Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis in kort geding van 22 augustus 2022 in de zaak van
[naam man] ,
[naam vrouw] ,
Het procesverloop
De feiten
De beoordeling
De beslissing
fn: MFdV)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 22 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de man vorderde dat de vrouw, de moeder van hun vierjarige kind, de door de rechtbank vastgestelde omgangsregeling zou naleven. De vrouw had eerder geweigerd om mee te werken aan de omgangsregeling die was vastgesteld in een beschikking van 19 november 2021, waarin was bepaald dat de vader en het kind recht hadden op omgang gedurende maximaal twee uur eens per twee weken. Ondanks eerdere waarschuwingen en het opleggen van dwangsommen, bleef de vrouw in gebreke. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet naleven van rechterlijke uitspraken niet kan worden getolereerd en dat lijfsdwang als laatste redmiddel moet worden ingezet. De voorzieningenrechter heeft de vrouw veroordeeld om mee te werken aan de omgangsregeling en bepaald dat bij niet-nakoming lijfsdwang kan worden opgelegd voor maximaal 24 uur per overtreding, met een maximum van drie keer. De kosten van de procedure zijn voor rekening van de vrouw. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van de omgang voor de ontwikkeling van het kind en de noodzaak om de rechterlijke uitspraken te respecteren.