ECLI:NL:RBNNE:2022:3390

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
9543937 VT 21-658, 9680559 VO 22-252 en 9729467 VO 22-424
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in procedures betreffende ondercuratelestelling, ontslag bewindvoerder en benoeming mentor

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 10 juni 2022, wordt de benoeming van een deskundige behandeld in het kader van procedures rondom ondercuratelestelling, ontslag van een bewindvoerder en de benoeming van een mentor. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onderzoek moet worden gedaan naar de wilsbekwaamheid van de betrokkene. De vraag of de belangen van de betrokkene met een minder verstrekkende maatregel dan ondercuratelestelling kunnen worden behartigd, wordt als een juridisch oordeel beschouwd en zal niet aan de deskundige worden voorgelegd, zoals door de zoon van de betrokkene was verzocht.

De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun voorkeuren en bezwaren ten aanzien van de benoeming van de deskundige kenbaar te maken. De zoon van de betrokkene heeft de voorkeur uitgesproken voor Trompetter en Partners BV als deskundige, terwijl andere partijen geen voorkeur hebben aangegeven. De kantonrechter heeft geen redengevende bezwaren tegen deze benoeming gevonden en heeft besloten om Trompetter en Partners BV te benoemen.

Daarnaast zijn er verschillende onderzoeksvragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de mate waarin de betrokkene in staat is zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen waar te nemen, en of hij in staat is juridische procedures te overzien. De kantonrechter heeft de vragen geherformuleerd om de relevantie voor de beoordeling van de ondercuratelestelling te benadrukken. De deskundige moet binnen vier weken na de beschikking rapporteren aan de rechtbank, waarna partijen de gelegenheid krijgen om op het rapport te reageren. De kantonrechter houdt verdere beslissingen aan tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummers : 9543937 VT 21-658, 9680559 VO22-252 en 9729467 VO22-424
Datum uitspraak: 10 juni 2022
Beschikking
inzake
[betrokkene],
geboren te [plaats en datum],
wonende te [adres],
hierna ook te noemen betrokkene.

1.De verdere beoordeling

1.1.
Bij beschikking van 20 mei 2022, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kantonrechter de beslissing op de verzoeken aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld uiterlijk 1 juni 2022 schriftelijk te reageren.
1.2.
De kantonrechter heeft daarna kennis genomen van de volgende stukken:
- de schriftelijke reactie van mr. Lieberwerth van 31 mei 2022;
- de schriftelijke reactie van mr. Geerdink van 31 mei 2022;
- de schriftelijke reactie van mr. Van der Pol van 31 mei 2022;
- de schriftelijke reactie van mr. Hofstra van 1 juni 2022;
- een nadere reactie van mr. Lieberwerth van 1 juni 2022.
1.3.
Vervolgens is wederom beschikking bepaald.

2.De verdere beoordeling

Ten aanzien van de te benoemen deskundige
2.1.
In eerdergenoemde tussenbeschikking heeft de kantonrechter geoordeeld dat er onderzoek moet worden gedaan naar de wilsbekwaamheid van betrokkene en dat hiervoor een deskundige moet worden benoemd. Daarbij heeft de kantonrechter aangegeven voornemens te zijn één van artsen uit het VIA-register Wilsbekwaamheid van de Vereniging Artsen Volksgezondheid te benoemen, die tevens werkzaam is in de provincie Friesland. De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun voorkeuren en/of bezwaren ten aanzien van de voorgestelde deskundigen kenbaar te maken.
2.2.
[zoon Y] heeft aangeven de voorkeur te geven aan Trompetter en Partners BV als de te benoemen deskundige. De andere partijen hebben geen voorkeur uitgesproken, zodat de kantonrechter in beginsel de voorkeur van [zoon Y] zal volgen, tenzij er redengevende bezwaren tegen deze benoeming zijn. De kantonrechter constateert dat geen van partijen concrete bezwaren tegen deze deskundige heeft geuit. Namens [zoon X] is alleen een dringende oproep gedaan om voorbij te gaan aan de eventuele voorkeur van [zoon Y], omdat in het verleden is gebleken dat [zoon Y] vooraf al met diverse artsen contact heeft opgenomen. [zoon X] vreest dat [zoon Y] dat ook nu doet en er dan sprake kan zijn van mogelijke beïnvloeding van zijn kant. De kantonrechter ziet hierin echter geen aanleiding om Trompetter en Partners BV niet als deskundige te benoemen. Trompetter en Partners BV wordt vaker als deskundige in dergelijke procedures benoemd en van haar mag worden verwacht dat zij onbevooroordeeld het onderzoek verricht. De kantonrechter heeft ook geen aanwijzingen dat er reeds door één van de partijen contact is gezocht met deze organisatie. Indien dat wel het geval mocht zijn, dan gaat de kantonrechter ervan uit dat de deskundige deze contacten afhoudt, zoals van een onafhankelijke professional ook mag worden verwacht. De kantonrechter zal dan ook overgaan tot de benoeming van deze deskundige.
ten aanzien van de onderzoeksvragen:
2.3.
De kantonrechter heeft partijen daarnaast in de gelegenheid gesteld aan te geven of zij bezwaar hebben tegen de voorgestelde vraagstelling en/of zij aanvullende vragen hebben die aan de deskundige moeten worden gesteld. Voor wat betreft de eerste voorgestelde onderzoeksvraag
("betrokkene is als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen, in welke mate wordt hij hierin gehinderd?"),heeft [zoon Y] aangegeven dat deze vraag deels een eigen conclusie is van de kantonrechter en deze volgens hem haaks staat op de eerdere deskundigenverklaringen. [zoon Y] stelt daarom voor deze als volgt te wijzingen:
"Is betrokkene als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen of brengt hij als gevolg daarvan zijn veiligheid of die van een ander in gevaar? Zo ja, in welke mate?".De kantonrechter is echter van oordeel dat reeds bij beschikking van 23 februari 2021 is geoordeeld dat er sprake is van een dergelijke toestand en dat dit ook de grond is waarop de huidige beschermingsmaatregelen destijds zijn uitgesproken. Tegen die beslissing is bovendien geen hoger beroep ingesteld. Hoewel de kantonrechter hetgeen namens [zoon Y] is aangevoerd dan ook niet onderschrijft, zal de kantonrechter de vraag enigszins nuanceren en deze als volgt formuleren:
"In hoeverre wordt betrokkene door zijn lichamelijke of geestelijke toestand gehinderd ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen?"
2.4.
Zowel [zoon Y] als mr. Geerdink hebben verzocht de derde onderzoeksvraag ("
in hoeverre is betrokkene wilsbekwaam ten aanzien van het voeren van juridische procedures en het inschakelen van een advocaat?")te schrappen. Beiden geven ter onderbouwing aan dat de vraag of betrokkene wilsbekwaam is ten aanzien van het voeren van juridische procedures en het inschakelen van een advocaat, niet relevant is voor enig in deze procedure te nemen beslissing. Bovendien vinden zij dat het inschakelen van een advocaat op een grondrecht ziet en dat dit betrokkene niet ontnomen kan worden. De kantonrechter acht het echter voor de beoordeling van de vraag of betrokkene onder curatele zou moeten worden gesteld wel relevant dat hierover iets door de deskundige wordt verklaard, nu juist de juridische procedures voor de bewindvoerder aanleiding zijn geweest om het verzoek tot ondercuratelestelling in te dienen. Wel ziet de kantonrechter aanleiding de derde onderzoeksvraag te herformuleren, zodat de nadruk ligt op het medische oordeel en de relevantie meer benadrukt wordt. De kantonrechter zal onderzoekvraag 3 dan ook als volgt verwoorden: "
In hoeverre is betrokkene in staat (de gevolgen van) juridische procedures te overzien?"
2.5.
Als laatste heeft [zoon Y] nog verzocht de volgende vraag op te nemen:
"kan een voldoende behartiging van de belangen van betrokkene met een meer passende of minder vestrekkende voorziening dan ondercuratelestelling worden bewerkstelligd, zoals mentorschap en/of onderbewindstelling?"De kantonrechter is echter van oordeel dat de beantwoording van deze vraag ter beoordeling aan de kantonrechter voorligt en dat het hier om een juridisch oordeel gaat. De kantonrechter dient daarbij niet enkel de uitkomsten van het deskundigenonderzoek te wegen, maar er kunnen meer feiten en omstandigheden zijn die er toe leiden dat een beschermingsmaatregel (niet) meer passend is. Die feiten en omstandigheden worden door een deskundige niet meegenomen in het onderzoek, zodat de beantwoording van een dergelijke vraag door de deskundige geen volledig beeld geeft. De kantonrechter zal de door [zoon Y] voorgestelde vraag dan ook niet aan de deskundige voorleggen.
de verdere procedure
2.6.
De griffier van de rechtbank zal de deskundige voorzien van de voor haar relevante procestukken en de kantonrechter zal de deskundige vragen binnen vier weken haar rapport toe te sturen. Voorts zal er een afschrift naar partijen zal worden verstuurd en zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld een reactie te geven op het rapport. De kantonrechter zal daarna een eindbeslissing zal nemen.
2.7.
De kantonrechter merkt tenslotte nog het volgend op. Indien de deskundige medische informatie nodig mocht hebben, dan acht de kantonrechter het aangewezen dat deze zich daarvoor richt tot de mentor. De mentor is voor de deskundige ook het aanspreekpunt voor bijvoorbeeld het maken van een afspraak voor het onderzoek. Indien de deskundige het nodig acht dat er iemand bij het onderzoek aanwezig is, dan is dat tevens een rol die voor de mentor is weggelegd.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
benoemt tot deskundige:
Trompetter en Partners BV,
Sociaal-Medische Expertise
Utrechtseweg 75
3702 AA Zeist
3.2.
beveelt een onderzoek door de deskundige naar de volgende vragen:
1. "In hoeverre wordt betrokkene door zijn lichamelijke of geestelijke toestand gehinderd ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen?"
2. In hoeverre kan betrokkene nog rechtshandelingen verrichten en in hoeverre kan hij de gevolgen van zijn handelen overzien?
3. In hoeverre is betrokkene in staat juridische procedures te overzien?
4. Kan betrokkene nog een voorkeur uitspreken voor de te benoemen curator/bewindvoerder en/of mentor?
5. Heeft u nog andere informatie verkregen die voor de beoordeling relevant kan zijn?
3.3.
verstaat dat de griffier van de rechtbank een afschrift van de relevante processtukken ter beschikking van de deskundige zal stellen;
3.4.
bepaalt dat de deskundige zijn deskundigenbericht, met redenen omkleed, binnen vier weken na verzending van deze beschikking zal toezenden aan de griffier van de rechtbank Noord-Nederland, team CBM, onder vermelding van het zaaknummers 9543937 VT 21-658, 9680559 VO22-252 en 9729467 VO22-424;
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Groenewegen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2022.
conc.nr.: 739