Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 31 mei 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
een kring van paddenstoelen in zwarte en grijze tinten, op witte ondergrond” een ander werk is. Volgens [gedaagde] lijkt dat werk in geen enkel opzicht op het werk op de foto’s die de erfgenamen bij dagvaarding hebben overlegd en past het ook totaal niet in de omschrijving die de erfgenamen van dat werk geven, te weten een “
vanuit de duisternis opdoemende ei-vorm gereconstrueerd uit iets gelijkend op een hexagonaal vlechtwerk van riet”. Gelet op deze gang van zaken heeft [zoon erflater] naar het oordeel van de rechtbank er niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat [gedaagde], ook in het geval dat er een misverstand zou bestaan over welk kunstwerk bedoeld werd, aansprakelijkheid heeft willen aanvaarden. [zoon erflater] heeft voorts aan zijn stelling, dat [gedaagde] de tekening van Kusama verloren heeft laten gaan dan wel dat zij daarbij een rol zou hebben gespeeld, geen andere feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd. Hij heeft zijn stelling bijvoorbeeld niet nader onderbouwd door aan te geven wanneer [gedaagde] de tekening van Kusama dan zou hebben weggemaakt of wat haar rol zou zijn geweest bij het verloren laten gaan van de tekening.