ECLI:NL:RBNNE:2022:3197
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake Participatiewet en recht op bijstand
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 2 september 2022, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. B. van Dijk, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, dat hun uitkering op grond van de Participatiewet (Pw) heeft ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 24 augustus 2022, waarbij ook de gemachtigde van de verweerder, T. van der Veen, aanwezig was.
De zaak draait om de vraag of verzoekers over de middelen beschikken om in hun noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien. De voorzieningenrechter constateert dat verzoekers niet alle gevraagde gegevens hebben aangeleverd, waaronder bankafschriften en bewijsstukken van hun onderneming. Dit gebrek aan informatie maakt het onmogelijk om te bepalen of verzoekers recht hebben op bijstand. De voorzieningenrechter wijst erop dat de intrekking van de uitkering door verweerder gebaseerd was op een onjuiste rechtsgrond, maar dat dit in bezwaar kan worden hersteld.
Desondanks ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, omdat verzoekers nog steeds niet de benodigde gegevens hebben verstrekt. De voorzieningenrechter benadrukt dat het ontbreken van relevante informatie betekent dat niet kan worden vastgesteld of verzoekers recht hebben op bijstand. De voorzieningenrechter besluit het verzoek af te wijzen en stelt dat er geen aanleiding is voor proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.