Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- het verzoek van partijen om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
721,00(1 punt × tarief € 721,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vorderen de eisers, de broer en zus van de overleden [C], vergoeding van affectieschade na het overlijden van hun zus als gevolg van een verkeersongeval in januari 2020. De eisers stellen dat zij een nauwe persoonlijke relatie met [C] hadden en dat zij recht hebben op vergoeding van affectieschade op basis van artikel 6:108 lid 4 sub g BW. Achmea, de schadeverzekeraar, betwist deze vordering en stelt dat de eisers niet in aanmerking komen voor vergoeding van affectieschade, omdat broers en zussen in principe niet tot de kring van gerechtigden behoren. De rechtbank oordeelt dat hoewel er sprake is van een warme familieband, de specifieke omstandigheden van de relatie tussen de eisers en [C] niet uitzonderlijk genoeg zijn om onder de hardheidsclausule van artikel 6:108 lid 4 sub g BW te vallen. De rechtbank wijst de vorderingen van de eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten van Achmea, die zijn vastgesteld op € 1.388,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.