ECLI:NL:RBNNE:2022:274

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 januari 2022
Publicatiedatum
7 februari 2022
Zaaknummer
181753
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor autistische jongere bij gebrek aan alternatieven

In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 januari 2022 een machtiging verleend voor de opname en het verblijf van een autistische jongere in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter oordeelde dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jongere ernstig belemmeren. De jongere, geboren in 2006, heeft al langere tijd te maken met forse agressie en moeilijk te hanteren gedrag, wat heeft geleid tot meerdere mislukte plaatsingen in open jeugdzorg. De kinderrechter constateerde dat de gesloten jeugdzorg het enige overgebleven alternatief is, ondanks dat dit voor de lange termijn geen passende oplossing biedt.

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft verzocht om een machtiging voor een periode van zes maanden, omdat er geen passende voorzieningen beschikbaar zijn binnen de jeugdzorg en de wachtlijsten in de zorg maken dat een langer verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk is. De kinderrechter heeft meegewogen dat er inmiddels een concreet plan is voor een vervolgplek bij een woonvorm voor licht verstandelijk gehandicapten, maar dat er nog een wachtlijst is en een nieuwe IQ-test moet worden afgenomen.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 15 januari 2022 tot 15 juli 2022, met de mogelijkheid voor de ouders om eerder over te plaatsen indien er een plek beschikbaar komt. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/181753 / FJ RK 21-1194
Datum uitspraak: 14 januari 2022
Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
college van Burgemeester & Wethouders van de [gemeente], gevestigd te [plaats] , hierna te noemen het college,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [plaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder], wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de moeder,
[de vader], wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de vader.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van het college van 2 december 2021, ingekomen bij de griffie op 14 december 2021;
- de verklaring dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder d.d. 2 december 2021;
- de toestemmingsverklaring van de moeder van 2 december 2021;
- de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper d.d. 23 december 2021, ingekomen bij de griffie op 29 december 2021.
1.2.
Op 5 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- mr. M.J. Buitenhuis, namens [minderjarige] ;
- de moeder;
- [naam] , namens het college.
1.3.
[minderjarige] en de vader zijn opgeroepen, maar niet verschenen. Op de zitting is gebleken dat [minderjarige] , net als bij voorgaande zittingen, niet is verschenen omdat de zitting belastend voor hem is.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] berust bij de moeder.
2.2.
[minderjarige] verblijft bij [instelling] .
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 15 juli 2021 een voorwaardelijke machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot uiterlijk 15 januari 2022. Sinds 20 augustus 2021 verblijft [minderjarige] in een gesloten accommodatie en verblijft hij daarnaast bij zijn ouders.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden. Ter onderbouwing van het verzoek heeft het college het volgende aangevoerd.
3.2.
[minderjarige] verbleef sinds juni 2021 in een open behandelgroep van [instelling 2]
. [instelling 2] ) heeft op verschillende manieren geprobeerd om [minderjarige] te geven wat hij nodig heeft: één op één begeleiding, continu invullen van vrijetijdsbesteding, de ruimte geven, regie overnemen, pictogrammen, begrenzen in de vorm van een gesloten time-out. Al deze aanpassingen hadden weinig resultaat en de lat bleef te hoog liggen voor [minderjarige] . Door de continue overvraging op alle gebieden liep [minderjarige] meerdere keren per dag totaal vast. Dit vastlopen resulteerde in zeer forse agressie-incidenten waarin hij niet of nauwelijks meer te bereiken was. Behandeling leek geen effect te hebben. Op 20 augustus 2021 is [minderjarige] vanwege een fors agressie-incident weer binnen [instelling 2] geplaatst en is in een evaluatie besloten dat plaatsing bij de Kajuit niet haalbaar lijkt.
3.3.
[minderjarige] is vervolgens aangemeld bij [stichting] en [zorggroep] . Dit zijn kleinschalige woonvoorzieningen in de LVG-sector met beperkende maatregelen. Hiervoor is wel een nieuw IQ-onderzoek nodig om te bepalen of [minderjarige] onder de Wet Zorg en dwang kan vallen en of deze instanties een passende plek kunnen bieden aan [minderjarige] . De woonvormen van [stichting] en [zorggroep] zitten op dit moment echter vol en de organisaties kunnen geen inschatting maken over wanneer er plek ontstaat. [minderjarige] is aangemeld en er wordt gekeken of hij binnen [stichting] of [zorggroep] kan worden geplaatst, maar tot aan die plaatsing heeft [minderjarige] een plek nodig die hem de beperkende maatregelen die hij nodig heeft kan bieden. Doordat [minderjarige] bleef escaleren en de spanning bleef toenemen binnen [instelling 2] , waardoor de groep het niet meer trok met [minderjarige] , verblijft hij sinds kort bij [instelling] op de gesloten afdeling. Dat gaat tot nu toe redelijk goed.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

Mr. M.J. Buitenhuis namens [minderjarige]
4.1.
Het is een complexe situatie omdat [minderjarige] toch weer gesloten zit, terwijl in de beschikking van 21 mei 2021 van deze rechtbank is overwogen dat een langer verblijf in de geslotenheid niet langer kan worden gerechtvaardigd. Gelet op het autisme van [minderjarige] is het niet goed dat hij binnen een jaar meerdere keren op een nieuwe plek moest starten en er moet nu echt hulp komen voor zijn agressie. Het gaat nu wel goed met [minderjarige] en er is een goede afwisseling tussen geslotenheid en thuis. [minderjarige] heeft toch stappen gemaakt de afgelopen periode en er lijkt nu een passende plek te zijn gevonden bij woonvorm [stichting] . Er zal dan ook zo snel mogelijk een IQ-test moeten worden afgenomen, zodat hij onder de Wet Zorg en Dwang kan vallen en hij meteen kan instromen wanneer er bij [stichting] plek is. Hoewel de termijn wel lang is, brengt een tussentijdse toetsing veel onrust met zich mee voor [minderjarige] en heeft hij wel de geslotenheid nodig totdat hij kan worden geplaatst bij [stichting] of een vergelijkbare woonvorm. [minderjarige] zou het liefst volledig thuis wonen.
De moeder
4.2.
De moeder is het eens met het verzoek. [minderjarige] zit gesloten, maar hij is ook vaak thuis. Hij zit nu bij [instelling] in een kleine groep met allemaal autistische jongeren. Dit is positief voor [minderjarige] , omdat deze jongeren allemaal belang hebben bij structuur en duidelijkheid. Alle betrokkenen zijn het er over eens dat [minderjarige] helemaal thuishoort bij [stichting] en dat hij niet onder jeugdzorg hoort te vallen, maar onder de gehandicaptenzorg. Hiervoor moet [minderjarige] nog wel een IQ-test maken. Hoewel de moeder had gehoopt hier niet meer te hoeven zitten, is het wel fijn dat nu eindelijk duidelijk is wat hij nodig heeft.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is de kinderrechter van oordeel er bij [minderjarige] sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. [minderjarige] is gediagnostiseerd met autisme en kampt al langere tijd met forse agressie en moeilijk te hanteren gedrag. De wereld is voor hem op alle fronten complex en niet te overzien en hij heeft meer dan gemiddeld behoefte aan duidelijkheid en structuur. Na alle heftige escalaties, waardoor ook de laatste voorwaardelijke machtiging snel moest worden verzilverd en meerdere mislukte plaatsingen in het open kader moet de kinderrechter constateren dat de gesloten jeugdzorg het enige overgebleven alternatief is waar [minderjarige] op dit moment kan verblijven. Dit terwijl volstrekt duidelijk is dat dit voor [minderjarige] voor de lange termijn geen passende plek is en hij hier onvoldoende kan profiteren van de behandeling voor zijn problematiek. Dit komt doordat de behandeling geen effect lijkt te hebben, omdat [minderjarige] niet kan reflecteren op zijn gedrag in het verleden, want dit triggert direct weer dezelfde boosheid in het heden.
Het is echter ook niet veilig voor [minderjarige] en voor de overige gezinsleden als [minderjarige] thuis verblijft wanneer er sprake is van een ernstige escalatie. De kinderrechter constateert dat de draagkracht van de ouders is overschreden en dat er grenzen zitten aan de mogelijkheden van de ouders in het bieden van een veilige opgroeisituatie. De kinderrechter overweegt dat ook wordt voldaan aan het tweede criterium van artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet. Het lukte [minderjarige] namelijk niet om zich te houden aan de regels van de open groep, waardoor de behandelaars in het open kader niet verder komen met de behandeling. Het gesloten kader is nodig om de medewerkers en [minderjarige] te beschermen.
5.3.
De kinderrechter zal dan ook bij gebrek aan enig alternatief de machtiging opnieuw verlenen. De kinderrechter heeft hierbij meegewogen dat er inmiddels wel een concreet plan is voor een vervolgplek voor [minderjarige] bij [stichting] , een woonvorm voor licht verstandelijk gehandicapten. Hiervoor is echter nog een wachtlijst en er moet een nieuwe IQ-test worden afgenomen. Gelet op de problematiek van [minderjarige] en het feit dat de jeugdzorg geen oplossing heeft voor de problematiek van [minderjarige] , kan de kinderrechter goed begrijpen dat [minderjarige] met zijn problematiek beter past in een woonvorm voor verstandelijk beperkten.
5.4.
De kinderrechter zal de machtiging ook verlenen voor de verzochte duur. Hoe jammer ook, deze termijn zal nodig zijn om een aantal zaken te kunnen regelen, zoals de IQ-test. Ook is sprake van een wachtlijst, waardoor niet te verwachten valt dat [minderjarige] op korte termijn kan worden overgeplaatst. Mocht [minderjarige] eerder geplaatst kunnen worden dan staat dit het college/de ouders uiteraard vrij.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 januari 2022 tot 15 juli 2022.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van R.Y. Wesdijk, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.