Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlasteleggingen
Geldigheid van de dagvaarding
Beoordeling van het bewijs
1deed op 28 december 2020 aangifte van brandstichting aan zijn auto die geparkeerd stond aan de [straatnaam] te Hoogeveen. [benadeelde partij 1] had camera's
2aan zijn pand hangen en daarop is een grijs voertuig met een kapot achterlicht aan de passagierszijde te zien. Dit voertuig rijdt meerdere malen langs de auto van [benadeelde partij 1] en op een gegeven moment stapt er uit die grijze auto een persoon met een witte capuchon over zijn hoofd. Deze persoon loopt naar de auto van [benadeelde partij 1] en doet iets bij de voorzijde van deze auto en rent vervolgens weg. Hierna ontdekt [benadeelde partij 1] een brand bij zijn auto. Ongeveer een klein uur later komt de grijze auto weer langs en rijdt vervolgens uit beeld. Weer iets later loopt dezelfde persoon met witte capuchon weer langs de auto van [benadeelde partij 1] .
3en [naam 1]
4blijkt dat zij [verdachte] met de auto van [benadeelde partij 5] (een VW Polo) hebben opgehaald bij de woning van [naam 2] aan de [straatnaam] in Hoogeveen. Vervolgens heeft [verdachte] aan de [straatnaam] een auto in brand gestoken. Op het fietspad zijn ze gestopt. [verdachte] is uitgestapt en heeft de auto in brand gestoken. [benadeelde partij 5] heeft de auto gekeerd en gewacht op [verdachte] die weer instapte. Vervolgens reden ze over het fietspad weg. Een half uur later zijn ze er weer langs gereden omdat [verdachte] wilde weten of het gelukt was. Na de [straatnaam] zijn zij van auto gewisseld. [benadeelde partij 5] heeft zijn auto geparkeerd en is met [naam 1] in de auto van [verdachte] gestapt. Dit was een [naam 30] donkere driedeurs auto.
5van de flat aan de [straatnaam] (bij de woning van [naam 2] ). Uit die beelden blijkt dat [benadeelde partij 5] en [naam 1] verdachte [verdachte] die avond om 19:41 uur hebben opgehaald. [verdachte] draagt dan een witte hoody. [verdachte] heeft dit ter terechtzitting, wanneer de rechtbank hem de beelden laat zien, desgevraagd bevestigd. Aangever [benadeelde partij 1] heeft verklaard dat een man met een witte capuchon de brand heeft gesticht. Op dezelfde beelden is te zien dat verdachte [verdachte] , later die avond om iets voor 24:00 uur, na de brandstichtingen, in gezelschap van [benadeelde partij 5] en [naam 1] , weer terug komt bij de flat aan de [straatnaam] .
6en [naam 7]
7en worden voorts ondersteund door de verklaringen van getuige [naam 4]
8en getuige [naam 6]
9, de hiervoor aangehaalde camerabeelden en de verklaring van [benadeelde partij 5] over zijn kapotte achterlicht. Daarnaast blijkt uit telefoongegevens
10dat er die nacht meermalen door [benadeelde partij 5] is gebeld naar [verdachte] en [naam 1] en dat zij hem ook hebben gebeld. Uit de telefoongegevens van [verdachte] blijkt dat hij rondom de tijdstippen van de branden reisbewegingen heeft gemaakt door Hoogeveen. [verdachte] heeft dit ook niet ontkend en heeft ter terechtzitting desgevraagd aangegeven dat hij met zijn vriendin [naam 3] door Hoogeveen aan het toeren was, omdat hij had gehoord van de branden. Dat strookt echter niet met de verklaringen die hij bij de politie heeft afgelegd. Toen gaf [verdachte] aan dat hij alleen door Hoogeveen heeft gereden.
Bijzondere bewijsoverwegingen met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde
door geweld of bedreiging met geweldiemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
door geweld of bedreiging met geweld”opgenomen. Het bewezenverklaarde valt naar het oordeel van de rechtbank niet binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving van artikel 317 Sr en is derhalve niet te kwalificeren. Verdachte zal gelet hierop ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Bijzondere bewijsoverwegingen met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde
Bijzondere bewijsoverwegingen met betrekking tot het primair ten laste gelegde
11dat hij ruzie met [verdachte] had die nacht, in eerste instantie via de telefoon, dat de ruzie escaleerde toen [verdachte] allerlei bedreigingen uitte, en dat [benadeelde partij 7] toen heeft aangegeven dat hij langs zou komen om dingen uit te spreken.
12, het aantreffen van glas in de auto van [benadeelde partij 7]
13en op de plaats waar de auto van [benadeelde partij 7] had gestaan
14, het schotbaanonderzoek
15en de verschillende camerabeelden
16en geluidsfragmenten
17.
18, [naam 25]
19, [naam 26]
20, [naam 18]
21en [naam 21]
22.
23, [naam 3]
24, [benadeelde partij 7] en uit de camerabeelden (het Dumpert filmpje)
25. Het aantreffen van deze hulzen en patronen wijst er naar het oordeel van de rechtbank op dat is geschoten vanaf de plaats waar deze zijn aangetroffen, te weten de galerij.
26, door het tapgesprek tussen [verdachte] en [naam 24]
27, het telefooncontact tussen [naam 9] en [naam 21]
28en de verklaring van de getuige [naam 22]
29.
Bewezenverklaring
- een auto met kenteken [kenteken] , die aan [benadeelde partij 1] toebehoorde; en
- een auto met kenteken [kenteken] , die aan [benadeelde partij 2] toebehoorde; en
- een bedrijfsauto met kenteken [kenteken] en een bedrijfsauto met kenteken [kenteken] , die aan
in de zaak met parketnummer 18/117461-21 (onderzoek [naam 33]):
in de zaak met parketnummer 18/241783-21 (onderzoek RADJA):
Strafmotivering
Benadeelde partijen
[benadeelde partij 4] . (vertegenwoordigd door [naam 7] ) tot een bedrag van
Vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 96/256782-19)
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
[benadeelde partij 5]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[benadeelde partij 5]te betalen:
- het bedrag van
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[benadeelde partij 5]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[benadeelde partij 5]aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 100,00(zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
2 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.