ECLI:NL:RBNNE:2022:3429

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
18/253746-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting via Marktplaats.nl met meerdere slachtoffers en financiële schade

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 23 september 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich samen met een ander heeft beziggehouden met oplichtingspraktijken via de website Marktplaats.nl. De verdachte heeft meerdere slachtoffers opgelicht door goederen aan te bieden die hij niet kon en zou leveren. Dit heeft geleid tot financiële schade voor de slachtoffers en een schending van het vertrouwen in het economisch verkeer. De rechtbank heeft de verdachte verweten dat hij enkel dacht aan zijn eigen financieel gewin, maar hield ook rekening met zijn ondergeschikte rol in de oplichtingspraktijken. De verdachte is veroordeeld voor oplichting, meermalen gepleegd, en medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft een taakstraf van tachtig uren opgelegd, subsidiair veertig dagen hechtenis. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/253746-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 september 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 september 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.A.E.J. Koster, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S. Broekstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 19 mei 2017, in de gemeente Groningen, althans in Nederland
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangever(s)/gedupeerde(n), te weten:
a. a) [benadeelde partij 1] (€32,75 voor een spel Playstation 3), en/of
[benadeelde partij 2] (€35 voor een computer game), en/of
[benadeelde partij 3] (€81,95 voor 2 voetbalkaarten Feijenoord-Heracles),
heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemd(e) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde goederen op de internetsiteMarktplaats.nl, en/of
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper, en/of
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had, en/of
  • bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden/beloofd dat hij bovengenoemdegoederen zou leveren na betaling/overschrijving op zijn, verdachtes, bankrekening terwijl hij, verdachte, niet in het bezit was van bovengenoemde goederen, waardoor bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari
2018, in de gemeente Groningen, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangever(s)/gedupeerde(n), te weten:
a. a) [benadeelde partij 4] (€137 voor Sapphire Radeon R9 290X), en/of
[benadeelde partij 5] (€200 voor een Garmin Edge 820 Bike GPS), en/of
[benadeelde partij 6] (€131,95 voor een Bose soundtouch), en/of
[benadeelde partij 7] (€156,95 voor een Dyson stofzuiger), en/of
[benadeelde partij 8] (€160 voor een Nest thermostaat), en/of
[benadeelde partij 9] (€137 voor een Kitchenaid wafelijzer), en/of
[benadeelde partij 10] (€140 voor een Kitchenaid wafelijzer), en/of
[benadeelde partij 11] (€121,95 voor een NVIDIA Shield TV), en/of
i. i) [benadeelde partij 12] (€130 voor een Garret ace 250), en/of
[benadeelde partij 13] (€260 voor Kitchenaid mixer), en/of
[benadeelde partij 14] (€156,95 voor een NVIDIA Shield TV), en/of
[benadeelde partij 15] (€275 voor een Gainward GeForce GTX), en/of
[benadeelde partij 16] (€120 voor een Nest themostaat), en/of
[benadeelde partij 17] (€245 voor een Bose soundtouch), en/of
[benadeelde partij 18] (€406,95 voor een Bose soundtouch),heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemd(e) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van bovengenoemde goederen op deinternetsite Marktplaats.nl, en/of
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper(s), en/of
  • de indruk gewekt dat hij en/of zijn mededader bovengenoemde goederen in het bezit had(den),en/of
  • bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden/beloofd dat hij en/ofzijn mededader bovengenoemde goederen zou leveren na betaling/overschrijving op zijn, verdachtes, bankrekening terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader niet in het bezit was/waren van bovengenoemde goederen, waardoor bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een onbekend gebleven persoon op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari 2018, in de gemeente Groningen, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangever(s)/gedupeerde(n), te weten:
a. a) [benadeelde partij 4] (€137 voor een Sapphire Radeon R9 290X), en/of
[benadeelde partij 5] (€200 voor een Garmin Edge 820 Bike GPS), en/of
[benadeelde partij 6] (€131,95 voor een Bose soundtouch), en/of
[benadeelde partij 7] (€156,95 voor een Dyson stofzuiger), en/of
[benadeelde partij 8] (€160 voor een Nest thermostaat), en/of
[benadeelde partij 9] (€137 voor een Kitchenaid wafelijzer), en/of
[benadeelde partij 10] (€140 voor een Kitchenaid wafelijzer), en/of
[benadeelde partij 11] (€121,95 voor een NVIDIA Shield TV), en/of
i. i) [benadeelde partij 12] (€130 voor een Garret ace 250), en/of
[benadeelde partij 13] (€260 voor Kitchenaid mixer), en/of
[benadeelde partij 14] (€156,95 voor een NVIDIA Shield TV), en/of
[benadeelde partij 15] (€275 voor een Gainward GeForce GTX), en/of
[benadeelde partij 16] (€120 voor een Nest themostaat), en/of
[benadeelde partij 17] (€245 voor een Bose soundtouch), en/of
[benadeelde partij 18] (€406,95 voor een Bose soundtouch),heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemd(e) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende die onbekend gebleven persoon toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde goederen op de internetsiteMarktplaats.nl, en/of
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper, en/of
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had, en/of
  • bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden/beloofd dat hij bovengenoemdegoederen zou leveren na betaling/overschrijving,
terwijl die onbekend gebleven persoon niet in het bezit was van bovengenoemde goederen, waardoor bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte(n), bij het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari 2018 in de gemeente Groningen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon zijn bankrekening ter beschikking te stellen en/of zijn rekeningnummer te verschaffen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari 2018, in de gemeente Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van:
a. a) €137 (aangever [benadeelde partij 4] ), en/of
€200 (aangever [benadeelde partij 5] ), en/of
€131,95 (aangever [benadeelde partij 6] ), en/of
€156,95 (aangever [benadeelde partij 7] ), en/of
€160 (aangever [benadeelde partij 8] ), en/of
€137 (aangever [benadeelde partij 9] ), en/of
€140 (aangever [benadeelde partij 10] ), en/of
€121,95 (aangever [benadeelde partij 11] ), en/of
i. i) €130 (aangever [benadeelde partij 12] ), en/of
€260 (aangever [benadeelde partij 13] ), en/of
€156,95 (aangever [benadeelde partij 14] ), en/of
€275 (aangever [benadeelde partij 15] ), en/of
€120 (aangever [benadeelde partij 16] ), en/of
€245 (aangever [benadeelde partij 17] ), en/of
€406,95 (aangever [benadeelde partij 18] ),
althans (een) geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en) door middel van (Marktplaats)oplichting door genoemde aangever(s) was/waren overgemaakt naar zijn, verdachtes, bankrekeningnummer, door geldopname(s) van zijn, verdachtes, bankrekening, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 en het onder 2 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft zij aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat aangever [benadeelde partij 1] in de ten laste gelegde periode is bewogen tot afgifte van het geld. Van dit onderdeel dient verdachte dan ook te worden vrijgesproken, aldus de officier van justitie.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij slechts zijn bankrekeningnummers ter beschikking heeft gesteld en het ontvangen geld heeft gepind, maar uit het strafdossier blijkt ook dat verdachte contact heeft gehad met één van de aangevers. Verdachte moet daarom als medepleger worden aangemerkt, aldus de officier van justitie.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde. Wel heeft de raadsman, evenals de officier van justitie, aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat aangever [benadeelde partij 1] in de ten laste gelegde periode is bewogen tot afgifte van het geld.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2 primair ten laste gelegde, nu van een nauwe en bewuste samenwerking niet is gebleken. Verdachte is niet degene geweest die de gewraakte advertenties op marktplaats heeft geplaatst en is niet degene geweest die het contact met de gedupeerden heeft onderhouden. Verdachte heeft slechts zijn bankrekeningen ter beschikking gesteld aan iemand anders, genaamd [medeverdachte] . Verdachte zag de geldbedragen op zijn bankrekening bijgeschreven worden, pinde de geldbedragen en mocht een deel van het geld houden. Hoewel er overeenkomsten zijn met de door verdachte erkende (en onder 1 ten laste gelegde) oplichting, zijn er ook verschillen in de wijze waarop de aangevers zijn opgelicht. Zo zijn er verschillen in de beschrijvingen in de advertenties, en is de frequentie waarmee is opgelicht verschillend. Daarnaast bood verdachte goedkopere artikelen aan dan [medeverdachte] . Ook heeft verdachte niet steeds een merknaam vermeld, terwijl dit bij de onder 2 ten laste gelegde oplichtingen wel steeds is gebeurd. Nu er verder in het dossier geen steun te vinden is voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte] en verdachte, moet verdachte van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman geen verweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 september 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 10 juli 2018, opgenomenop pagina 51 e.v. van het (digitale) dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002018240461 van 2 oktober 2018, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 10 juli 2018, opgenomenop pagina 56 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 10 juli 2018, opgenomenop pagina 60 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 3] .
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten merkt de rechtbank op dat uit het als bijlage bij de aangifte van [benadeelde partij 1] gevoegde bankafschrift op pagina 55 van het strafdossier blijkt dat het geldbedrag op 9 november 2015 is afgeschreven van de bankrekening van aangever. Dit betekent dat de afgifte van het geld wel degelijk binnen de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden en dat derhalve ook de oplichting van [benadeelde partij 1] bewezen kan worden verklaard.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen
1die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Aangever [benadeelde partij 4] heeft verklaard dat hij op 1 januari 2018 via Marktplaats.nl een prijsvan € 130,- voor een videokaart, en € 7,- voor het versturen, is overeengekomen. De advertentietitel betrof: ‘Sapphire Radeon R9 290X Aangeboden’. Afgesproken is dat hij het bedrag overmaakte naar [verdachte] op bankrekening [rekeningnummer] . Op 1 januari 2018 heeft hij het geld overgemaakt en daarna niets meer gehoord.
2
Aangever [benadeelde partij 5] heeft verklaard dat hij op 3 januari 2018 een advertentie zag opMarktplaats.nl met advertentietitel: ‘Nieuwe Garmin Edge 820 GPS met garantie’. Hij reageerde op deze advertentie met de vraag of € 200,- toereikend was, waarop hij een akkoord kreeg. Hij vroeg hem zijn adres en stuurde zijn bankgegevens. Hij maakte € 200,- over. ’s Avonds ontving hij een bericht van marktplaats dat de advertentie waarop hij gereageerd had verdacht leek en dat deze om die reden was verwijderd, evenals het account van [naam] (7,5 jaar actief op Marktplaats).
3De naam van de rekeninghouder betrof [verdachte] , het rekeningnummer: [rekeningnummer] .
4
Aangever [benadeelde partij 6] heeft verklaard dat hij via Marktplaats.nl een Bose Soundtouchheeft gekocht voor een bedrag van € 131,95. Op 2 januari 2018 was dit overgemaakt via overboeking. De persoon antwoordde 3 januari 2018 voor het laatst dat hij het ging versturen. Daarna kreeg hij geen contact meer en ook geen track-and-tracenummer. Hij zag via opgelichtinternet@avrotros.nl dat deze [verdachte] met het rekeningnummer [rekeningnummer] door heel Nederland mensen oplichtte.
5
Aangever [benadeelde partij 7] heeft verklaard dat zij op 6 januari 2018 had gereageerd op eenMarktplaatsadvertentie met advertentietitel: Dyson Digital slim Stofzuiger V6 (Nieuw Met Garantie.) Zij zou het geld overmaken, de aanbieder zou hem opsturen. Na het geld te hebben overgemaakt, kreeg zij niets opgestuurd. Op berichten kreeg zij geen reactie. Uiteindelijk is de advertentie verwijderd.
6De wederpartij betrof rekeninghouder: [verdachte]
Rekeningnummer: [rekeningnummer] .
7Uit een bij de aangifte gevoegde kopie van een bankafschrift blijkt dat op 6 januari 2018 € 156,95 is afgeschreven van de bankrekening van [benadeelde partij 7] naar de bankrekening van [verdachte] met rekeningnummer: [rekeningnummer] .
8
5. Aangever [benadeelde partij 8] heeft verklaard dat hij op 6 januari 2018 Marktplaats.nl eenadvertentie zag voor een Nest Thermostaat. Er is een prijs afgesproken van € 160,-. Hij heeft betaald, maar niets ontvangen.
9De wederpartij betrof [verdachte] , met rekeningnummer [rekeningnummer] .
10
6. Aangeefster [benadeelde partij 9] heeft verklaard dat zij op 7 januari 2018 op Marktplaats.nl eenadvertentie zag voor een Kitchenaid Wafelijzer. Zij hebben contact gehad, een deal gesloten en zij heeft meteen het bedrag van € 137,- overgemaakt. Zij heeft niets ontvangen en kreeg geen reacties op berichten.
11De wederpartij betrof [verdachte] , met rekeningnummer [rekeningnummer] .
12
7. Aangeefster [benadeelde partij 10] heeft verklaard dat zij op 7 januari 2018 naar aanleiding vaneen advertentie op Marktplaats.nl voor een Kitchenaid Wafelijzer een bod van 140 euro deed, waarmee de aanbieder akkoord ging.
13Zij maakte het geld over naar rekeningnummer [rekeningnummer] , te name van [verdachte] . Daarna is er niet meer gereageerd.
14
8. Aangever [benadeelde partij 11] heeft verklaard dat hij op 8 januari 2018 121,95 heeft betaald. Nabetaling heeft hij geen contact meer met de verkoper gehad. Er is niet geleverd. Het betreft een advertentie op Marktplaats.nl met advertentietitel NVIDIA Shield TV 2017.
15De Wederpartij betrof [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] .
16
9. Aangever [benadeelde partij 12] heeft verklaard dat hij op 8 januari 2018 een bod gedaan heeft,dit werd geaccepteerd en uiteindelijk heeft hij het geld overgemaakt. Enige reactie bleef uit, hij heeft niets ontvangen. Het betrof een advertentie op Marktplaats.nl met advertentietitel: ‘Nieuw Garret Ace 250 (Doos en garantie zitten erbij).
17De wederpartij betrof [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] .
18
10. Aangever [benadeelde partij 13] heeft verklaard dat zij een aankoop gedaan heeft op
Marktplaats. Zij heeft geld gestort op 9 januari 2018, te weten 260 euro. De advertentietitel betrof: ‘*Nieuw* Kitchenaid Artisan Mixer (doos en garantie)’.
19De wederpartij betrof [verdachte] , met rekeningnummer [rekeningnummer] .
20
11. Aangever [benadeelde partij 14] heeft verklaard dat hij op 10 januari 2018 € 156,95 heeftovergemaakt. Daarna stopte alle communicatie. Via account van vriendin had hij een bericht gestuurd, waarop gereageerd werd dat het product nog steeds beschikbaar was.
21De naam van de rekeninghouder betrof [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] .
22
11. Aangever [benadeelde partij 15] heeft verklaard dat hij op 10 januari 2018 geld heeftovergemaakt naar [rekeningnummer] . De verkoper heeft na ontvangst van de € 275,00 nergens meer op gereageerd. Het betreft een advertentie op Marktplaats.nl met advertentietitel: Nieuwe Gainward GeForce GTX 1070 Phoenix.
23De wederpartij betrof [verdachte] .
24
11. Aangeefster [benadeelde partij 16] heeft verklaard dat zij op Marktplaats.nl heeft geboden op deGoogle Nest, onder advertentietitel ‘Nieuw Nest Learning Thermostaat’. Zij heeft voorgesteld om op 11 januari 2018 via IDeal-betaling te betalen. Na de betaling zou ze het opsturen, maar ze heeft nooit meer iets vernomen.
25De wederpartij betrof [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] .
26Uit de bij de aangifte van [benadeelde partij 16] gevoegde kopie van een bankafschrift blijkt dat op 11 januari 2018 € 120,00 is afgeschreven van de bankrekening ten behoeve van de bankrekening van [verdachte] , IBAN: [rekeningnummer] .
27
11. Aangever [benadeelde partij 17] heeft verklaard dat hij op 20 januari 2018 via Marktplaats.nlcontact heeft gehad. De advertentietitel betrof: ‘Bose Soundtouch 300 Nieuw’. Hij heeft het geld overgemaakt.
28De wederpartij betrof [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] .
29Uit de bij de aangifte van [benadeelde partij 17] gevoegde kopie van een bankafschrift blijkt dat op 20 januari 2018 € 245,00 is afgeschreven ten behoeve van de bankrekening van [verdachte] , met rekeningnummer [rekeningnummer] .
30
11. Aangever [benadeelde partij 18] heeft verklaard dat hij op 20 januari 2018 via Marktplaats.nl eenproduct heeft gekocht voor € 406,95, inclusief verzendingskosten. Hij heeft betaald, maar heeft daarna niets meer gehoord. De advertentietitel betrof: ‘Bose Soundtouch 300 Nieuw’.
31De wederpartij betrof [verdachte] , met rekeningnummer [rekeningnummer] .
32
11. Verdachte heeft ter terechtzitting van 9 september 2022 verklaard dat hij zijnbankrekeningnummer heeft doorgegeven aan iemand met de naam [medeverdachte] .
[medeverdachte] had aan hem gevraagd of er geld op zijn rekening gestort mocht worden. Dat heeft verdachte toegestaan. Verdachte heeft zijn bankpas behouden om de controle te houden over zijn bankrekening. Hij zag dat er geldbedragen op de bankrekening binnenkwamen. Toen hij op zijn bankrekening de eerste geldbedragen zag binnenkomen waarbij in de mededeling de website Marktplaats.nl was vermeld, wist hij dat het geen zuivere koffie was. Telkens wanneer bedragen binnenkwamen pinde hij het geld, gaf hij het aan [medeverdachte] en mocht hij een gedeelte daarvan houden. Verdachte maakte gebruik van bankrekeningen van ABN-AMRO, ING en SNS Bank. Dit waren de bankrekeningen waarop het geld binnenkwam.
Met betrekking tot het hiervoor weergegeven verweer van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Aangevers hebben allen gereageerd op advertenties op Marktplaats.nl. Nadat er overeenstemming was bereikt over de prijs, hebben zij betaald door middel van een bankoverschrijving. Daarna hoorden zij niets meer van de aanbieder. Telkens stond de bankrekening van de ontvanger op naam van [verdachte] . De verkoper heeft zich telkens voorgedaan als een bonafide verkoper, waardoor de aangevers zijn bewogen tot afgifte van het geld.
Hoewel de e-mailwisseling tussen verdachte en aangever [benadeelde partij 18] op pagina 153 van het strafdossier suggereert dat verdachte wel over de contactgegevens van aangevers beschikte, kan naar het oordeel van de rechtbank niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die telkens de advertenties op Marktplaats.nl heeft geplaatst en het contact met de aangevers heeft onderhouden, totdat zij het geld overmaakten op de rekening van verdachte. Verdachte heeft ontkend de advertenties te hebben geplaatst. Dit neemt echter niet weg dat verdachte naar het oordeel van de rechtbank bij de oplichtingen een rol van voldoende gewicht heeft vervuld om als medepleger van de ten laste gelegde oplichtingen te kunnen worden aangemerkt. Daartoe overweegt zij als volgt.
Uit de verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd leidt de rechtbank af dat verdachte zijn bankrekeningnummers heeft doorgegeven aan een niet nader bekend geworden persoon die zichzelf [medeverdachte] zou noemen. Vanaf de eerste stortingen op zijn rekening wist verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, dat het “geen zuivere koffie” was, nu hij zag dat het om mensen ging die kennelijk iets hadden besteld. Verdachte vond het echter, zoals hij zelf heeft verklaard, wel een makkelijke manier om aan geld te komen. Hij pinde het geld voor medeverdachte [medeverdachte] , die voor het ontvangen van de “buit” afhankelijk was van verdachte, nu verdachte de beschikking over zijn pinpas had behouden. Voorts deelde verdachte mee in de buit doordat hij een gedeelte van het gepinde geld voor de door hem verleende diensten mocht houden.
Uit het vorenstaande kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat verdachte een wezenlijke rol heeft gespeeld in de oplichtingen die (aldus) gezamenlijk met de medeverdachte werden gepleegd. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht onder 1 en het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Onder 1:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 november 2015 tot en met 19 mei 2017, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid, hierna te noemen aangevers, te weten:
a. a) [benadeelde partij 1] (€32,75 voor een spel Playstation 3), en
[benadeelde partij 2] (€35 voor een computer game), en
[benadeelde partij 3] (€81,95 voor 2 voetbalkaarten Feijenoord-Heracles),heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, hebbende verdachte toen telkens met het hiervoor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
  • zich voorgedaan als aanbieder van bovengenoemde goederen op de internetsite Marktplaats.nl, en
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper, en
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had, en
  • bovengenoemde aangevers voorgehouden dat hij bovengenoemde goederen zou leveren nabetaling op zijn, verdachtes, bankrekening terwijl hij, verdachte, niet in het bezit was van bovengenoemde goederen, waardoor bovengenoemde aangevers telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
Onder 2 primair:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari 2018, in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid, hierna te noemen aangevers, te weten:
a. a) [benadeelde partij 4] (€137 voor Sapphire Radeon R9 290X), en
[benadeelde partij 5] (€200 voor een Garmin Edge 820 Bike GPS), en
[benadeelde partij 6] (€131,95 voor een Bose soundtouch), en
[benadeelde partij 7] (€156,95 voor een Dyson stofzuiger), en
[benadeelde partij 8] (€160 voor een Nest thermostaat), en
[benadeelde partij 9] (€137 voor een Kitchenaid wafelijzer), en
[benadeelde partij 10] (€140 voor een Kitchenaid wafelijzer), en
[benadeelde partij 11] (€121,95 voor een NVIDIA Shield TV), en
i. i) [benadeelde partij 12] (€130 voor een Garret ace 250), en
[benadeelde partij 13] (€260 voor Kitchenaid mixer), en
[benadeelde partij 14] (€156,95 voor een NVIDIA Shield TV), en
[benadeelde partij 15] (€275 voor een Gainward GeForce GTX), en
[benadeelde partij 16] (€120 voor een Nest themostaat), en
[benadeelde partij 17] (€245 voor een Bose soundtouch), en
[benadeelde partij 18] (€406,95 voor een Bose soundtouch),heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, hebbende verdachte en zijn mededader toen telkens met het hiervoor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk - zich voorgedaan als aanbieder van bovengenoemde goederen op de internetsite Marktplaats.nl, en
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper, en
  • de indruk gewekt dat hij en/of zijn mededader bovengenoemde goederen in het bezit had, en
  • bovengenoemde aangevers voorgehouden dat hij en/of zijn mededader bovengenoemde goederenzou leveren na betaling op zijn, verdachtes, bankrekening terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader niet in het bezit was van bovengenoemde goederen, waardoor bovengenoemde aangevers telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1: oplichting, meermalen gepleegd;
2 primair: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met het tijdsverloop tussen de ten laste gelegde feiten en de zittingsdatum en heeft gepleit voor oplegging van een geheel voorwaardelijke taakstraf of te volstaan met schuldigverklaring zonder oplegging van straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsrapport van 29 juni 2021 en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander bezig gehouden met oplichtingspraktijken op het internet. Samen hebben zij meerdere slachtoffers opgelicht en bewogen tot afgifte van geld door op de website Marktplaats.nl telkens goederen aan te bieden, waarvan zij wisten dat zij die niet konden en zouden leveren. Door zo te handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel benadeeld en schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economisch verkeer moet kunnen worden gesteld, in casu in de wijze waarop (via Marktplaats.nl) goederen worden verkocht en gekocht. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij enkel heeft gedacht aan zijn eigen financieel gewin. De rechtbank houdt ten aanzien van het onder 2 primair bewezen verklaarde echter ook rekening met de meer ondergeschikte rol die verdachte had in de oplichtingspraktijken.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 26 juli 2022, sinds 2009 niet meer onherroepelijk is veroordeeld. Sinds zijn aanhouding in september 2018 is verdachte ook niet opnieuw met de politie in aanraking gekomen.
Uit de genoemde rapportage van de reclassering blijkt dat ten tijde van het bewezenverklaarde bij verdachte sprake was van een gokverslaving. Het delictgedrag kwam voornamelijk voort uit de problematiek die samenhing met deze verslaving. Op dit moment is verdachte bezig met het creëren van stabiliteit. Hij heeft huisvesting en is bezig met budgettering. Verdachte is niet langer gokverslaafd.
In artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Een strafzaak moet in beginsel twee jaar nadat verdachte mag verwachten dat hij vervolgd zal gaan worden met een einduitspraak worden afgedaan. In dit geval is die redelijke termijn fors overschreden. Naar vaste rechtspraak moet overschrijding van de redelijke termijn in beginsel tot strafvermindering leiden. De rechtbank zal daarom bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met dit tijdsverloop. De rechtbank acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis, passend en geboden.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 35,00 ter zake van materiële schade en € 15,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 3] , tot een bedrag van € 81,95 ter zake van materiële schade, vermeerderd metwettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
De volgende personen hebben zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[benadeelde partij 4] , tot een bedrag van € 137,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 5] , tot een bedrag van € 200,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 7] , tot een bedrag van € 156,95 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 8] , tot een bedrag van € 160,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 9] , tot een bedrag van € 137,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 10] , tot een bedrag van € 140,00 ter vergoeding van materiële schade en €140,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 11] , tot een bedrag van € 121,95 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 12] , tot een bedrag van € 130,00 ter vergoeding van materiële schade en € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 13] , tot een bedrag van € 260,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 16] , tot een bedrag van € 120,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van alle vorderingen van de benadeelde partijen, maar heeft aangevoerd dat de door de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 12] gevorderde vergoeding van immateriële schade niet voor toewijzing vatbaar is. De officier van justitie heeft ten aanzien van alle vorderingen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] slechts tot € 35,00, zijnde de gevorderde materiële schade, kan worden toegewezen, voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft de raadsman niet betwist.
Ten aanzien van de overige vorderingen heeft de raadsman aangevoerd dat die slechts voor zestien procent kunnen worden toegewezen. Dit is de opbrengst die verdachte zou hebben behaald uit het bewezen verklaarde. Voor het overige moeten deze vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is ten aanzien van alle vorderingen voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde materiële schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, telkens vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De benadeelde partijen [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 12] hebben daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Wanneer, zoals in de onderhavige zaak, geen sprake is van lichamelijk letsel, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Het geschaad worden in het vertrouwen vormt nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partijen niet aangevoerd. De vorderingen tot vergoeding van immateriële schade zal de rechtbank dan ook afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het onder 2 primair bewezen verklaarde strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen wanneer zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en het onder 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van tachtig uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van veertig dagen zal worden toegepast.
Ten aanzien van het onder 1 bewezen en strafbaar verklaarde:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 2] te betalen:
  • het bedrag van € 35,00 (zegge: vijfendertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 december 2015 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [benadeelde partij 2] voor het overige af.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 35,00 (zegge: vijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 december 2015 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 0 dagen kan worden toegepast.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] toe en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 3] te betalen:
  • het bedrag van € 81,95 (zegge: eenentachtig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 81,95 (zegge: eenentachtig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2017 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van het onder 2 primair bewezen verklaarde:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan S. Hartogte betalen:
  • het bedrag van € 137,00 (zegge: honderdzevenendertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 4] aan de Staat te betalen een bedrag van € 137,00 (zegge: honderdzevenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 5] te betalen:
  • het bedrag van € 200,00 (zegge: tweehonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 5] aan de Staat te betalen een bedrag van € 200,00 (zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 7] te betalen:
  • het bedrag van € 156,95 (zegge: honderdzesenvijftig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 7] aan de Staat te betalen een bedrag van € 156,95 (zegge: honderdzesenvijftig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 8] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 8] te betalen:
  • het bedrag van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 8] aan de Staat te betalen een bedrag van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 9] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 9] te betalen:
  • het bedrag van € 137,00 (zegge: honderdzevenendertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 9] aan de Staat te betalen een bedrag van € 137,00 (zegge: honderdzevenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 10] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 10] te betalen:
  • het bedrag van € 140,00 (zegge: honderdveertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [benadeelde partij 10] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 10] aan de Staat te betalen een bedrag van € 140,00 (zegge: honderdveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 11] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 11] te betalen:
  • het bedrag van € 121,95 (zegge: honderdeenentwintig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 11] aan de Staat te betalen een bedrag van € 121,95 (zegge: honderdeenentwintig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 12] toe tot hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 12] te betalen:
  • het bedrag van € 130,00 (zegge: honderddertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [benadeelde partij 12] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 12] aan de Staat te betalen een bedrag van € 130,00 (zegge: honderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 13] te betalen:
  • het bedrag van € 260,00 (zegge: tweehonderdzestig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 13] aan de Staat te betalen een bedrag van € 260,00 (zegge: tweehonderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 16] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 16] te betalen:
  • het bedrag van € 120,00 (zegge: honderdtwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 16] aan de Staat te betalen een bedrag van € 120,00 (zegge: honderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. H.R. Bracht en mr. D.P. Menting, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2022.
Mr. D.P. Menting, mr. H.R. Bracht en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processenverbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van Politie Noord-Nederland met BVH-nummer PL01002018240461 d.d. 2 oktober 2018, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met 156.
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4] , pagina 65. 3 Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 5] , pagina 69.
4. Pagina 70.
5. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 6] , pagina 75. 6 Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 7] , pagina 84.
7. Pagina 84.
8. Pagina 87.
9. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 8] , pagina 88.
10. Pagina 89.
11. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 9] , pagina 98.
12. Pagina 99.
13. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 10] , pagina 111.
14. Pagina 112.
15. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 11] , pagina 115.
16. Pagina 116.
17. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 12] , pagina 122.
18. Pagina 123.
19. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 13] , pagina 126.
20. Pagina 127.
21. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 14] , pagina 130.
22. Pagina 131.
23. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 15] , pagina 134.
24. Pagina 135.
25. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 16] , pagina 140.
26. Pagina 141.
27. Pagina 143.
28. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 17] , pagina 144.
29. Pagina 145.
30. Pagina 147.
31. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 18] , pagina 149.
32. Pagina 150.