In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergoeding voor waardedaling van zijn woning beoordeeld. De aanvraag werd afgewezen door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) op 5 augustus 2021, omdat de woning van eiser buiten het risicogebied ligt waar waardedaling door gaswinning is vastgesteld. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het IMG handhaafde zijn besluit in het bestreden besluit van 21 december 2021. De rechtbank heeft op 19 juli 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigden van het IMG aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het IMG terecht de aanvraag heeft afgewezen. Eiser voerde aan dat de afwezigheid van enige mogelijkheid tot afwijking van de door het IMG gehanteerde methode in strijd is met artikel 6 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De rechtbank oordeelt echter dat er voldoende waarborgen zijn voor een eerlijke rechtsgang en dat de beroepsgronden van eiser niet kunnen leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. De rechtbank stelt vast dat de besluitvorming van het IMG beperkt is tot waardedaling als gevolg van de ligging in het risicogebied en dat de gevolgen van fysieke schade voor de waarde van de woning niet in deze procedure zijn afgewikkeld.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. H. Brouwer en is openbaar uitgesproken op 4 augustus 2022.