat noodzakelijk acht;
dat de veroordeelde zal deelnemen aan de gedragsinterventie CoVa of een soortgelijkegedragsinterventie, zulks ter bepaling door de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de afspraken en aanwijzingen van zijn trainer/begeleider;
dat de veroordeelde op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken ofhebben met:
  • [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en
  • [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. A. de Jong en mr. K. Bunk, rechters, bijgestaan door mr. C.G. Velvis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 september 2022.