Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De verzoeken en de standpunten
3.De beoordeling
4.De beslissing
uiterlijk 1 juni 2022uit te laten zoals bedoeld in rechtsoverweging 3.9.;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, zijn verzoeken behandeld met betrekking tot de ondercuratelestelling van betrokkene, het ontslag van de bewindvoerder en de benoeming van een mentor. De kantonrechter heeft betrokkene op 17 december 2021 bezocht en gesproken, waarbij het beeld van zijn wilsbekwaamheid niet wezenlijk anders was dan op 22 april 2022. Er is echter een groot verschil van inzicht tussen de partijen over de wilsbekwaamheid van betrokkene, wat aanleiding geeft voor de benoeming van een deskundige. De kantonrechter heeft op 20 mei 2022 de zaak aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld hun voorkeuren en bezwaren ten aanzien van de deskundige kenbaar te maken. De kantonrechter overweegt dat een ondercuratelestelling een vergaande maatregel is en dat de belangen van betrokkene zorgvuldig moeten worden afgewogen. De kantonrechter heeft de beslissing aangehouden tot uiterlijk 1 juni 2022, waarbij verdere beslissingen zijn uitgesteld. De zaak betreft de zaaknummers 9543937 VT 21-658, 9680559 VO 22-252 en 9729467 VO 22-424.