Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe gemotiveerd aangevoerd dat er zich in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevinden waaruit blijkt dat verdachte een significante bijdrage aan het geweld heeft geleverd. Evenmin kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en waar die samenwerking uit bestond. Tot slot heeft de officier van justitie aangevoerd dat aan aangever slechts één foto van verdachte is getoond en aangever pas daarna een signalement van verdachte heeft gegeven. Het tonen van die enkele foto is sturend geweest en de herkenning door aangever kan daarom niet als zelfstandig bewijsmiddel worden gebruikt.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat op grond van het procesdossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan het slaan/schoppen van aangever, dan wel aan enige andere handeling jegens aangever. De raadsvrouw heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte voldoet niet aan de door aangever gegeven omschrijving, omdat verdachte tijdens zijn aanhouding een blauw trainingspak (vest en broek) en een zwarte bodywarmer droeg. Verder heeft verdachte een fors postuur. Daarnaast blijkt uit de beelden dat aangever, kort nadat hij omsingeld werd, geslagen is door een jongen met een slank postuur die in het zwart gekleed was. Daaruit kan geconcludeerd worden dat verdachte in ieder geval aan het begin van het incident niet aanwezig was. Aan de herkenning van verdachte door aangever en de getuige [naam 2] kan volgens de raadsvrouw geen bewijswaarde worden toegekend, omdat aan hen een enkele foto is getoond en het risico op een vals-positief resultaat bij een dergelijke gang van zaken erg groot is, zoals blijkt uit de gedragswetenschappelijke literatuur en jurisprudentie.
Daarbij maakt tijdsverloop het resultaat nog onbetrouwbaarder. Tot slot heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, afgezien van aangever, geen van de getuigen heeft verklaard dat verdachte geslagen of geschopt zou hebben. De getuige [naam 1] heeft verklaard dat hij de in het blauw geklede jongen die in de Double FF is aangetroffen, niet heeft gezien bij de mishandeling. Verdachte dient daarom integraal te worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat uit de in het dossier opgenomen stukken en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende naar voren komt dat verdachte een bijdrage heeft geleverd aan de geweldshandelingen tegen aangever.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 25 november 2021 is aangever in Drachten door een groep jongeren belaagd. Aangever is daarbij geslagen en geschopt, ook tegen het hoofd en ook terwijl hij op de grond lag. Aangever heeft daarbij letsel opgelopen. De politie heeft daarna op aanwijzingen van een getuige in de buurt waar het geweld had plaatsgevonden, twee jongeren aangehouden, waaronder verdachte. Verdachte heeft bij de politie en ter zitting ontkend dat hij het slachtoffer heeft geslagen en/of geschopt of anderszins een bijdrage heeft geleverd aan het geweld tegen het slachtoffer.
Uit de aangifte blijkt dat aangever -onder meer- heeft verklaard dat hij door een groep jongens werd omsingeld. Kort daarna werd hij door één van die jongens in zijn gezicht geslagen. Vervolgens werd hij door een andere jongen geslagen. Aangever heeft later aan de hand van een foto verdachte aangewezen als degene die de eerste klappen zou hebben gegeven. Ook heeft hij een signalement van verdachte gegeven.
In het dossier bevindt zich een filmpje. De rechtbank maakt uit die beelden (die ook ter zitting zijn getoond) op dat de kleding en het postuur van de persoon die aangever als eerste heeft geslagen, niet overeenkomen met de kleding die verdachte bij zijn aanhouding droeg en het postuur van verdachte. Daarnaast zijn door de politie diverse getuigen gehoord. Geen van die getuigen heeft verklaard dat verdachte geweldshandelingen tegen aangever heeft gepleegd.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde, omdat dit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.