ECLI:NL:RBNNE:2022:3428

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
185342
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 september 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die op dat moment 17 jaar oud was. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente] heeft verzocht om de machtiging te verlengen tot de dag waarop [minderjarige] 18,5 jaar wordt, vanwege de aanhoudende wachtlijstproblematiek en het gebrek aan geschikte vervolgplekken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds november 2018 in gesloten jeugdinrichtingen verblijft en dat hij complexe problematiek vertoont, waaronder PDD-NOS en ADHD. Tijdens de zitting is gebleken dat [minderjarige] goed functioneert in de huidige gesloten accommodatie, waar hij de nodige begeleiding en structuur ontvangt.

De ouders van [minderjarige] hebben hun zorgen geuit over de toekomst van hun kind, vooral met het oog op de overgang naar volwassenheid en de beëindiging van de jeugdhulpverlening. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de noodzaak van de jeugdhulp en de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige]. Hij heeft geconcludeerd dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de hulp onttrekt en om zijn ontwikkeling te waarborgen.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot [datum] 2023, met de nadruk op het belang van het vinden van een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] en de noodzaak van voortdurende inzet van alle betrokken partijen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/185342 / JE RK 22-623
Datum uitspraak: 21 september 2022
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente],
gevestigd te [plaats], hierna te noemen: het college,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige],
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats],
[vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats].

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van het college van 15 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde dag;
- de instemmingsverklaring van de ouders d.d. 3 augustus 2022;
- de verklaring d.d. 3 augustus 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 19 augustus 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
1.2.
Op 14 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de zitting met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- [minderjarige], bijgestaan door mr. A.A. Scholtmeijer;
- de ouders;
- [vertegenwoordigers], namens het college.
1.3.
Tevens is [naam] (voornaam), een-op-een-begeleider van [minderjarige] vanuit [naam gesloten accommodatie], bij de zitting aanwezig geweest.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige].
2.2.
Bij beschikking van de kinderrechter van 23 maart 2022 is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 23 september 2022.
2.3.
[minderjarige] verblijft op grond van de hiervoor genoemde machtiging op een gesloten groep bij [naam gesloten accommodatie].

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven tot [datum] 2023, te weten tot de dag dat [minderjarige] 18,5 jaar wordt.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek is - samengevat - door het college aangevoerd dat [minderjarige] sinds november 2018 in gesloten jeugdinrichtingen verblijft en sinds 9 september 2019 is opgenomen bij [naam gesloten accommodatie]. [minderjarige] is een jongen met complexe problematiek (waaronder PDD-NOS, ADHD en genetische (chromosoom-)problematiek) en met een langdurige hulpverleningsgeschiedenis, die veelvuldig heeft laten zien weg te lopen wanneer de spanning bij hem oploopt. Dit lijkt een impuls te zijn die hij niet kan onderdrukken. Tijdens het weglopen heeft water een aantrekkingskracht op [minderjarige] (hij loopt dan met kleren aan het water in) en het is van belang dat hij leert om gezonde keuzes te maken tijdens zijn verlof en dagbesteding. Wanneer er zich een situatie heeft voorgedaan betreffende het weglopen, wordt er door [naam gesloten accommodatie] gereflecteerd op de situatie en gaat men het gesprek met [minderjarige] aan. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het spreek- en denktempo van [minderjarige]. De momenten die goed verlopen tijdens een begeleid verlof worden positief bekrachtigd, waardoor [minderjarige] dit gedrag vaker laat zien. Er is veel een-op-een-begeleiding ingezet, waarbij geprobeerd wordt om zoveel mogelijk te werken aan de zelfstandigheid van [minderjarige].
3.3.
Tijdens de vorige zitting is naar voren gebracht dat er een Wlz-indicatie is toegekend, waarna de hoop bestond dat een passende woonplek voor [minderjarige] gevonden kon worden die helpend is voor zijn complexe problematiek. Het college loopt er echter tegenaan dat er hele lange wachtlijsten zijn met weinig doorstroom, waardoor het onduidelijk is wanneer er een plek voor [minderjarige] beschikbaar is. Het college zet alles op alles om een passende plek te vinden en heeft daarom de zoektocht verder uitgebreid. Zo worden hierin inmiddels ook PGB-plekken meegenomen, is het Zorgplatform [provincie] betrokken en is er een cliëntondersteuner aangesteld. Aangezien het, gelet op de wachtlijsten, echter niet duidelijk is op welke termijn er een geschikte plek voor [minderjarige] beschikbaar is, is het college van mening dat de huidige plaatsing van [minderjarige] bij [naam gesloten accommodatie] moet worden voortgezet. [minderjarige] maakt hier een goede ontwikkeling door en de angst bestaat dat bij een overplaatsing naar een andere tijdelijke plek de progressie die geboekt is volledig teniet wordt gedaan. Nu [minderjarige] op [datum] 2023 meerderjarig wordt en het onduidelijk is of het gaat lukken voor deze datum een geschikte plek voor [minderjarige] te realiseren, verzoekt het college om een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot [datum] 2023.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

[minderjarige]
4.1.
staat achter het verzoek van het college. Hij heeft het naar zijn zin bij [naam gesloten accommodatie]. Deze plek geeft hem veiligheid en houvast en hij is gebaat bij de structuur en duidelijkheid die hij bij [naam gesloten accommodatie] ervaart. [minderjarige] zet stapjes vooruit en het is van belang dat er verder gewerkt wordt aan zijn zelfstandigheid, aangezien het naar verwachting dan makkelijker wordt om een passende vervolgplek voor hem te vinden.
De ouders
4.2.
De ouders zijn van mening dat er meerdere mensen betrokken moeten zijn waarop [minderjarige] kan vertrouwen en die hem kunnen ondersteunen bij de overstap naar een andere plek. Op dit moment ligt alles stil en dat baart de ouders zorgen. Er is inmiddels een enorme lijst aan aangeschreven instanties, maar het valt of staat met de personele bezetting en de beschikbaarheid van woonplekken bij de beoogde instanties. Het is daardoor niet te zeggen wanneer [minderjarige] naar een goede vervolgplek kan. De ouders zijn ook samen met de cliëntondersteuner de mogelijkheden aan het onderzoeken om zelf een passende plek voor [minderjarige] te creëren. De ouders willen deze plek echter wel faciliteren, maar niet gaan beheren, waardoor ook hiervoor geldt dat het nog onduidelijk is of dit haalbaar is. De ouders maken zich daarnaast zorgen over hoe het verder moet met [minderjarige] wanneer hij 18,5 jaar is en de jeugdhulpverlening wordt stopgezet. Het is op dit moment totaal onbekend wat er dan gaat gebeuren en de ouders zijn bang dat de instanties vanaf dat moment hun handen van [minderjarige] aftrekken.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Nu [minderjarige] in [maand] 2023 achttien jaar wordt en het verzoek van het college zich uitstrekt tot na zijn meerderjarigheid, dient de kinderrechter tevens rekening te houden met het bepaalde in artikel 6.1.2 lid vier van de Jeugdwet. Hieruit komt naar voren dat een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van 18-jarigen slechts kan worden verleend indien:
a. er sprake is van een behandeling die reeds aangevangen is voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt;
b. voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar een hulpverleningsplan is vastgesteld;
c. toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp en dit ook blijkt uit het hulpverleningsplan, en
d. de gesloten jeugdhulp niet langer duurt dan zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
5.3.
Aan de kinderrechter ligt het verzoek voor om een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] te verlenen tot [datum] 2023. Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling op de zitting is naar het oordeel van de kinderrechter gebleken dat er bij [minderjarige] sprake is van ernstige problematiek, waarvoor een-op-een-begeleiding en aandacht noodzakelijk is bij alle dagelijkse (levens)verrichtingen en dagbesteding om te voorkomen dat [minderjarige] een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving wordt. Hoewel [minderjarige], gezien zijn IQ niet binnen de LVB doelgroep valt, heeft hij gedragsmatig wel een VG aanpak nodig. Ter zitting is door [naam gesloten accommodatie] desgevraagd meer informatie gegeven over de behandeling van [minderjarige] en is toegelicht dat [minderjarige] in de afgelopen periode stappen vooruit heeft gezet. Hoewel volgens [naam gesloten accommodatie] de individuele begeleiding van [minderjarige] in eerste instantie (ook) is uitgebreid naar de verlofweekenden, is aangegeven dat het inmiddels lukt om [minderjarige] alleen bij zijn ouders te laten, zodat zij ook een familie-moment kunnen beleven. Ook het zelfvertrouwen van [minderjarige] is hierdoor gegroeid. [naam gesloten accommodatie] geeft aan dat zij druk bezig zijn om te zoeken naar geschikte dagbesteding voor [minderjarige], waarbij er aandacht moet blijven voor het verminderen van de verleiding voor [minderjarige] om weg te lopen. De kinderrechter begrijpt dat de uiteindelijke insteek van de ingezette behandeling en begeleiding is dat [minderjarige] steeds meer kan bepalen over zijn eigen toekomst en zijn eigen leven, waarbij in de komende periode verder gewerkt zal moeten worden aan de zelfstandigheid / zelfredzaamheid van [minderjarige]. De kinderrechter is van oordeel dat hiervoor het huidige kader van de gesloten groep bij [naam gesloten accommodatie] noodzakelijk is voor [minderjarige] om stappen vooruit te blijven maken en te voorkomen dat [minderjarige] terugvalt, zodat de recente positieve ontwikkelingen niet verloren gaan. Dit maakt dat de kinderrechter van oordeel is dat huidige situatie voor [minderjarige], in ieder geval tot aan zijn achttiende verjaardag, gewaarborgd moet worden.
5.4.
Ten aanzien van het verzoek van het college om de machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] door te laten doorlopen tot het moment dat hij 18,5 jaar wordt, overweegt de kinderrechter dat zowel namens [minderjarige] als door de ouders en het college naar voren is gebracht dat er gedurende het verloop van de afgelopen machtiging(en) gesloten jeugdhulp met tenminste 16 instanties contact is geweest over een vervolgplek voor [minderjarige]. Ondanks het feit dat alle betrokkenen rond [minderjarige] alles op alles hebben gezet om een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] te realiseren, is het vanwege de wachtlijstproblematiek, het gebrek aan woonplekken of problemen met de personele bezetting, bij geen enkele instantie gelukt om binnen een afzienbare periode een passende plek voor hem te realiseren. [minderjarige] hecht vanwege zijn complexe problematiek zeer veel belang aan de juiste begeleiding en behandeling. Niet alleen tot aan zijn meerderjarigheid, maar ook zeker daarna. Binnen [naam gesloten accommodatie] wordt dit hem al langere tijd geboden. Hoewel er inmiddels een Wlz-indicatie is afgegeven, en daarmee de hoop ontstond dat er wellicht door de betrokkenheid van het zorgkantoor meer mogelijkheden zouden ontstaan, is er nog steeds geen zicht op een passende vervolgplek voor [minderjarige]. De kinderrechter betreurt het ten zeerste dat [minderjarige] en iedereen die bij hem betrokken is, wordt geconfronteerd met de schrijnende problematiek in de landelijke (jeugd)zorg. Gelet op die situatie ziet de kinderrechter geen andere mogelijkheid dan de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de volledige verzochte duur, aangezien naar het oordeel van de kinderrechter niet te verantwoorden valt dat [minderjarige] noodgedwongen op straat komt te staan wanneer voor zijn achttiende verjaardag geen geschikte vervolgplek is gevonden. De kinderrechter weegt in zijn oordeel mee dat [minderjarige] het naar zijn zin heeft bij [naam gesloten accommodatie] en heeft aangegeven dat hij hier langer wil blijven, omdat hij hier veiligheid en duidelijkheid ervaart.
5.5.
Het voorgaande neemt niet weg dat de kinderrechter met klem wenst te benadrukken dat [minderjarige], na inmiddels al jaren in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp te hebben verbleven, en gelet op al het werk dat door hem en door de mensen om hem heen is verricht, een passend vervolgplek verdient. De kinderrechter hoopt dat het in de periode waarvoor de machtiging gesloten jeugdhulp wordt verleend, ondanks hetgeen dat al is geprobeerd, toch lukt om een plek te vinden en verwacht dat alle betrokkenen, waaronder ook het college, het zorgkantoor en de cliëntondersteuner, zich tot het uiterste zullen blijven inzetten om dit te realiseren.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van [datum] 2022 tot [datum] 2023;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.T. Kooistra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Boon als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.