De rechtbank ontleent de schatting van het op geld waardeerbare voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aan voornoemde bewijsmiddelen. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat [veroordeelde] € 900,00 voor één kilogram speed betaalt.
Dit leidt tot de volgende berekening:
Zaaksdossier 2
Opbrengst speed : € 1.200,00 (€ 1.200,00 x 10 kilogram)
Opbrengst cocaïne : € 3.500,00
Totale opbrengsten: € 4.700,00
Inkoop speed : € 900,00 (€ 900,00 x 1 kilogram)
Inkoop cocaïne : € 3.100,00
Bemiddelingskosten A-4110 : € 350,00
Totale kosten: € 4.350,00
Voordeel :
€ 350,00(€ 4.700,00 - € 4.350,00)
Zaaksdossier 3
Opbrengst speed : € 6.000,00 (€ 1.200,00 x 5 kilogram)
Totale opbrengsten: € 6.000,00
Inkoop speed : € 4.500,00 (€ 900,00 x 5 kilogram)
Bemiddelingskosten A-4110 : € 750,00
Totale kosten: € 5.250,00
Voordeel :
€ 750,00(€ 6.000,00 - € 5.250,00)
Zaaksdossier 4
Opbrengst speed : € 11.000,00 (€ 1.100,00 x 10 kilogram)
Totale opbrengsten: € 11.000,00
Inkoop speed : € 9.000,00 (€ 900,00 x 10 kilogram)
Bemiddelingskosten A-4110 : € 900,00
Onkosten A-4110 : € 50,00
Totale kosten: € 9.950,00 (€ 11.000,00 - € 9.950,00)
Voordeel :
€ 1.050,00
Zaaksdossier 5
Opbrengst speed : € 11.000,00 (€ 1100,00 x 10 kilogram)
Totale opbrengsten: € 11.000,00
Inkoop speed : € 9.000,00 (€ 900,00 x 10 kilogram)
Bemiddelingskosten A-4110 : € 300,00
Totale kosten: € 9.300,00
Voordeel :
€ 1.700,00(€ 11.000,00 - € 9.300,00)
Zaaksdossier 6
Opbrengst speed : € 12.650,00 (€ 1.100,00 x 11,5 kilogram )
Opbrengst MDMA : € 1.045,00 (€ 1.100,00 x 0,950 kilogram)
Afronding : € 5,00
Totale opbrengsten: € 13.700,00
Inkoop speed : € 10.350,00 (€ 900,00 x 11,5 kilogram)
Inkoop MDMA : -
Bemiddelingskosten A-4110 : € 750,00
Totale kosten: € 11.100,00
Voordeel :
€ 2.600,00(€ 13.700,00 - € 11.100,00)
Totaal voordeel :
€ 6.450,00
De rechtbank overweegt ten overvloede dat zij bij de schatting van het op geld waardeerbare voordeel het over veroordeelde opgemaakte rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
per delict ex artikel 36e, tweede lid, Sr, buiten beschouwing heeft gelaten omdat de daarin opgenomen berekening op een aantal punten uitgaat van een onjuiste lezing van de feiten.
3 Vaststelling van het ontnemingsbedrag
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de vaststelling van het ontnemingsbedrag het voornoemde bedrag van € 6.450,00 waarop de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel is geschat. De rechtbank zal op dit bedrag ambtshalve de inkoopkosten van de MDMA (zaaksdossier 6) in mindering brengen. De rechtbank acht het aannemelijk dat veroordeelde deze kosten heeft gemaakt, terwijl de hoogte daarvan niet kan worden ontleend aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen. Voornoemde inkoopkosten staan in rechtstreeks verband met het begaan van strafbare feiten, bedoeld in het artikel 36e, eerste lid en twee lid, Sr, en komen redelijkerwijs voor aftrek in aanmerking. De rechtbank zal de inkoopprijs van de MDMA op ¾ van de verkoopprijs schatten, te weten € 783,75 (€ 1.045,00 x 0,75).
De rechtbank stelt het ontnemingsbedrag daarmee vast op € 5.666,35.
De rechtbank zal aan veroordeelde de verplichting opleggen tot betaling van dit geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.