Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
maandag 31 januari 2022in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot eenhoofdig gezag over de kinderen van de vrouw en de man, die eerder met elkaar gehuwd zijn geweest. Het huwelijk is ontbonden door echtscheiding op 29 januari 2014. De vrouw verzocht de rechtbank om voortaan alleen belast te worden met het gezag over de kinderen, omdat er zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen als gevolg van de problematiek tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat er ernstige zorgen zijn over de kinderen en dat het wijzigen van het gezamenlijke gezag in eenhoofdig gezag van de vrouw geen oplossing biedt voor de bestaande problemen. De RvdK pleitte voor een ondertoezichtstelling van de kinderen en een machtiging tot uithuisplaatsing van de oudste, [minderjarige 1], bij de man.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de kinderen hierdoor in hun sociale en emotionele ontwikkeling worden bedreigd. Beide ouders hebben erkend dat zij er samen niet uitkomen en dat er dringend hulp nodig is. De rechtbank heeft besloten het verzoek van de vrouw af te wijzen, omdat het in het belang van de kinderen niet wenselijk is om het gezag te wijzigen. De rechtbank heeft de kinderen onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de verwachting dat met de inzet van de gezinsvoogd binnen afzienbare tijd verbetering kan worden bereikt in de situatie van de kinderen.
De beschikking is gegeven door mr. G.J. Baken, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.