ECLI:NL:RBNNE:2022:2669
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- M.W. de Jonge
- J.A. van Loo
- Rechtspraak.nl
Herhaald verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak
Op 26 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, geregistreerd onder nummer 21/2183. Verzoeker, woonachtig in [woonplaats], heeft een herhaald verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dit verzoek betreft een lopende beroepszaak bij de rechtbank, geregistreerd onder nummer 21/3320. Eerder, op 24 juni 2022, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker heeft op dezelfde datum opnieuw een verzoek ingediend, waarop de rechtbank heeft besloten de behandeling op een zitting achterwege te laten, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoeker een voldoende spoedeisend belang heeft. Echter, het herhaalde verzoek kan alleen worden toegewezen indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de door verzoeker aangevoerde punten in zijn e-mail van 24 juni 2022 geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de toewijzing van het verzoek rechtvaardigen.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor het toekennen van een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. van Loo, en is openbaar uitgesproken op 26 juli 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.