Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
- de medische verklaring d.d. 30 mei 2022;
- de zorgkaart met bijlagen d.d. 13 mei 2022;
- het zorgplan met bijlagen d.d. 13 mei 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 8 juni 2022;
- gegevens over eerder voor betrokkene afgegeven machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling;
- gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz;
- gegevens over een eerder afgegeven crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging;
- politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
- strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister.
- betrokkene, bijgestaan door mr. W.A. Bruinsma-Woudstra;
- [naam] , psychiater, namens de zorgverantwoordelijke;
- [naam] , verpleegkundige.
2.De beoordeling
“de psychiater het in de Wvggz voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus dient te verrichten, dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is. (…) In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.”