De vrouw onderbouwt haar verzoek als volgt.
De vrouw voelt zich in de regio Zuidoost Drenthe diepongelukkig. Haar familie woont daar, maar de relatie met de familie is volgens de vrouw niet goed. In de regio [plaatsnaam 2] heeft zij meer vrienden en kennissen dan in Drenthe. De vrouw voelt zich gevangen en benauwd in de regio [plaatsnaam 1] . Ze kan zich daar niet ontplooien op zowel persoonlijk als zakelijk vlak. Ze wil haar leven in de regio [plaatsnaam 2] opnieuw inrichten en vormgeven.
Volgens de vrouw is het noodzakelijk om te verhuizen naar de regio [plaatsnaam 2] . Samen met haar zakenpartner heeft zij een onderneming, die nog volop in ontwikkeling is. Om dat goed te laten verlopen, is haar fysieke aanwezigheid wenselijk. Het bedrijf richt zich op de persoonlijke ontwikkeling van mensen. Volgens de vrouw is men in de regio [plaatsnaam 3] en [plaatsnaam 2] meer bereid hierin te investeren, zodat een vestiging in die regio meer voor de hand ligt dan in de regio Zuidoost Drenthe. Naast de onlinesessies willen de vrouw en haar zakenpartner zich meer concentreren op persoonlijke gesprekken met de cliënten.
De vrouw zal in de toekomst daarom meer heen en weer moeten reizen. Dat zal ook impact hebben op de kinderen.
De inkomsten uit haar bedrijf heeft de vrouw nodig om in de kosten van levensonderhoud van haar en van de kinderen te voorzien.
Verder heeft de vrouw haar woning verkocht, zodat zij hoe dan ook moet verhuizen.
Volgens de vrouw heeft zij de verhuizing goed voorbereid, in die zin dat zij al gekeken heeft naar geschikte woonruimte en naar geschikte opvang voor de kinderen. Zodra zij de toestemming voor de verhuizing heeft verkregen, kan zij haar zoektocht meer concretiseren en ook de man meer betrekken bij het vinden van geschikte opvang voor de kinderen.
De vrouw stelt voldoende rekening te houden met de kinderen. Zij zijn nog niet schoolgaand, maar de vrouw oriënteert zich al wel op scholen, die geschikt voor hen zouden kunnen zijn. Dat de kinderen nog niet schoolgaand zijn, maakt ook dat zij nog makkelijk kunnen wennen aan een nieuwe woonomgeving. [minderjarige 1] zal vanaf april 2022 naar een andere opvang moeten gaan. Voor hem zou dat een goed moment zijn om ergens anders te starten.
De vrouw stelt in dat kader bovendien dat de kinderen meer opvang nodig zullen hebben als de vrouw niet gaat verhuizen naar de regio [plaatsnaam 2] . De reistijd, die de vrouw zal hebben in verband met haar werk, zal in dat geval namelijk toenemen.
De vrouw betwist dat door de verhuizing de huidige omgangsregeling tussen de man en de kinderen en daarmee de band tussen de man en de kinderen onder druk zal komen te staan. Doordeweeks is er geen sprake van spontane contacten, zoals de man stelt. De man is dan niet beschikbaar voor de kinderen. De vrouw is van mening dat de huidige omgangsregeling met de man gewoon door kan lopen. Zij heeft aangeboden de kinderen naar de man te brengen en hen weer bij hem op te halen. De kinderen zijn eraan gewend om te reizen; voor hen zal dat geen belemmering zijn.
De vrouw erkent dat de communicatie tussen haar en de man op dit moment niet goed verloopt. De vrouw wil het met de man niet meer over de kleine dingen hebben, maar alleen nog over de belangrijke dingen van de kinderen. De vrouw was lange tijd de hoofdverzorger van de kinderen en heeft het alleen moeten doen. De man was er niet voor haar en ook niet voor de kinderen. De vrouw maakt zich zorgen over de psychische gesteldheid van de man. In het verleden was hij suïcidaal.
De vrouw stelt tenslotte dat de belangen van de kinderen op het spel staan als de vrouw niet zou mogen verhuizen. Zij is hier erg ongelukkig en de spanningen die dat met zich meebrengt zullen hun weerslag hebben op de kinderen.