ECLI:NL:RBNNE:2022:3292

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 september 2022
Publicatiedatum
12 september 2022
Zaaknummer
18/055466-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak betreffende meerdere diefstallen en woninginbraak in Borger

Op 13 september 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en één woninginbraak. De verdachte, geboren in 1990 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het stelen van goederen uit woningen en voertuigen in Borger op 4 maart 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op die datum in de nabijheid van de plaatsen delict werd aangetroffen met een rugzak vol gestolen goederen, waaronder schoenen, alcohol en elektronica. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de diefstallen en de woninginbraak, ondanks de verdediging die vrijspraak bepleitte op basis van onvoldoende bewijs. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarnaast werd een vordering tot schadevergoeding van een benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van €250,00 aan immateriële schade.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer 18/055466-22
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/250945-21

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

13 september 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 augustus 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.M. Veld, advocaat te Assen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. van Boven.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18/055466-221.
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, in/uit een woning aan het [straatnaam] ), een rugtas en/of schoenen en/of bier en/of een fles wodka, althans alcoholhoudende drank, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, een aantal, althans een goed(eren), te weten een tas en/of een paar schoenen, merk: Adidas en/of oordopjes en/of een fles alcoholhoudende drank, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, in/uit een woning aan het [straatnaam] , twee, althans een tablet(s) en/of een pinpas en/of een lederen jasje en/of een muts en/of drie, althans een, zakhorloge(s) en/of een koninklijke onderscheiding en/of een erespeldje en/of een ABN-bankpas met nummer [rekeningnummer] en/of Zwitsers papiergeld en/of Deens papiergeld en/of twee, althans een, zakmesje(s) en/of een ING betaalpas met nummer [rekeningnummer] en/of een ABNAMRO-bankpas met nummer [rekeningnummer] en/of een portemonnee en/of een hoeveelheid geld (120 euro) en/of 2 sleuteltjes en/of twee mobiele telefoons, van de merken Samsung en Huawei, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte zich de toegang tot genoemde woning heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, een aantal, althans een goed(eren), te weten een hoeveelheid geld/bankbiljetten en/of een jas en/of een muts en/of twee, althans een, tablet(s), merk: Samsung en/of een portemonnee en/of drie, althans een aantal, horloges en/of een ING bankpas met rekeningnummer
[rekeningnummer] en/of een ABN-AMRO bankpas met rekeningnummer [rekeningnummer] en/of twee, althans een, (zak)mes(sen) en/of een koninklijke onderscheiding en/of twee, althans een telefoon(s) den/of een luciferhouder, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, in/uit een woning aan de [straatnaam] , een portefeuille en/of een hoeveelheid geld en/of een bankpasje van de ING en/of een tablet, merk: Samsung Tab en/of een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, een aantal, althans een goed(eren), te weten een tablet, merk: Samsung en/of een horloge, merk: Adec en/of een bankpas van de ING op naam van [benadeelde partij 3] en/of een horloge, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, in/uit een auto, staande (na)bij een woning aan de [straatnaam] , twee, althans een, bankpas(sen) op naam van [benadeelde partij 4] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, twee, althans een, bankpas(sen) op naam van [benadeelde partij 4] , althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die/dit bankpas(sen) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen bankpas(sen)/goed(eren) betrof;
5.
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, in/uit een auto, staande/geparkeerd (na)bij een woning aan de [straatnaam] , een
ING-bankpas op naam van [benadeelde partij 5] en/of eau de toillette, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2022, te Borger, althans in de gemeente Borger-Odoorn, een ING-bankpas op naam van [benadeelde partij 5] en/of eau de toillette, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die/dit goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Parketnummer 18/250945-21
hij op of omstreeks 18 september 2021 te Groningen,
een (leren) jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Primark, in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder parketnummer
18/055466-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde. Tevens heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor het onder parketnummer 18/250945-21 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor het onder parketnummer 18/055466-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het enkel aanwezig hebben van de goederen onvoldoende is voor een bewezenverklaring van diefstal. Enkel getuige [benadeelde partij 4] heeft beschreven wie hij heeft gezien, maar deze beschrijving komt niet overeen met hoe verdachte eruit zag die nacht. Verder zijn er geen vinger en/of schoenafdrukken van verdachte aangetroffen. Het is dan ook niet vast te stellen of verdachte in de woningen en de auto’s is geweest en zelf de spullen heeft weggenomen. Het is goed mogelijk dat een ander de spullen heeft weggenomen en vervolgens heeft achtergelaten bij verdachte. Al met al is er onvoldoende bewijs om tot een veroordeling te komen van de feiten 1 tot en met 5 primair.
Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsvrouw heeft geen opmerkingen ten aanzien van het onder parketnummer 18/250945-21 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18/055466-22
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2022,opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022055678 d.d. 28 maart 2022, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 1] :
Op vrijdag 4 maart 2022 omstreeks 01:30 uur werd ik wakker gemaakt door mijn zoon. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat hij achter het huis glasgerinkel had gehoord.
Ik zag in mijn garage dat de lade in de kast aan de rechterzijde open stond. Ik zag in mijn bijkeuken dat de deurtjes boven de wasmachine open stonden. Ik zag dat mijn zwart-witte Adidas schoenen, welke op een plankje stonden, hier niet meer stonden. Ik zag dat mijn grijze Adidas rugzak was weggenomen. Een bijzonderheid hieraan is is dat er 3 Popeye pins op zitten. Op de wasmachine stond een sixpack Corona bier.
Deze was weggenomen. Deze is later deels leeg en deels gesneuveld door jullie aangetroffen in de achtertuin van de buren op [huisnummer] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d.
4 maart 2022, opgenomen op pagina 45 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 1] :
Op 4 maart 2022 liet ik mijn hond uit op de [straatnaam] in Borger. Ik zag iemand in de bushalte zitten. Ik zag dat de man sliep. Toen ik beter keek zag ik dat de man een rugtas, kleur zwart/grijs op zijn rug had vergelijkend op de tas die bij mij is gestolen. Ook zag ik dat er een fles wodka naast de man in de bushalte stond. Ik herken de fles als een fles die bij mij gestolen is. (…) Toen de man recht overeind gezet werd, zag ik dat de voorzijde van de rugtas mijn drie pins zaten van Popeye. Ook zag ik dat de politie mijn adidas sportschoenen uit die rugtas haalde.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 maart 2022,opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] :
Op 4 maart 2022 omstreeks 04:30 uur werd ik wakker omdat ik naar het toilet moest. Toen ik op het toilet zat hoorde ik gestommel in de woning. Nadat ik het toilet verliet zag ik een schim de trap aflopen. De man liep de kamer in en heeft via die weg de woning verlaten. (…) Mijn man heeft bij de achterdeur van de woning gekeken. Hij zag dat er gereedschap, waaronder een grote heggenschaar, verplaatst was. Hij zag dat één van de messen hiervan eraf was gehaald en dat deze op de grond voor de deur lag. Hij zag dat het kozijn en de deur ter hoogte van het slot beschadigd waren, alsof het was opengewrikt met het mes van de heggenschaar. In de woonkamer lagen 2 tablets. Deze waren weggenomen. In mijn tasje zat mijn portemonnee. Hieruit is mijn pinpas weggenomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d.
5 maart 2022, opgenomen op pagina 26 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] :
Ik mis ook een zwart lederen jasje en een wollen muts. Ik mis boven uit een kast drie ouderwetse zakhorloges, een koninklijke onderscheiding en een erespeldje. Ik mis een bankpas van de ABN van de skivereniging, [rekeningnummer] . Ook mis ik boven uit een la Zwitsers papiergeld en Deens papiergeld. Verder mis ik 2 zakmesjes.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d.
9 maart 2022, opgenomen op pagina 28 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] :
Er werd nog een betaalpas van de ING weggenomen waarvan het banknummer [rekeningnummer] is.
Zo ook is er nog een ABNAMRO bankpas weggenomen.
Het banknummer hiervan is [rekeningnummer] . Tevens mist er een zwarte lederen portemonnee waarin 120 euro zat. Ook werd er een sleuteltje weggenomen. Verder zijn er nog 2 mobiele telefoons weggenomen. Dit waren een zwarte "Samsung" en een witte "Huawei".
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2022,opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 3] :
Op 4 maart 2022 omstreeks 05.20 uur lag ik in mijn bed, in mijn woning aan de [straatnaam] te Borger. Om en nabij de genoemde tijd werd ik wakker omdat ik geluiden hoorde uit mijn woning alsof er iemand was. (…) Later op de ochtend stond ik uit mijn bed. Ik zag dat mijn portefeuille was verdwenen. Hier zat 400 EURO aan briefgeld in. Ik zag daarna ook dat uit mijn portemonnee, die in de lade van de kast in de gang lag, voor ongeveer 40 EURO aan contanten was verdwenen en een bankpasje van de ING. Ook kwam ik er achter dat mijn tablet is weggenomen. Dit gaat om een zwarte Samsung Tab A. Ook mijn horloge is weggenomen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2022,opgenomen op pagina 30 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 4] :
Op 3 maart 2022 ben ik omstreeks 22.30 uur naar bed gegaan. (…) Om 06.03 uur schrokken wij weer wakker van een geluid bij de achterdeur. Ik zag dat er een man wegliep van onze achterdeur in de richting van de tuin van de buren. De man was geheel in het zwart gekleed. (…) Hij droeg een zwart pofferige jas en ik schat dat hij ongeveer 1.75 uur meter lang was. Wij hoorden van de buren dat er een sleutelbos was gevonden op straat. Ik zag de sleutelbos en herkende deze meteen als die van mij. De bos ligt normaal gesproken altijd in mijn auto. Ik ben meteen naar mijn auto gelopen. Ik zag dat er uit mijn auto geld en een pinpas was weggenomen. Er is een bankpas van de ING bank weggenomen uit mijn portemonnee. Deze pas stond op naam van mij en mijn vrouw.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2022,opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 5] :
Op 3 maart 2022 omstreeks 18.30 uur heb ik mijn auto geparkeerd in het parkeervak ter hoogte van mijn woning aan de [straatnaam] te Borger. Op 4 maart 2022 omstreeks 08.00 uur wilde ik weggaan in mijn auto. Ik deed het portier aan de bestuurderszijde open en zag dat mijn portemonnee geopend onder de handrem lag. Uit mijn portemonnee is mijn bankpas weggenomen van de ING-bank. Deze pas staat op naam van mij en mijn vrouw. Ook is er een flesje parfum van het merk Gils weggenomen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
4 maart 2022, opgenomen op pagina 42 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten:
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat er in de tas die de verdachte meevoerde meerdere telefoons en tablets zaten. Ik zag dat er veel contant geld in de tas lag.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
5 maart 2022, opgenomen op pagina 45 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten:
Bij de insluitingsfouillering zagen wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , dat verdachte twee jassen over elkaar droeg. Aan de buitenzijde zagen wij een grijze jas en daaronder droeg hij een zwarte jas. Bij het betasten van de jassen vonden wij in de rechter jaszak van de zwarte jas twee bankpasjes (rabo bankpas en ing bankpas) op naam van [benadeelde partij 4] .
Bewijsoverweging
Op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
In de nacht van 4 maart 2022 deed aangever [benadeelde partij 1] melding bij de politie van het feit dat er die nacht goederen bij hem uit de woning aan het [straatnaam] in Borger zijn weggenomen, waaronder een rugzak met daarop drie Popeye pins, Adidas schoenen en een fles wodka. Een paar uur later liep aangever [benadeelde partij 1] met zijn hond over de [straatnaam] in Borger. Hij zag een man (naar later bleek: verdachte) die sliep bij de bushalte. Toen hij goed keek zag hij dat deze man een rugzak op zijn rug had en dat er een fles wodka naast hem in de bushalte stond. Aangever [benadeelde partij 1] herkende de fles wodka en de rugzak met drie Popeye pins als zijnde de goederen die bij hem uit de woning waren weggenomen. Nadat de politie ter plaatse was gekomen en verdachte werd aangehouden, zag aangever [benadeelde partij 1] dat de politie ook zijn Adidas schoenen uit de rugzak haalde.
Aangevers [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] deden ook melding van het feit dat er diverse goederen bij hen uit de woning of auto waren weggenomen. De verbalisanten troffen bij de aanhouding van verdachte telefoons, tablets en contant geld aan. Deze goederen zaten allemaal in de rugzak die verdachte bij zich droeg. Daarnaast zagen de verbalisanten dat verdachte twee jassen over elkaar heen droeg en troffen zij in de jaszak van de zwarte jas twee bankpasjes op naam van aangever [benadeelde partij 4] aan. Na onderzoek op het politiebureau bleek dat verdachte een groot deel van de gestolen goederen bij zich had gehad toen hij op
4 maart 2022 werd aangehouden.
Oordeel van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de politie een groot deel van de bij de aangevers weggenomen goederen op 4 maart 2022, nog diezelfde nacht, bij verdachte heeft aangetroffen. Verdachte bevond zich op dat moment in Borger, dichtbij de straten waar de diefstallen hebben plaatsgevonden. Verdachte is meermalen bevraagd aangaande zijn aanwezigheid in Borger en hoe hij aan de aangetroffen spullen kwam. Hij heeft hierover wisselende verklaringen afgelegd. Nu verdachte het merendeel van de gestolen spullen bij zich had, hij zich in de nabijheid van de plaatsen delict bevond kort nadat de diefstallen plaatsvonden, komt de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte de betreffende goederen uit de woningen en de auto’s van aangevers heeft weggenomen op 4 maart 2022. Voor de stelling van de raadsvrouw dat een ander dan verdachte deze goederen zou hebben weggenomen en bij hem heeft achtergelaten, zit geen enkele aanwijzing in het dossier. Dit alternatieve scenario acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair ten laste heeft begaan.
Parketnummer 18/250945-21
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig
artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 augustus 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d.
18 september 2021, opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie
Noord-Nederland met nummer PL0100-2021255544 van 19 september 2021, inhoudend de verklaring van T.W. Farber.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 18/055466-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en het onder parketnummer 18/250945-21 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18/055466-221.
hij op 4 maart 2022 te Borger, uit een woning aan het [straatnaam] , een rugtas en schoenen en bier en een fles wodka, die aan [benadeelde partij 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2. hij op 4 maart 2022 te Borger, uit een woning aan het [straatnaam] , twee tablets en een pinpas en een lederen jasje en een muts en drie zakhorloges en een koninklijke onderscheiding en een erespeldje en een ABN-bankpas met nummer [rekeningnummer] en Zwitsers papiergeld en Deens papiergeld en twee zakmesjes en een ING betaalpas met nummer [rekeningnummer] en een ABNAMRO-bankpas met nummer [rekeningnummer] en een portemonnee en een hoeveelheid geld
(120 euro) en een sleuteltje en twee mobiele telefoons, van de merken Samsung en Huawei, die aan [benadeelde partij 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte zich de toegang tot genoemde woning heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3.
hij op 4 maart 2022 te Borger, uit een woning aan de [straatnaam] , een portefeuille en een hoeveelheid geld en een bankpasje van de ING en een tablet, merk: Samsung Tab en een horloge, die aan [benadeelde partij 3] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op 4 maart 2022 te Borger, uit een auto, staande nabij een woning aan de [straatnaam] , een bankpas op naam van [benadeelde partij 4] , dat aan [benadeelde partij 4] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op 4 maart 2022 te Borger, uit een auto, geparkeerd nabij een woning aan de [straatnaam] , een
ING-bankpas op naam van [benadeelde partij 5] en eau de toilette, die aan [benadeelde partij 5] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 18/250945-21hij op 18 september 2021 te Groningen, een jas, die aan Primark toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Parketnummer 18/055466-22

primair:diefstal;
primair: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
primair: diefstal;
primair: diefstal;
primair: diefstal.
Parketnummer 18/250945-21diefstal.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur 15 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aan de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging aan te sluiten bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS). Bovendien heeft de raadsvrouw opgemerkt dat – gelet op de oriëntatiepunten – de eis van de officier van justitie buitenproportioneel is.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsrapport van 9 augustus 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 juni 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 4 maart 2022 schuldig gemaakt aan één woninginbraak en vier diefstallen.
Door de woninginbraak werd de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers ernstig geschonden. Bij deze woninginbraak werd bovendien schade aangericht. Ook de diefstallen leverden niet alleen financiële schade op voor de slachtoffers, maar daarnaast ook veel overlast en ergernis. Verdachte heeft hier geen oog voor gehad en alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin. Ook heeft verdachte niet stilgestaan bij de maatschappelijke impact van zijn daden. Dit soort feiten zorgen bij anderen dan de slachtoffers ook gevoelens van onveiligheid. Daarnaast heeft verdachte zich op 18 september 2021 schuldig gemaakt aan diefstal bij de Primark, waardoor hij ook voor Primark hinder en overlast heeft veroorzaakt. De rechtbank rekent deze feiten verdachte ernstig aan.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank straffen in vergelijkbare zaken, zoals neergelegd in de oriëntatiepunten van het LOVS als uitgangspunt genomen. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 26 juni 2022, waaruit volgt dat hij recentelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten.
De onderhavige strafbare feiten rechtvaardigen het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur.
In het kader van de persoonlijke omstandigheden heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 9 augustus 2022. Gelet op de instabiele leefsituatie van verdachte in combinatie met het middelengebruik en de problemen die hij op vrijwel alle leefgebieden ervaart, wordt het risico op recidive als hoog ingeschat. De reclassering ziet, gelet op het feit dat verdachte niet beschikt over een verblijfsvergunning en hij de Nederlandse taal niet voldoende machtig is, geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Geadviseerd wordt om een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het reeds ondergane voorarrest, passend en geboden. De rechtbank legt een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op dan door de officier van justitie geëist, nu zij van oordeel is dat deze straf meer overeen komt met wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd en ook passender acht bij de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Benadeelde partij

Parketnummer 18/055466-22, feit 2
[benadeelde partij 2] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.351,99 ter vergoeding van materiële schade en € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gehele vordering voor toewijzing vatbaar is.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – gelet op de door haar bepleite vrijspraak – primair verzocht de vordering nietontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat de materieel gevorderde schade dient te worden afgewezen, nu Univé de schade aan het kozijn heeft vastgesteld en dit bedrag ook is vergoed aan de benadeelde partij. Dat door de benadeelde partij voor een duurder bedrijf of materiaal is gekozen, dient niet voor rekening van verdachte te komen. Verder blijkt uit de stukken dat de heggenschaar ook is vergoed. Bovendien blijkt niet uit de stukken dat de benadeelde partij daadwerkelijk 120 euro in haar portemonnee had. Dit deel van de vordering is niet onderbouwd en dient ook te worden afgewezen.
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat dit deel van de vordering niet is onderbouwd met stukken waaruit blijkt dat sprake is van geestelijk letsel. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 15 oktober 2019 geoordeeld dat bij inbraak vereist is dat de gevolgen daarvan vastgesteld kunnen worden en dat niet bij inbraak enkel vanwege de normschending al sprake is van aantasting in de persoon. Dit deel van de vordering dient dan ook te worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Met betrekking tot de gevorderde kosten voor het vervangen van het kozijn en de deur is de rechtbank van oordeel dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, nu uit de brief van Univé d.d. 4 maart 2022 blijkt dat de braakschade door een expert is vastgesteld op € 1.606,50. De rechtbank is van oordeel dat het vastgestelde bedrag voor vergoeding in aanmerking komt, maar dat uit de stukken is gebleken dat dit bedrag inmiddels is vergoed aan de benadeelde partij. De rechtbank zal daarom dit deel van de vordering afwijzen.
De rechtbank is van oordeel dat vergoeding van het contante geld van € 120,00 en de heggenschaar niet kan worden toegewezen, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd met stukken.
Immateriële schade
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat uit de aangifte van [benadeelde partij 2] blijkt dat zij verdachte de bewuste nacht in haar woning heeft zien lopen en daar ernstig van is geschrokken. Dat in beschouwing genomen, mede in het licht van de aard en de ernst van de diefstal met braak, neemt de rechtbank aan dat de woninginbraak traumatisch moet zijn geweest voor [benadeelde partij 2] . De rechtbank is aldus van oordeel dat er immateriële schade is geleden die het rechtstreeks gevolg is van het door verdachte gepleegde strafbaar feit. De vordering leent zich – naar maatstaven van billijkheid – voor toewijzing van een bedrag van € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen over de periode vanaf 4 maart 2022 tot de dag van algehele voldoening.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade aan [benadeelde partij 2] zal vergoeden.

Inbeslaggenomen goederen

Ten aanzien van de onder parketnummer 18/055466-22 onder verdachte in beslag genomen voorwerpen gelast de rechtbank de teruggave aan de rechthebbende van de goederen die staan vermeld op de beslaglijst van 23 augustus 2022 (hierna gespecificeerd in het dictum).

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummer 18/055466-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair en het onder parketnummer 18/250945-21 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Parketnummer 18/055466-22 Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 250,00(zegge:
tweehonderdvijftig euro) en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van dit bedrag, bestaande uit € 250,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2022 tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van
[benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van € 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2022. Dit bedrag bestaat uit € 250,00 aan immateriële schade. Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet volledig betaalt, dat gijzeling voor de duur van
5 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering voor het overige af.
Gelast ten aanzien van parketnummer 18/055466-22 de teruggave aan de rechthebbende(n) van de volgende voorwerpen:
  • 465 EUR (omschrijving G1471318);
  • 290 EUR (omschrijving G1471327);
  • 14 EUR (omschrijving G1471333);
  • 1 STK Horloge (omschrijving PL0100-2022055453-G1471352, Prima);
  • 1 STK Horloge (omschrijving PL0100-2022055453-G1471355, zilver, merk: Marea B58004);
  • 1 STK GSM (omschrijving PL0100-2022055453-G1471364, Xiaomi Redmi);
  • 1 STK GSM (omschrijving PL0100-2022055453-G1471368, zwart, merk:
Huawei Vns-L31);
  • 1 STK Ring (omschrijving PL0100-2022055453-1471376A met inscriptie forever [naam] );
  • 1 STK Ring (omschrijving PL0100-2022055453-1471376B);
  • 1 STK Broche (omschrijving G1471376, J.BOER GOUDSMIT).
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. S. Timmermans en mr. L.B. Bartels-van Goor, rechters, bijgestaan door mr. L. Ugurlu, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 september 2022.