ECLI:NL:RBNNE:2022:3118
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in de mega-zaak Vidar
In de mega-zaak Vidar heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak betreft 15 verdachten die zijn veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder de uitvoer van grote hoeveelheden harddrugs, witwassen, deelname aan een criminele organisatie en wapenbezit. Vijf verdachten zijn vrijgesproken. De opgelegde straffen variëren van 7 jaar gevangenisstraf tot 80 uur taakstraf. De officier van justitie had op 8 maart 2021 gevorderd dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op een bedrag van € 109.346,00, dat de verdachte aan de staat zou moeten betalen. De behandeling van de zaak vond plaats op 22 maart, 13 april en 19 mei 2022. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, gezien de vrijspraak van de verdachte voor het ten laste gelegde feit, niet kan worden vastgesteld dat er wederrechtelijk voordeel is verkregen. Daarom werd de vordering van de officier van justitie afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters bijgestaan werden door griffiers.