Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 9 augustus 2022
[A] ,
[B] ,
[C] ,
[D] H.O.D.N. [D] FRIESE PAARDEN ,
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP VEEHANDEL [D] B.V . ,
Procesverloop
€ 1.492,00(4 punten x tarief € 373,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is op 9 augustus 2022 een uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eisers, aangeduid als [A] c.s., en gedaagden, waaronder [D] c.s. De zaak betreft een vordering tot ontbinding van een koopovereenkomst en schadevergoeding naar aanleiding van het overlijden van een paard kort na de levering. Eisers stelden dat het paard non-conform was, omdat het een gebrek vertoonde dat al bij de levering aanwezig zou zijn. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 17 mei 2022 geoordeeld dat gedaagden, [D] c.s., het tegenbewijs hebben geleverd, waardoor het bewijsvermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW (oud) niet meer van toepassing was. Eisers kregen de gelegenheid om hun stelling te onderbouwen, maar maakten hier geen gebruik van. In plaats daarvan vroegen zij aandacht voor de emotionele schade die het overlijden van het paard met zich meebracht.
De kantonrechter oordeelde dat het risico voor gebreken bij de koper ligt vanaf de levering. Aangezien eisers niet konden aantonen dat het gebrek al bij de levering aanwezig was, werd de vordering tot ontbinding en terugbetaling van de koopprijs afgewezen. Daarnaast vorderden eisers subsidiair vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling, omdat hen was meegedeeld dat het paard geschikt was als sportpaard en fokmerrie. De kantonrechter oordeelde echter dat het overlijden van het paard het gevolg was van een acute maagoverlading, en dat er geen sprake was van een onjuiste mededeling. Ook deze vordering werd afgewezen.
De kantonrechter kwam niet toe aan de stellingen over oneerlijke handelspraktijken en onrechtmatige daad, omdat deze geen processuele consequenties hadden. Uiteindelijk werden de vorderingen van eisers afgewezen en werden zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot op heden zijn vastgesteld op € 2.944,00. De uitspraak werd gedaan door mr. C.M. Telman, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.