Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
- [minderjarige], bijgestaan door mr. A.A. Scholtmeijer;
- de ouders;
- [vertegenwoordigers], namens het college.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 september 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die op dat moment 17 jaar oud was. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente] heeft verzocht om de machtiging te verlengen tot de dag waarop [minderjarige] 18,5 jaar wordt, vanwege de aanhoudende wachtlijstproblematiek en het gebrek aan geschikte vervolgplekken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds november 2018 in gesloten jeugdinrichtingen verblijft en dat hij complexe problematiek vertoont, waaronder PDD-NOS en ADHD. Tijdens de zitting is gebleken dat [minderjarige] goed functioneert in de huidige gesloten accommodatie, waar hij de nodige begeleiding en structuur ontvangt.
De ouders van [minderjarige] hebben hun zorgen geuit over de toekomst van hun kind, vooral met het oog op de overgang naar volwassenheid en de beëindiging van de jeugdhulpverlening. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de noodzaak van de jeugdhulp en de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige]. Hij heeft geconcludeerd dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de hulp onttrekt en om zijn ontwikkeling te waarborgen.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot [datum] 2023, met de nadruk op het belang van het vinden van een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] en de noodzaak van voortdurende inzet van alle betrokken partijen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.