ECLI:NL:RBNNE:2022:2658

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
18/850085-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en gewoontewitwassen via Marktplaats met gebruik van valse identiteiten en technische hulpmiddelen

Op 18 juli 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en gewoontewitwassen. De verdachte heeft in de periode van 1 september 2016 tot en met 1 oktober 2018 via Marktplaats goederen aangeboden onder valse namen en hoedanigheden, waarbij hij slachtoffers heeft bewogen tot het overmaken van geld zonder dat de beloofde goederen werden geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelde en gebruik maakte van verschillende bankrekeningen om de opbrengsten van de oplichtingen te verbergen. De verdachte is ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van technische hulpmiddelen en wachtwoorden die geschikt zijn voor het plegen van computervredebreuk. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade die is geleden door de slachtoffers van zijn oplichtingen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/850085-19
datum uitspraak: 18 juli 2022
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 18 juli 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 juni 2022.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. L.S. Slinkman, advocaat te Hoogezand, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 1 augustus 2018 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) na te noemen benadeelde(n)/persoon/personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, althans enig goed, en/of het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het aangaan van een koopovereenkomst,
immers heeft verdachte (telkens), tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
  • een of meer goed(eren) te koop aangeboden via een advertentie op de website Marktplaats.nl,althans via het internet een advertentie gezet, en/of (daarbij)
  • zich voorgedaan als eigenaar/bezitter van dat (via internet) aangeboden goed en/of als bonafideaanbieder/verkoper of verhandelaar van dat goed tegen betaling, en/of
  • gezegd/aangegeven dat verdachte(n) het goed na ontvangst van de betaling zou(den) versturen of(laten) bezorgen, en/of
  • gehandeld met/onder een valse naam, te weten [naam 1] en/of [naam 2] en/of
[naam 3] en/of [naam 4] en/of een andere valse naam, en/of een vals e-mailadres, en/of
- ( ( andere) onjuiste gegevens verstrekt waardoor het achterhalen van de (werkelijke) personaliaen/of het adres van verdachte(n) en/of (aldus) de verhaalsmogelijkheden voor benadeelde(n) werden bemoeilijkt,
waardoor die benadeelde(n)/persoon/personen (telkens) werden bewogen tot na te noemen afgifte(n) en/of het aangaan van na te noemen koopovereenkomst(en), te weten:
1-op of omstreeks 21 september 2016 te Rotterdam, afgifte van 455 euro voor een aangeboden Nikon D700 body, benadeelde [benadeelde partij 1]
(aangifte dossierpagina 1675), en/of
2-op of omstreeks 28 december 2016 te Wijk bij Duurstede, afgifte van 195 euro voor aangeboden
Apple Airpods, benadeelde [benadeelde partij 2]
(aangifte dossierpagina 1681), en/of
3-op of omstreeks 21 februari 2017 te Amsterdam, afgifte van 506,50 euro voor
een aangeboden camera Nikon D7200, benadeelde [benadeelde partij 3] (aangifte dossierpagina 1687), en/of
4-op of omstreeks 20 april 2017 te Hoogland, afgifte van 276,50 euro voor een aangeboden actioncam GoPro, benadeelde [benadeelde partij 4]
(aangifte dossierpagina 1692), en/of
5-op of omstreeks 25 februari 2018 te Maasland, afgifte van 800 euro voor een aangeboden Blue Pulse Soundbar, benadeelde [benadeelde partij 5]
(aangifte dossierpagina 1826), en/of
6-op of omstreeks 14 april 2018 te Ermelo, afgifte van 286,95 euro voor een aangeboden Oculus Rift, benadeelde [benadeelde partij 6]
(aangifte dossierpagina 1831), en/of
7-op of omstreeks 3 juli 2018 te Barneveld, afgifte van 246,60 euro voor een aangeboden Nintendo Switch Console, benadeelde [benadeelde partij 7]
(aangifte dossierpagina 1839, en/of
8-op of omstreeks 26 januari 2018 te Roelofarendsveen, afgifte van 130 euro voor een aangeboden
Nest 3V Thermostaat, benadeelde [benadeelde partij 8]
(aangifte dossierpagina 1844), en/of
9-op of omstreeks 11 december 2017 te Ommen, afgifte van 200 euro voor aangeboden concertkaarten, benadeelde [benadeelde partij 9]
(aangifte dossierpagina 1848), en/of
10-op of omstreeks 30 januari 2018 te Enkhuizen, afgifte van 126,95 euro voor aangeboden Apple Airpods, benadeelde [benadeelde partij 10]
(aangifte dossierpagina 1852), en/of
11-op of omstreeks 2 januari 2018 te Roosendaal, afgifte van 569 euro voor een aangeboden iRobot Roomba 980, benadeelde [benadeelde partij 11]
(aangifte dossierpagina 1856), en/of
12-op of omstreeks 25 juni 2018 te Weert, afgifte van 308,15 euro voor een aangeboden Oculus Rift
VR-bril, benadeelde [benadeelde partij 12] en/of [benadeelde partij 13]
(aangifte dossierpagina 1871), en/of
13-op of omstreeks 16 april 2018 te Wijchen, afgifte van 180 euro voor een aangeboden Nvidia Shield
TV, benadeelde [benadeelde partij 14]
(aangifte dossierpagina 1880);
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 1 oktober 2018 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (van) een voorwerp, te weten (telkens) een hoeveelheid geld, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet of gebruik gemaakt,
te weten:
1-in of omstreeks september 2016, (ongeveer) 455 euro
(aangifte [benadeelde partij 1] , dossierpagina 1675), en/of
2-in of omstreeks december 2016, (ongeveer) 195 euro
(aangifte [benadeelde partij 2] , dossierpagina 1681), en/of
3-in of omstreeks februari 2017, (ongeveer) 506,50 euro
(aangifte [benadeelde partij 3] , dossierpagina 1687), en/of 4-in of omstreeks april 2017, (ongeveer) 276,50 euro en/of
(via een of meer bankrekeningen op naam van [medeverdachte 1] en/of [naam 6] )
5-in of omstreeks februari 2018, (ongeveer) 800 euro
(aangifte [benadeelde partij 5] , clossierpagina 1826), en/of
6-in of omstreeks april 2018, (ongeveer) 286,95 euro
(aangifte [benadeelde partij 6] , dossierpagina 1831), en/of
7-in of omstreeks juli 2018, (ongeveer) 246,60 euro
(aangifte [benadeelde partij 7] , dossierpagina 1839, en/of
8-in of omstreeks januari 2018, (ongeveer) 130 euro
(aangifte [benadeelde partij 8] , dossierpagina 1844), en/of
9-in of omstreeks december 2017, (ongeveer) 200 euro
(aangifte [benadeelde partij 9] , dossierpagina 1848), en/of
10-in of omstreeks januari 2018, (ongeveer) 126,95 euro
(aangifte [benadeelde partij 10] , dossierpagina 1852), en/of
11-in of omstreeks januari 2018, (ongeveer) 569 euro
(aangifte [benadeelde partij 11] dossierpagina 1856), en/of
12-in of omstreeks juni 2018, (ongeveer) 308,15 euro
(aangifte [benadeelde partij 12] , dossierpagina 1871), en/of
13-in of omstreeks april 2018, (ongeveer) 180 euro (aangifte [benadeelde partij 14] , dossierpagina 1880), en/of
(via een bankrekening op naam van [naam 7] )
14-in of omstreeks juni en/of juli 2018, (ongeveer) 256,50 euro (aangifte [benadeelde partij 15] , dossierpagina 1890), en/of
(via een bankrekening op naam van [naam 8] )
15-in of omstreeks september 2018, (ongeveer) 510 euro
(aangifte [benadeelde partij 16] , dossierpagina 1789), en/of
16-in of omstreeks september 2018, (ongeveer) 130 euro (aangifte [benadeelde partij 17] , dossierpagina 1810), en/of
(via een bankrekening op naam van [naam 9] )
17-in of omstreeks juli 2018, (ongeveer) 1512,71 euro (aangifte [benadeelde partij 18] , dossierpagina 1900) en/of
(via een bankrekening op naam van [naam 10] en/of [naam 11] )
18-in of omstreeks juli 2018, (ongeveer) 1000 euro (aangifte [benadeelde partij 19] , dossierpagina 1918), en/of
(via een bankrekening op naam van [naam 12] )
19-in of omstreeks september 2018, (ongeveer) 500 euro, (aangifte [benadeelde partij 20] ; dossierpagina 1894),
althans (telkens) een hoeveelheid geld,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 23 juli 2019 te Groningen en/of Leeuwarden en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, werd gepleegd,
in/op/via een laptop, merk Lenovo en/op een laptop/notebook, merk Acer, en/of een mobiele telefoon, merk Samsung (GSM-003) en/of een mobiele telefoon, merk iPhone (GSM-005),althans een of meer (andere) devices/gegevensdragers, een of meer technisch(e) hulpmiddel(en) dat/die hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of ontworpen
was/waren tot het plegen van zodanig misdrijf, te weten,
-een of meer programma’s/scripts, te weten Bluestacks en/of Xampp en/of Bonk.zip en/of MPChecker en/of Rabo bankieren,Ink en/of SNIPR-account Checker en/of VPN-software, en/of
- software en/of instructiefilms bedoeld voor het maken en/of beheren van een phishingsite en/of het plegen van phishing, waarmee gegevens (van slachtoffers van phishing) worden verkregen teneinde die gegevens te gebruiken voor het opzettelijk en wederrechtelijk inloggen/binnendringen op/in een
(marktplaats)account en/of bankrekening van een ander dan verdachte(n),
heeft vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd, verspreid of anderszins ter beschikking heeft gesteld of voorhanden heeft gehad,
(art 139d lid 2 sub a Wetboek van Strafrecht)
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 23 juli 2019 te Groningen en/of Leeuwarden en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, werd gepleegd,
een of meer computerwachtwoorden en/of toegangscodes en/of daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, te weten
  • 31.373 ( marktplaats)accounts/gebruikersnamen, met (bijbehorende) wachtwoorden, in/op/via eenlaptop, merk Lenovo, en/of
  • 104 ( marktplaats)accounts/gebruikersnamen met (bijbehorende) wachtwoorden, in/op/via eennotebook/laptop, merk Acer, en/of
  • een hoeveelheid gebruikersnamen en/of (bijbehorende) wachtwoorden, in/op/via een mobieletelefoon, merk Samsung (GSM-003),
althans een hoeveelheid gebruikersnamen en/of (bijbehorende) wachtwoorden of accountgegevens van een ander dan verdachte(n),
heeft verworven, ingevoerd en/of verspreid of anderszins ter beschikking heeft gesteld of voorhanden gehad,
4.
hij op of omstreeks 23 juli 2019, althans in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 23 juli 2019 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter voorbereiding van het misdrijf van het plegen van gewoontewitwassen (als omschreven in artikel 420ter Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers, te weten
- een mobiele telefoon merk Samsung (GSM-003), en/of- een mobiele telefoon, merk iPhone (GSM-005), althans devices en/of gegevensdragers,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, namelijk bevattende
- een of meer foto’s/screenshots van een of meer bankrekeningen op naam van [naam 13] e/o [naam
14] en/of [naam 15] e/o [naam 16] en/of [benadeelde partij 23]
e/o [naam 18] , althans van een ander dan verdachte(n) en/of
- een of meer foto’s/screenshots van een of meer betaalpas(sen) op naam van [naam 19] (rekeningnummer [rekeningnnummer] ) en/of [naam 20] (rekeningnummer [rekeningnnummer] ) en/of
[naam 21] (rekeningnummer [rekeningnnummer] ), althans van een ander dan verdachte(n) en/of
-(andere) bankgegevens van een ander dan verdachte(n),
voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde veroordeling gevorderd voor het medeplegen van de onder 5 tot en met 13 genoemde zaken. Ten aanzien van de onder 1 tot en met 4 genoemde zaken heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt dat verdachte deze oplichtingen in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde gewoontewitwassen heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging voor de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde zaken, omdat daarbij sprake is van het verwerven en voorhanden hebben van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig geld. Voor de zaken 5 tot en met 19 heeft de officier van justitie wel veroordeling gevorderd.
Daarnaast heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor het onder 3 en 4 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat hij niet in staat is om een inhoudelijk verweer te voeren, aangezien onvoldoende informatie beschikbaar is over de persoon van verdachte en nader onderzoek naar zijn persoon en geestesgesteldheid zijns inziens noodzakelijk is.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt ten aanzien van het ten laste gelegde, op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen
1, het volgende vast.
Inleiding
Door het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting (LMIO) zijn verschillende aangiftes geanalyseerd en geclusterd die in de periode 2016 tot en met 2018 zijn binnengekomen. Uit deze analyse volgde dat er diverse bankrekeningnummers voorkwamen van personen die op het adres [straatnaam] te
Groningen staan of stonden ingeschreven. Dit adres betreft een locatie van het [instelling] , genaamd “ [naam 22] ”. Dit onderdeel van het [instelling] richt zich op jongeren van 16 tot 25 jaar die met justitie in aanraking zijn geweest of dreigen te komen. [naam 22] biedt begeleiding en woonruimte aan deze jongeren. Veel van deze jongeren hebben psychiatrische problemen. Op basis van de verstrekte gegevens is door het team ‘Finec’ van de districtsrecherche Groningen onder de naam “Tucker” een opsporingsonderzoek opgestart. Hieruit is gebleken dat er door de verdachten advertenties worden geplaatst op marktplaats waarbij goederen worden aangeboden. Er wordt gebruik gemaakt van valse namen en adressen. Uiteindelijk komt het tot een overeenkomst waarbij de slachtoffers geld overmaken naar een bankrekening. Er worden echter nooit goederen geleverd. Uit het onderzoek is gebleken dat er mensen zijn die de advertenties plaatsen en het contact hebben met “klanten", er mensen zijn die bankrekeningen en bankpasjes regelen en mensen die hun bankrekening en bankpas beschikbaar stellen. Op basis hiervan zijn meerdere personen gehoord als verdachte. Uit de verhoren blijkt dat er verdachten zijn die zelfstandig deze vorm van fraude plegen, maar door enkele van de verdachten wordt verklaard dat er een andere persoon is in wiens opdracht zij hun bankrekeningnummer beschikbaar stellen. Hierbij wordt ook de naam van verdachte genoemd, waarna het onderzoek ook op hem gericht is.
Feit 1: oplichtingen
Ten aanzien van zaken 1 t/m 4
Door aangever [benadeelde partij 1] (zaak 1) is verklaard dat hij op 21 september 2016 een bedrag van € 455,00 heeft overgemaakt op IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 1] , naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats waarbij een Nikon D700 body werd aangeboden. Het account op marktplaats was 7,5 jaar lid van Marktplaats en zijn rekeningnummer was niet gekenmerkt als onveilig. De opgegeven naam bleek niet bij het betreffende rekeningnummer te horen. Aangever heeft na de betaling te hebben gedaan, de camera niet ontvangen.
2Ook aangever [benadeelde partij 2] (zaak 2) heeft naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] , ditmaal ten behoeve van [naam 2] , een bedrag overgemaakt naar aanleiding van een advertentie op marktplaats. Dit betrof een bedrag van € 195,00, overgemaakt op 28 december 2016, ten behoeve van de aanschaf van Airpods. Ook hij heeft de aangeboden Airpods na betaling niet ontvangen.
3
Ook naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] zijn door twee aangevers bedragen overgemaakt naar aanleiding van advertenties op markplaats. Door aangever [benadeelde partij 3] (zaak 3) is op 21
februari 2017 namelijk een bedrag overgemaakt voor de aankoop van een camera (Nikon D7200). Door de verkoper is daarbij de naam [naam 3] doorgegeven. Volgens aangever leek het om een eerlijke advertentie te gaan. De verkoper was al 10 jaar actief op marktplaats en er was sprake van een herleidbaar IBAN-nummer. Na betaling heeft aangever de camera echter niet ontvangen.
4Op 20 april 2017 heeft ook aangever [benadeelde partij 4] (zaak 4) naar het IBAN-nummer
[rekeningnnummer] een bedrag overgemaakt van € 276,50 voor de aankoop van een GoPro-camera via marktplaats. Door de verkoper is daarbij de naam [naam 4] doorgegeven. Ook [benadeelde partij 4] heeft de GoPro-camera niet ontvangen en is daarop afgereisd naar het door de verkoper opgegeven adres. De bewoonster van dit adres wist echter niets van de hele zaak af.
5Uit onderzoek van het LMIO is gebleken dat dit IBAN-nummer eveneens op naam staat van verdachte.
Uit onderzoek van het LMIO is gebleken dat zowel het IBAN-nummer [rekeningnnummer] als het IBANnummer [rekeningnnummer] op naam staat van verdachte.
6
Ten aanzien van zaken 5 t/m 13
Op 26 februari 2018 heeft aangever [benadeelde partij 5] (zaak 5) een bedrag van € 800,00 overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 23] , naar aanleiding van een advertentie op marktplaats waarbij een Bluesound Pulse Soundbar werd aangeboden. Een dag later heeft aangever een bericht van marktplaats ontvangen dat het een frauduleuze advertentie betrof en dat het account waarschijnlijk gehackt was. Aangever heeft Soundbar niet ontvangen.
7Naar ditzelfde IBAN-nummer, ditmaal ten name van [naam 24] , heeft aangever [benadeelde partij 6] (zaak 6) op 14 april 2018 een bedrag van € 286,95 overgemaakt voor de aanschaf van een Oculus Rift via marktplaats. Ook hij heeft de Oculus Rift nimmer ontvangen en kon na betaling geen contact meer krijgen met de verkoper.
8Aangever [benadeelde partij 14] (zaak 13) heeft op 14 april 2018 eveneens naar voornoemd IBAN-nummer een bedrag overgemaakt voor de aanschaf van een Nvidia Shield TV Pro 500 GB via markplaats. Door de verkoper is hierbij de naam [naam 43] doorgegeven. Aangever heeft na betaling niets ontvangen.
9
Uit onderzoek van het LMIO is gebleken dat het IBAN-nummer [rekeningnnummer] op naam staat van [naam 6] .
10[naam 6] heeft bij de politie verklaard dat hij zijn bankpas met pincode heeft afgegeven aan zijn broer [medeverdachte 1] , omdat hij hem had gevraagd of hij gebruik mocht maken van zijn bankrekening. Hij ontkent iets van de oplichtingen te weten.
11
[benadeelde partij 7] (zaak 7) heeft ook aangifte gedaan van fraude met online handel via marktplaats. Zij heeft via marktplaats een Nintendo Switch Console gekocht en hiervoor op 3 juli 2018 een bedrag van € 246,60 overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 40] . Het account van [naam 40] bleek gehackt te zijn en aangeefster heeft de Nintendo Switch niet geleverd gekregen. Naar ditzelfde IBAN-nummer heeft ook aangeefster [benadeelde partij 12] (zaak 12) op 25 juni 2018 een bedrag van € 308,15 overgemaakt voor de aankoop van een Oculus Rift VRbril via Marktplaats. Door de verkoper werd ditmaal aangegeven dat dit IBAN-nummer op naam stond van [medeverdachte 1] . Ook zij heeft de Oculus Rift VR-bril niet geleverd gekregen en na betaling bleek er ook geen contact meer mogelijk te zijn met de verkoper.
Door vier aangevers zijn er bedragen overgemaakt naar het IBAN-nummer [rekeningnnummer] voor aankopen via Marktplaats. Zo heeft aangeefster [benadeelde partij 8] (zaak 8) op 26 januari 2018 een bedrag van € 130,00 overgemaakt ten behoeve van [medeverdachte 1] voor de aanschaf van een Nest 3V Thermostaat. Dit product heeft zij echter niet geleverd gekregen en contact met de verkoper bleek na betaling niet meer mogelijk te zijn. Door aangeefster [benadeelde partij 9] (zaak 9) is op 11 december 2017 een bedrag van € 200,00 overgemaakt naar voornoemd IBAN-nummer voor de aanschaf van 4 toegangskaarten voor een concert van Pearl Jam. Dit bedrag heeft zij overgemaakt op naam van [medeverdachte 1] . De kaarten heeft zij echter niet mogen ontvangen. Op 30 januari 2018 heeft aangever [benadeelde partij 10] (zaak 10) eveneens een bedrag van € 126,95 overgemaakt naar dit IBAN-nummer ten name van [medeverdachte 1] voor de aanschaf van Airpods via Markplaats. De verkoopster noemde zichzelf [naam 42] en heeft aangeefster een factuur toegestuurd. De Airpods zijn nooit geleverd.
Op 2 januari 2018 heeft aangeefster [benadeelde partij 11] (zaak 11) een bedrag van € 569,00 overgemaakt naar ditzelfde IBAN-nummer. Via marktplaats heeft zij gereageerd op een advertentie voor een iRobot Roomba 980 en is zij met de verkoper tot een overeenkomst gekomen. De iRobot heeft zij echter niet ontvangen.
Uit het hiervoor aangehaalde onderzoek van het LMIO is gebleken dat zowel het IBAN-nummer
[rekeningnnummer] als het IBAN-nummer [rekeningnnummer] op naam staat van [medeverdachte 1]
.
12
[medeverdachte 1] is als verdachte gehoord door de politie en hij heeft verklaard dat hij iemand kent uit Groningen die [verdachte] heet en die oplichtingen pleegde via marktplaats. Die [verdachte] vertelde hem wat hij aan het doen was. Hij plaatste advertenties van onder andere fotocamera’s. Daarvoor haalde hij foto’s van een Duitse eBay-site en zette die op Marktplaats met een Nederlandse omschrijving. Hij maakte daarbij gebruik van diverse accounts en hij gebruikte ook verschillende namen. [medeverdachte 1] heeft gezien dat deze [verdachte] een USB-stick had met daarop misschien wel duizenden verschillende accounts. [medeverdachte 1] heeft daarnaast verklaard dat hij samen met [verdachte] het geld van de rekening heeft gehaald door te pinnen. [medeverdachte 1] heeft verder aangegeven dat [verdachte] de tweede naam is van deze [verdachte] en wanneer hem door de politie een foto wordt getoond van verdachte herkent hij hem als degene over wie hij heeft verklaard. Ook heeft hij bevestigd dat zijn broertje [naam 6] in goed vertrouwen zijn bankpas aan hem heeft afgegeven.
13
Ook door medeverdachte [medeverdachte 2] is tegenover de politie een verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij in juli 2017 in [naam 22] een jongen leerde kennen die zich [verdachte] noemde. [verdachte] deed volgens [medeverdachte 2] aan internetoplichting door advertenties op marktplaats te plaatsen en diverse goederen aan te bieden. De kopers reageerden dan en betaalden vaak vooruit, waarna er geen goederen werden geleverd.
14
Door [naam 31] is eveneens een verklaring afgelegd bij de politie. In zijn verklaring heeft hij aangegeven dat iemand die zich [naam 32] noemde zich bezighield met oplichtingen via marktplaats. Toen hem door de politie een foto van verdachte werd getoond, bevestigde hij dat dit de persoon was die zich voordeed als [naam 32] . Door deze [naam 32] zouden de advertenties op marktplaats zijn geplaatst en hij was ook degene die contact had met de eventuele kopers. Volgens [naam 32] bood hij onder andere kaartjes aan voor voetbalwedstrijden en werd er na verkoop niets geleverd.
15Door [naam 33] is bij de politie verklaard dat zij een relatie heeft gehad met verdachte en dat hij in deze relatie veel geld tot zijn beschikking had. Verdachte heeft volgens [naam 33] tegen haar gezegd dat hij zoveel geld had, omdat hij mensen oplichtte via marktplaats, door meerdere dure goederen aan te bieden en niet te leveren.
Bewijsoverweging rechtbank ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen, en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen. Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang.
De rechtbank stelt aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast. Op basis van de hiervoor opgenomen verklaringen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [naam 31] en [naam 33] kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat verdachte zich bezig heeft gehouden met marktplaatsfraude. Verdachte is daartoe met meerdere personen een overeenkomst aangegaan op Marktplaats. Hij heeft verschillende producten te koop aangeboden en hij is met alle aangevers tot overeenstemming gekomen over de prijs waarvoor de aangevers de betreffende goederen konden overnemen. Blijkens de verklaring van [medeverdachte 1] heeft verdachte voor deze advertenties foto’s gehaald van een Duitse eBay-site, waarmee hij de indruk wekte dat hij de producten daadwerkelijk in zijn bezit had. Vervolgens hebben de aangevers de afgesproken prijs overgemaakt op verschillende IBAN-nummers, waaronder in vier gevallen (zaak 1 tot en met 4) op het IBAN-nummer van verdachte. Bij de overige zaken (5 tot en met 13) zijn de betalingen gedaan naar IBAN-nummers op naam van [naam 6] en [medeverdachte 1] , waardoor verdachte moeilijker te traceren was voor aangevers. Verder heeft verdachte bewust onjuiste namen en adresgegevens doorgegeven aan de aangevers, zodat zij hem niet konden vinden. Uit de aangiftes blijkt verder dat verdachte gebruik heeft gemaakt van marktplaats-accounts die al langere tijd aan Marktplaats waren gekoppeld, hetgeen bij aangevers vertrouwen heeft gewekt dat men te maken had met een bonafide verkoper. In alle gevallen heeft verdachte echter nagelaten de betaalde producten te versturen en uit niets blijkt dat verdachte op enig moment de intentie heeft gehad om deze producten te versturen.
Naar het oordeel van de rechtbank was er niet enkel sprake van het zich voordoen als een bonafide verkoper. Verdachte heeft immers telkens gehandeld volgens een soortgelijke bedrieglijke werkwijze die er op gericht was kopers te bewegen tot betaling op grond van een onjuiste voorstelling van zaken en verdachte heeft actief getracht de verhaalsmogelijkheden te beperken.
Op grond van het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat verdachte door het aannemen van een valse naam, het aannemen van een valse hoedanigheid, een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bij de slachtoffers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geld.
Met betrekking tot de onder 1 tot en met 4 genoemde zaken is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te concluderen dat verdachte deze feiten in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. De rechtbank spreekt verdachte daarom in die gevallen vrij van het medeplegen.
Voor de zaken 5 tot en met 13 komt de rechtbank wel tot een veroordeling voor het medeplegen van oplichting. In die gevallen is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten. Deze nauwe en bewuste samenwerking bestond uit het samen ronselen van katvangers en het samen pinnen van de opbrengsten van de oplichtingen.
Feit 2: medeplegen (gewoonte)witwassen
Ten aanzien van zaken 1 tot en met 4
Uit hetgeen de rechtbank hiervoor, ten aanzien van feit 1, heeft overwogen, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichtingen via Marktplaats. Het geld van aangevers heeft verdachte in de zaken 1 tot en met 4 over laten maken naar bankrekeningen die op naam staan van verdachte zelf.
Dat verdachte wist dat dit geld uit misdrijf afkomstig was, behoeft geen betoog, gelet op de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 1. Verdachte heeft daarmee geld afkomstig van een eigen misdrijf verworven en voorhanden gehad, maar het dossier bevat onvoldoende aanwijzingen dat verdachte dit geld ook heeft omgezet en heeft uitgegeven. Daarmee kan niet worden bewezen dat de gedragingen van verdachte naast het voorhanden hebben of verwerven ook
mede gericht waren op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst, zodat het bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd als witwassen. De rechtbank acht de buitenwettelijke kwalificatieuitsluitingsgrond dan ook van toepassing en zal bepalen dat verdachte ten aanzien van zaken 1 tot en met 4 wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van zaken 5 tot en met 13
Zoals hiervoor reeds overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich ten aanzien van deze zaken schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting. De ontvangen geldbedragen zijn derhalve van enig misdrijf afkomstig. In deze zaken heeft verdachte gebruik gemaakt van de rekeningen van anderen waarnaar het geld door aangevers werd overgemaakt. Vanaf deze rekeningen werd vervolgens het geld opgenomen en (gedeeltelijk) aan verdachte overgedragen. Naar het oordeel van de rechtbank is hierbij sprake van middellijk uit eigen misdrijf verkregen geld, waardoor de hiervoor besproken kwalificatieuitsluitingsgrond niet van toepassing is.
De rechtbank heeft hierbij met name gelet op de verklaring van [medeverdachte 1] . Hij heeft verklaard dat hij met verdachte is meegegaan om het geld van zijn rekening te halen en dat hij wist dat verdachte zich bezighield met oplichtingen via marktplaats.
16Door deze handelingen heeft verdachte de geldbedragen verworven, voorhanden gehad en omgezet, terwijl hij wist dat deze geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Ten aanzien van zaken 14 tot en met 19
Ten aanzien van de zaken genoemd onder 14 tot en met 19 overweegt de rechtbank als volgt.
Op 30 juni 2018 heeft aangeefster [benadeelde partij 15] (zaak 14) een bedrag van € 256,50 overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 25] voor de aankoop van een Playstation 4 via marktplaats. De verkoper had daarbij nog aangegeven dat aangeefster mogelijk een foutmelding zou krijgen als het bedrag zou overmaken ten name van [naam 25] , maar deze melding moest aangeefster in dat geval gewoon accepteren. Aangeefster heeft na betaling geen Playstation ontvangen.
Door het onderzoeksteam zijn de persoonsgegevens gevorderd van IBAN-nummer [rekeningnnummer]
.
17Uit de door de Rabobank verstrekte gegevens blijkt dat dit IBAN-nummer op naam staat van [naam 7] .
18[naam 7] is vervolgens als verdachte door de politie gehoord. Zij heeft verklaard dat zij door verdachte is benaderd met de vraag of hij
€ 256,60 op haar rekening mocht storten. Op 30 juni 2018 heeft zij het geld gestort gekregen op haar rekening en diezelfde dag heeft zij het geld van haar rekening gepind en aan verdachte afgegeven.
19
Door aangever [benadeelde partij 16] (zaak 15) is op 9 september 2018 een bedrag van € 510,00 overgemaakt op IBAN-nummer [rekeningnnummer] op naam van [naam 8] voor de aanschaf van 3 passe-partout kaarten voor Champions League-wedstrijden van Ajax. De verkoper maakte gebruik van een marktplaats-account die al 11,5 jaar actief was op marktplaats. Nadat hij bij marktplaats melding heeft gemaakt van oplichting, kreeg hij te horen dat dit account gehackt was. Aangever heeft de kaarten nooit ontvangen.
20
Ook aangever [benadeelde partij 17] (zaak 16) heeft op 7 september 2018 naar IBAN-nummer
[rekeningnnummer] een bedrag van € 130,00 overgemaakt voor 3 passe-partout kaarten voor Champions League-wedstrijden van Ajax. De verkoper deed zich hierbij voor als Bart en gaf toen de bankrekeninggegevens die op naam van zijn “vrouw” zouden staan. Na betaling heeft aangever geen kaartjes ontvangen en bleek contact met de verkoper niet meer mogelijk te zijn.
21
[naam 8] heeft aangifte gedaan van fraude. Zij heeft verklaard dat IBAN-nummer [rekeningnnummer] op haar naam staat en dat zij op verzoek van [naam 26] geld heeft laten overmaken op haar rekening, waarna zij dit bedrag voor hem heeft gepind. Zij heeft gezien dat er op 7 september 2018 een bedrag van in totaal € 130,00 is overgemaakt naar haar rekening. Zij heeft vervolgens dit geld gepind en aan [naam 26] overhandigd. Op zondag 9 september 2018 kreeg zij nogmaals het verzoek van [naam 26] om geld over te maken naar haar rekening. Op 10 september 2018 zag zij dat zij een bedrag van € 510,00 op haar rekening had ontvangen dat overgemaakt was door [benadeelde partij 16] . Omdat [naam 8] dit geld niet kon pinnen heeft zij dit bedrag overgemaakt op het IBAN-nummer van [naam 26] .
22[naam 26] is vervolgens door de politie gehoord als verdachte. Hij heeft in zijn verhoor verklaard dat hij weliswaar geld heeft ontvangen, maar dat hij dit geld heeft doorgegeven aan [verdachte] . Nadat hem door de politie een foto is getoond van verdachte, heeft [naam 26] hem herkend als degene die zich [verdachte] noemt. Op verzoek van deze [verdachte] heeft hij [naam 8] gevraagd of iemand geld op haar rekening kon storten. Nadat hij het IBAN-nummer had ontvangen, heeft hij contact gezocht met verdachte en hem laten weten dat er geld kon worden gestort op die bankrekening. Zodra het geld was overgemaakt heeft [naam 26] tussen de € 500,00 en € 600,00 van
[naam 8] ontvangen. Die zelfde dag heeft [naam 26] het volledige bedrag aan verdachte overhandigd.
23
Op 12 juli 2018 heeft aangever [benadeelde partij 18] (zaak 17) een bedrag van € 1.512,71 overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 9] in verband met de aanschaf van een drone via marktplaats. Op Marktplaats handelde de verkoper onder de naam “ [naam 27] ”. Nadat de betaling was gedaan heeft aangever de drone niet ontvangen.
24Door [naam 9] is op 17 september 2018 aangifte gedaan van identiteitsfraude. In haar aangifte heeft zij verklaard dat zij door [naam 28] werd benaderd om haar rekeningnummer ter beschikking te stellen om geld op te storten, omdat zijn eigen bankpas kapot was. Op 12 juli 2018 ontving [naam 9] een bedrag van € 1.512,71 op haar rekening, afkomstig van de heer [benadeelde partij 18] en/of mevrouw [benadeelde partij 21] . Dit geld was afkomstig van een verkoop via Marktplaats. Het geld is vervolgens deels door [naam 9] gepind en aan [naam 28] gegeven (€ 1.000,00) en voor het overige deel overgemaakt naar zijn rekening. Nadat duidelijk werd dat dit geld van fraude afkomstig was heeft [naam 9] contact gezocht met [naam 28] en navraag gedaan. Hij heeft toen aan haar aangegeven dat hij ook boos was, omdat hij ook weer door een vriend, ene [verdachte] , gevraagd zou zijn om dit te doen.
25
Op het IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 10] is op
13 juli 2018 een bedrag overgemaakt van € 1.006,50 door aangever [benadeelde partij 19] (zaak 18). Zij heeft dit bedrag overgemaakt voor de aanschaf van een drone naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats van “ [naam 27] ”. Aangever heeft na betaling de drone niet ontvangen.
26Vervolgens is [naam 10] door de politie gehoord als getuige. Zij heeft verklaard dat zij op verzoek van voornoemde [naam 9] en haar ex-vriend [naam 28] haar bankrekeninggegevens ter beschikking heeft gesteld om geld op te storten voor de verkoop van een scooter. Toen het geld was gestort heeft [naam 10] van [naam 9] te horen gekregen dat het geld overgemaakt moest worden naar een ander bankrekeningnummer. Uit de overschrijvingsbewijzen die als bijlage bij het getuigenverhoor zijn gevoegd blijkt dat [naam 10] het bedrag van € 1.006,50 heeft overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 11] .
27Daarop is ook [naam 11] door de politie als getuige gehoord. Zij heeft verklaard dat de moeder van [verdachte] , [naam 29] , haar had gevraagd of zij haar bankrekening beschikbaar wilde stellen zodat [verdachte] daar geld op kon storten of overmaken. Dit kon niet op haar eigen rekening omdat [naam 29] onder bewind stond of in de schuldsanering zat. Het ontvangen geld heeft zij diezelfde dag contant opgenomen en aan [naam 29] gegeven.
28Op 6 augustus 2019 is [naam 29] vervolgens als verdachte gehoord door de politie. Zij heeft verklaard dat verdachte tegen haar had gezegd dat hij nog geld zou krijgen, maar dat hij geen rekening had. Hij heeft haar toen gevraagd om geld te laten storten op haar rekening. Om het geld sneller te krijgen, moest het geld op een ABN-rekening gestort worden. Verdachte garandeerde haar dat er geen problemen van kwamen en [naam 29] zou er € 50,00 voor krijgen. Daarop heeft zij aan [naam 11] gevraagd om haar rekening beschikbaar te stellen, waarna het geld gestort is. Het geld is daarna van de rekening van [naam 11] gepind.
29
Door aangever [benadeelde partij 20] (zaak 19) is op 10 september 2018 een bedrag van € 500,00 overgemaakt naar IBAN-nummer [rekeningnnummer] ten name van [naam 12] . Dit naar aanleiding van de aankoop van een Korg Stage Echo via Marktplaats van iemand die zich “ [naam 30] ” noemde. Nadat aangever heeft betaald heeft hij geen product ontvangen.
30Op 11 maart 2019 is [naam 12] door de politie als getuige gehoord. Zij heeft verklaard dat zij in september 2018 is benaderd door [naam 26] om geld via haar rekening over te maken voor het betalen van een jas. Dit kon niet via zijn eigen rekening omdat deze geblokkeerd zou zijn. Zij heeft hiermee ingestemd en zij is op een gegeven moment met [naam 26] naar een winkelcentrum gegaan om daar € 500,00 te pinnen vanaf haar rekening. Dit bedrag heeft zij vervolgens aan [naam 26] gegeven. Een uur later is er nogmaals een bedrag op de rekening binnengekomen, waarna zij nogmaals samen met [naam 26] een bedrag van € 400,00 heeft gepind en aan hem heeft afgegeven. Nadat zij door de ING-bank op de hoogte is gesteld van het feit dat er mogelijk fraude was gepleegd met haar rekening, heeft zij [naam 26] hiermee geconfronteerd. [naam 26] vertelde haar dat hij dit heeft gedaan in opdracht van [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte).
31[naam 26] is vervolgens door de politie als verdachte gehoord op 23 maart 2019. Hij heeft verklaard dat hij door verdachte is gevraagd om aan [naam 12] te vragen of er geld of haar rekening mocht worden gestort. Nadat [naam 12] daarmee akkoord ging en het geld ook daadwerkelijk is gestort, is [naam 26] samen met [naam 12] naar een winkelcentrum gegaan om het geld te pinnen. Daarna heeft [naam 26] afgesproken met verdachte in de binnenstad van Groningen en heeft hij geld aan verdachte gegeven. [naam 26] en [naam 12] hebben volgens [naam 26] zelf geen geld ontvangen.
32Dat [naam 12] door verdachte gebruikt is voor het ter beschikking stellen van haar bankrekening is overigens ook door de ex-partner van verdachte [naam 33] bevestigd.
33
Door [naam 33] is tevens verklaard dat verdachte altijd veel geld had. Geld dat hij volgens [naam 33] zou hebben verkregen door mensen op te lichten via Marktplaats.
34Ook door [naam 31] is verklaard dat verdachte alleen maar dure kleding en dure schoenen had.
35De moeder van verdachte is eveneens door de politie gevraagd naar de luxe levensstandaard van verdachte. Zij heeft hierover tegen de politie verklaard dat verdachte inderdaad dure kleding draagt en vaak naar hotels gaat met vrienden en dat ze niet weet waar hij dit van betaalt.
36Dit terwijl uit de door de infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV) aangeleverde gegevens blijkt dat er (onder meer) geen gegevens bekend zijn met betrekking tot inkomstenbelasting, dat er geen sprake is van erfenissen of schenkingen en dat verdachte twee bankrekeningen op zijn naam had staan waarvan het saldo praktisch nihil was.
37
Bewijsoverweging rechtbank ten aanzien van feit 2
Voorwerpen afkomstig uit enig misdrijf.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de conclusie dat de geldbedragen die zijn overgemaakt door aangevers op de rekeningen van [naam 6] , [medeverdachte 1] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] , [naam 10] en [naam 12] van enig misdrijf afkomstig zijn. De aangevers die naar deze IBAN-nummers geld hebben overgemaakt, hebben aangifte gedaan van internetoplichting waarbij door aangevers is betaald voor goederen die via Marktplaats zijn besteld. Deze goederen zijn echter nooit geleverd. De rechtbank is van oordeel dat aangevers zijn opgelicht door iemand die zich heeft voorgedaan als bonafide verkoper en die aldus door het aannemen van een valse naam, het aannemen van een valse hoedanigheid, een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bij de aangevers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geld. Bij deze oplichtingen is gebruik gemaakt van de bankrekeningen op naam van anderen dan verdachte en vanaf deze rekeningen werd het geld opgenomen en (deels) aan verdachte doorbetaald. Het geld dat verdachte aldus heeft verworven, verkregen en omgezet is daarmee afkomstig van enig misdrijf.
Medeplegen
De betrokkenheid bij een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook als het medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
In dat verband overweegt de rechtbank het volgende. Op grond van de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen staat vast dat naar verschillende IBAN-nummers gelden zijn overgemaakt die afkomstig zijn uit oplichting via Marktplaats. Uit de verklaringen van de personen op wiens naam deze IBAN-nummer zijn gesteld, blijkt dat zij telkens op verzoek van anderen hun bankrekening ter beschikking hebben gesteld. [medeverdachte 1] , [naam 26] , [naam 11] , [naam 28] en de moeder van verdachte, [naam 29] , hebben onafhankelijk van elkaar verklaard dat zij op verzoek van verdachte mensen hebben benaderd met de vraag om hun bankrekening ter beschikking te stellen en dat zij het geld (deels) aan verdachte hebben afgegeven.
Uit deze verklaringen leidt de rechtbank af dat de verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van de onder 2 tenlastegelegde (zaken 5 t/m 19) bedragen terwijl uit de geschetste gang van zaken blijkt dat verdachte moet hebben geweten dat de gelden die werden gestort op de ter beschikking gesteld rekeningen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Naar het oordeel van de rechtbank is het ronselen van mensen die hun bankrekeningen ter beschikking hebben gesteld waarop gelden kunnen worden gestort die afkomstig zijn van
Marktplaatsfraude, zozeer gericht op het meewerken aan een constructie waarbij illegaal verkregen geld wordt witgewassen, dat het – behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, die er hier niet zijn – niet anders kan dan dat verdachte daarop opzet heeft gehad. Door aldus te handelen heeft verdachte zich dan ook schuldig gemaakt aan witwassen.
Gewoonte
Gelet op de duur van de periode en de frequentie van de gepleegde handelingen, is de rechtbank van oordeel dat er bij het witwassen sprake is geweest van het maken van een gewoonte. De rechtbank heeft daarbij gelet op het feit dat de intentie van verdachte er kennelijk op was gericht om gedurende een periode van ruim twee jaren zich telkens op bovenstaande wijze geld met een criminele herkomst te verwerven.
Feit 3: voorhanden hebben van technische hulpmiddelen en wachtwoorden die geschikt zijn voor het plegen van computervredebreuk
Lenovo laptop
Op 28 februari 2019 is in de woning van de moeder van verdachte, te weten [naam 29] , een notebook van het merk/type Lenovo Thinkpad in beslaggenomen.
38Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie op 28 februari 2019 verklaard dat hij bij zijn moeder woont.
39
Door de politie is vervolgens onderzoek verricht op de aangetroffen Lenovo notebook. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er op deze laptop was ingelogd op de website www.gramista.com met het account @ [accountnaam] . Ook was er ingelogd op de website www.gmail.com met het account [emailadres] en is er meerdere malen ingelogd op de website www.marktplaats.nl. Op het bureaublad werd daarnaast het programma Pokerstars.eu aangetroffen, waarbij gebruik werd gemaakt van het account [accountnaam] .
40
Door de politie is vervolgens een zoekslag gemaakt op social media. Uit die bevindingen is naar voren gekomen dat er een facebook-account is aangemaakt onder de naam [naam 34] . Op het startscherm van die pagina staat een foto van een man die door de verbalisant ambtshalve is herkend als verdachte. Onder de naam van [verdachte] te Kort is eveneens een facebook-account aangemaakt, met wederom een foto van verdachte als profielfoto.
41
Vervolgens is er nader onderzoek verricht naar de inhoud van de computer. Op deze computer is één Windows gebruikersaccount aanwezig en de volledige naam hiervan was ‘ [naam 35] ’. Ook was de software ‘Bluestacks’ geïnstalleerd. Met deze software wordt een Android-telefoon op de laptop gesimuleerd. Met een virtuele Android-simulatie is het mogelijk om originele apps naar eigen wens aan te passen en oneigenlijk te gebruiken. Verder werd op het bureaublad een kladblok-bestand met de naam fdf.txt aangetroffen. Dit bestand stond open en dit bestand bevat een aantal standaardzinnen die bij Marktplaatsadvertenties gebruikt kunnen worden.
42Vervolgens is nader onderzoek verricht aan de Lenovo laptop. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de laptop voor het laatst op 27 februari 2019 is afgesloten en dat door gebruiker ‘ [naam 35] ’ het domein tikkie.space/ 1024 keer is bezocht. Dit betreft een domein dat veelvuldig bij Marktplaats- en tikkiefraude aangiften voorkomt. Op de laptop werden verder twee mappen aangetroffen met de namen ‘Bonk.zip’ en ‘Xampp’ die door een gebruiker van de computer zelf zijn toegevoegd. In de map ‘Bonk.zip’ werd een folder aangetroffen met de naam ‘wwwroot’ met daarin weer verschillende subfolders. In die folders waren bestanden aanwezig waarmee een website opgebouwd kan worden die lijkt op de originele websites van de bedrijven Marktplaats, ABN-AMRO internetbankieren en Rabobank internetbankieren. Naast afbeeldingen voor het opbouwen van deze websites werden ook diverse scripts en bronbestanden, om deze websites op te kunnen bouwen, aangetroffen. De map ‘Xampp’ bevat de gelijknamige software. Deze software valt onder de categorie webserver-software. Dit houdt in dat de software geschikt is om een website te kunnen hosten over het internet. Over het aangetroffen programma ‘Bluestacks’ is door de onderzoeker verder verklaard dat deze software regelmatig gebruikt wordt om fraude te plegen, dit omdat het minder sporen achterlaat dan het gebruik van een fysiek toestel. In het programma ‘Bluestacks’ is één geëmuleerd toestel aangetroffen en hierin was één app geïnstalleerd namelijk de ABN-AMRO-applicatie. Op de computer is voorts software aangetroffen met de naam ‘ProtonVPN’. Hiermee kan de gebruiker doen lijken alsof hij/zij vanaf een andere locatie het internet benadert dan dat hij/zij dit daadwerkelijk doet.
43
Op deze computer werden ook meerdere bestanden aangetroffen, waaronder het bestand MPChecker. Bij het openen van dit bestand was er de mogelijkheid om een *.txt bestand met emailadressen en wachtwoorden in te lezen. Hiermee was het mogelijk om via verschillende verbindingen de geldigheid van Marktplaats-accounts te controleren. Daarnaast werd op de computer een bestand genaamd ‘accounts.txt’ gevonden en in dat bestand werden verschillende emailadressen en wachtwoorden aangetroffen. Dit bestand was geschikt om in te lezen in de ‘Marktplaats checker’. In totaal zijn 316 accounts met bijbehorende wachtwoorden gevonden. Ook werd een bestand genaamd ‘30k.txt’ aangetroffen met als inhoud verschillende e-mailadressen en wachtwoorden. Ook dit bestand was geschikt om in te lezen in de ‘Marktplaats checker’. In totaal werden in dit bestand 31.057 accounts met bijbehorende wachtwoorden aangetroffen.
44
Samsung (GSM-003)
Op dinsdag 23 juli 2019 werden in de woning aan de [straatnaam] te Groningen digitale gegevensdragers inbeslaggenomen. Op het adres [straatnaam] te Groningen staat onder meer de moeder van verdachte ingeschreven. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij bij zijn moeder woont.
45
De Samsung smartphone (GSM-003) is aangetroffen op dit adres. Uit onderzoek in de lijst met belgegevens blijk dat dit toestel slechts 14 belcontacten heeft gehad, waaronder contacten met de (ex-)vriendin van verdachte, [naam 33] , en de moeder van verdachte. Ook werden er in het toestel verschillende afbeeldingen aangetroffen waarop verdachte is afgebeeld. In dit toestel zijn tevens vier filmpjes aangetroffen met daarop kennelijk instructies voor het plegen van fraude. Daarnaast zijn er drie afbeeldingen aangetroffen waarop onder andere de domeinnaam van vps: idea-betalen.online te zien is. Verder is te zien dat de mogelijkheid bestaat om in de setup de optie ‘phishing bestand’ te selecteren. Op een andere afbeelding staat de tekst: “Dit venster niet sluiten. Het laat alle commando’s zien die nodig zijn om handmatig te uploaden en hier kan je ook volgen waar hij precies zit en wat er gelukt /foutgelopen is.” Met op de achtergrond een internetpagina van Telegram Web. Verder is er een afbeelding aangetroffen waarop een kladblokberichtje te zien met de gedeeltelijke teksten: ““Ik heb nog een vraag ik ben wel eens opgelicht vi..”, “En dat voorkom ik nu liever zoals u zelf ook wel...”, “Zou ik u een ideal betaalverzoek mogen doorsturen...”. Verder zijn ook op deze telefoon screenshots van een kladblok met gebruikersnamen en wachtwoorden aangetroffen.
46
iPhone (GSM-005)
Op 23 juli 2019 is verdachte aangehouden op de locatie [straatnaam] te Groningen. Dit betreft de woning van de (ex-)vriendin van verdachte, [naam 33] . Op deze locatie werd ook een roze Apple iPhone (GSM-005) aangetroffen. Dit toestel werd aangetroffen in een kast in de slaapkamer op dit adres en dit betreft dezelfde kast waar verdachte zich had verstopt onder wat kleding en achter een grote lachgas-cilinder. Door [naam 33] is verklaard dat de telefoon niet haar eigendom is. Uit onderzoek naar deze telefoon is gebleken dat dit toestel waarschijnlijk ten tijde van de aanhouding bij verdachte in gebruik is geweest. Zo is gebleken dat er twee gebruikersnamen onder de usernames stonden: [naam 36] en [accountnaam] . [naam 36] betreft de partner van de moeder van verdachte. Zoals hiervoor reeds is overwogen, maakt verdachte veelvuldig gebruik van de gebruikersnaam [accountnaam] . Blijkens de lijst van gesprekken en contacten is er met dit toestel contact geweest met onder meer [naam 36] , [naam 37] (halfzus van verdachte), [naam 29] (moeder van verdachte), [naam 33] ((ex-)vriendin van verdachte). Ook is er op deze telefoon het volgende bericht dat via het chatprogramma Telegram is verstuurd, aangetroffen: “goeie kechie, bericht haar nu [telefoonnummer] naam [naam 33] komt uit Groningen. Paar berichtjes en je neukt haar. Maakt niet uit hoe je aan haar nummer komt, gewoon zeggen van een vriend gekregen!”. waarin aan de ontvanger het nummer van
[naam 33] wordt gegeven. Een “kechie” is straattaal voor “hoer”. Blijkens het politie informatiesysteem is het genoemde GSM- nummer in gebruik geweest bij [naam 33] , de vriendin van verdachte.
Verder zijn er Telegram-gesprekken aangetroffen tussen de gebruiker van de roze iPhone en een onbekende tegenpartij, waarin het lijkt te gaan om de modus operandi om een oplichting te plegen. Op dit toestel zijn daarnaast nog vier filmpjes veiliggesteld met daarop kennelijk instructies voor het plegen van fraude. Op één van de filmpjes wordt het scherm van een bitcoin-site getoond met daarop het getal: 0,02827 BTC. Daarboven staat de naam [verdachte].
47
Door de moeder van verdachte is overigens verklaard dat verdachte inderdaad gebruik maakte van een roze iPhone.
48
Overweging rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het politieonderzoek dat de Acer-laptop met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid toebehoorde aan medeverdachte [naam 38] . De enkele omstandigheid dat verdachte samen met [naam 38] aanwezig was op de hotelkamer op het moment van inbeslagname van deze laptop, acht de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat verdachte de beschikking heeft gehad over deze laptop en de daarop aangetroffen programma’s, software en documenten. Verdachte zal daarom in zoverre worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de plek waar de Lenovo laptop, de Samsung-telefoon (GSM003) en de roze Apple iPhone (GSM-005) zijn aangetroffen in combinatie met de inhoud van deze gegevensdragers en de daarop gebruikte accounts, buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat verdachte de gebruiker is geweest van deze gegevensdragers. Dat deze gegevensdragers in de ten laste gelegde periode ook door anderen zou zijn gebruikt acht de rechtbank niet aannemelijk.
Uit het onderzoek van de politie volgt dat op de Lenovo-laptop de programma’s Bluestacks, Xampp, MPChecker en VPN-software aanwezig waren. Met deze programma’s en bestanden was het voor verdachte mogelijk om phishingwebsites en apps te maken buiten de gereguleerde omgeving om. Met de software ‘MPChecker’ is het voor verdachte voorts mogelijk geweest om op grote schaal Marktplaatsaccounts in te lezen en de geldigheid hiervan te controleren. Deze accounts konden vervolgens worden gebruikt om contact op te nemen met aanbieders op Marktplaats waarbij phishinglinks konden worden verstuurd. Het account was daarmee niet herleidbaar tot verdachte, mede dankzij de beschikbare VPN-software.
Op de Samsung-telefoon (GSM-003) en de roze Apple iPhone (GSM-005) zijn daarnaast instructiefilms aangetroffen die bedoeld zijn voor het maken en/of beheren van phishingsites en het plegen van phishing. Met de verkregen gegevens kon vervolgens wederrechtelijk worden ingelogd dan wel binnengedrongen in verschillende (marktplaats)accounts en/of bankrekeningen.
Naast bovengenoemde software zijn op de Lenovo laptop bestanden aangetroffen met daarin in totaal 31.373 e-mailadressen en bijbehorende wachtwoorden aangetroffen. Deze gegevens konden vervolgens in het programma MPChecker worden ingevoerd, waarmee de geldigheid van de verschillende accounts gecontroleerd kon worden en waarna deze accounts voor verdachte ook toegankelijk werden. Op de Samsung-telefoon (GSM-003) zijn eveneens screenshots gevonden van een kladblok met gebruikersnamen en wachtwoorden.
Verdachte heeft daarmee de beschikking gehad over gegevens en software met het oogmerk om daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht te plegen.
De rechtbank acht derhalve het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4: voorbereiding van een gewoonte maken van het plegen van witwassen
Apple iPhone (GMS-005)
Op 26 november 2019 is door de politie nader onderzoek ingesteld naar de roze Apple iPhone (GMS005). Daarbij zijn de volgende feiten vastgesteld.
[naam 19]
Op de telefoon werd een whatsappbericht aangetroffen waarin een afbeelding te zien is van een bankpas. Deze bankpas is op naam gesteld van [naam 19] . Van het bankrekeningnummer is het volgende te zien: [rekeningnnummer] . Onderzoek binnen positiesystemen leverde op dat het bankrekeningnummer [rekeningnnummer] was gebruikt bij twee aangiften van oplichting. In het whatsappbericht wordt aangegeven hoe toegang kan worden verkregen tot de bankgegevens van dit rekeningnummer. Er wordt ook een wachtwoord doorgegeven, namelijk [wachtwoord] .
49
[benadeelde partij 22]
Op de telefoon werd ook een afbeelding aangetroffen van een bankpas van de bankrekening [rekeningnnummer] ten name van [benadeelde partij 22] . Uit de politiesystemen kwam een procesverbaal van aangifte voor van [benadeelde partij 22] geboren op 26 september 1985. Zij deed aangifte van hacken en het misbruiken van haar identiteit. Via haar bankrekening [rekeningnnummer] waren geldbedragen bijgeschreven door derden waarna deze geldbedragen direct weer werden afgeschreven. Zij ontving hierover een aantal pushberichten op zaterdag 18 mei 2019. Uiteindelijk bleek dat haar bankrekening was overgenomen door iemand. Deze persoon had vervolgens geldbedragen op deze bankrekening ontvangen middels oplichting. Via Knab hoorde aangeefster dat er in totaal vijf personen zich bij hen hadden gemeld met de mededeling dat zij waren opgelicht en geld hadden overgemaakt naar de bankrekening van aangeefster.
50
[naam 21]
Verder werd op de telefoon een bankpas aangetroffen van de bankrekening [rekeningnnummer] t.n.v. [naam 21] . Met betrekking tot deze bankrekening zijn binnen de politiesystemen geen aangiften te vinden die in relatie staan tot deze bankrekening. Wel zijn bij de doorzoeking op het adres
[straatnaam] te Groningen enkele bol.com kaarten aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat deze bol.com kaarten ter verkoop zijn aangeboden op een website wissel.nl.
51Door de politie zijn vervolgens de gegevens opgevraagd door wie deze kaarten bij wissel.nl zijn aangeboden. Door wissel.nl is vervolgens geantwoord dat de kaarten zijn aangeboden door [naam 21] met voornoemd
IBAN-nummer. De foto’s van de bol.com kaarten zijn aangeboden via het e-mailadres schetser6@gmail.com.
52Samsung (GSM-003)
Op 26 november 2019 is een vervolgonderzoek ingesteld aan de Samsung smartphone (GSM-003). In dit onderzoek is het volgende naar voren gekomen.
[naam 13] e/o [naam 14]
In de telefoon werden twee printscreens, dan wel afbeeldingen aangetroffen met betrekking tot een mevrouw [naam 13] . Eén hiervan is een transactie waar een Ideal-overboeking van een rekeninghouder [naam 13] e/o [naam 14] zichtbaar is. Een andere afbeelding laat een 4-stappenplan zien van Ideal, waarbij de gebruiker bij de laatste stap (4) is. Het scherm geeft aan dat er op 3 juli
2019 € 102,49 betaald is aan de ontvanger ( [naam 39] ) met als transactienummer
1030000074117455 en de omschrijving 'Beltegoed.nl 68991206’. Hier is te zien dat er nog twee tabbladen open staan, te weten:
  • https://marktplaats-vericatie.spa...en
  • (10) Berichten - Marktplaats: b ...
De volledige tekst is niet te zichtbaar, omdat er kennelijk meerdere tabbladen openstaan, die niet te zien zijn op de afbeelding.
Voorts is op deze telefoon een afbeelding aangetroffen met daarop een overzicht van de accounts van aangever [naam 13] en het daarbij behorende saldo.
53
Door [naam 14] is op 8 juli 2019 aangifte gedaan van oplichting waarbij voornoemd bedrag van € 102,49 van de rekening van haar moeder, die zij ook beheert, zonder toestemming en zonder medeweten van haar werd afgeschreven en overgemaakt naar [rekeningnnummer] ( [naam 39] ). Dit kan alleen als er een inlog binnen (mobiel) internetbankieren heeft plaatsgevonden.
54
[naam 15] E/O [naam 16]
Op een andere afbeelding die op de telefoon werd aangetroffen is een Rabobank-omgeving zichtbaar met daarin een overzicht van een RABO-bankaccount ( [rekeningnnummer] ) ten name van [naam 15] E/O [naam 16] , waar tevens het saldo te zien is. Ook is er op de telefoon een afbeelding aangetroffen met een totaaloverzicht van de Rabobankaccounts van [naam 15] met het daarbij behorende saldo. Vervolgens bevat de telefoon een afbeelding waarop een overboeking te zien is van € 0,01 naar de tegenrekening [rekeningnnummer] op 7 juli 2019.
55
De heer [naam 15] heeft op 11 juli 2019 te Haaksbergen aangifte gedaan van fraude.
Via Marktplaats werd door de aangever een rollator aangeboden, waar op zondag 7 juli 2019 door ene ‘Bevers’ op werd geboden. Via de chat werd een ‘veiligheidstransactie’ voorgesteld van €0,01, waarbij een link werd verstuurd. De vrouw van aangever klikte hierop om de betaling te doen en heeft ingelogd met hun inlog gegevens van de Rabobank. Toen dit niet lukte werd de transactie afgekapt. Daarna werd er niets meer vernomen van ‘Bevers’.
Op woensdag 10 juli 2019 werd door de aangever ontdekt dat er meerdere grote bedragen waren afgeschreven van hun gezamenlijke rekening. Zonder medeweten waren betalingen verricht naar [naam 44] en Bol.com. In totaal voor € 4.055,38 werd afgeschreven.
56
Mw. [benadeelde partij 23] , Hr. [naam 18]
Tevens werd op de Samsung telefoon een printscreen/afbeelding aangetroffen met daarop een overzicht op vermoedelijke een Apple iPhone, waarop het scherm een afbeelding is te zien van mogelijk een ING-omgeving van een ING-bankapp. Op het scherm staat onder de oranje balk een groene balk met de tekst: ‘Welkom terug in de app. Ontdek wat handig voor je is.’. Hieronder staat het saldo overzicht van een betaalrekening ten name van [benadeelde partij 23] e/o [naam 18] , [rekeningnnummer] met het positieve saldo van

€ 10.194,65.57

Op vrijdag 2 augustus 2019 deed de heer [naam 18] aangifte ter zake oplichting/phishing aan het politiebureau Hengelo. Uiteindelijk bleek dat op 27 maart 2019 een andere Apple IPhone 5s is gekoppeld aan het account van de aangever en tevens zijn mobiele app. Aangever zag dat er in totaal in vier transacties op 13 en 14 juli 2019 via online bankieren voor € 916,01 was overgemaakt van zijn rekening naar Bitonic via Mollie (Payments).
58
Overweging rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de hiervoor genoemde gegevens voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van het plegen van gewoontewitwassen. Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft geconcludeerd is verdachte de gebruiker geweest van de Samsung-telefoon (GSM-003) en de roze Apple iPhone (GSM-005). Nu de tenlastegelegde afbeeldingen met de bankgegevens zijn aangetroffen op deze telefoons, in combinatie met de overige onder verdachte aangetroffen software, programma’s en bestanden die kennelijk bestemd zijn voor het plegen van online fraude, kan niet anders geconcludeerd worden dan dat verdachte deze gegevens voorhanden heeft gehad en dat deze gegevens gebruikt zijn ter voorbereiding van het plegen van gewoontewitwassen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 1 augustus 2018 in Nederland, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, na te noemen benadeelde personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, en het aangaan van een schuld, te weten het aangaan van een koopovereenkomst,
immers heeft verdachte telkens, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk en in strijd met de waarheid,
-goederen te koop aangeboden via een advertentie op de website Marktplaats.nl, en daarbij
-zich voorgedaan als bezitter van dat via internet aangeboden goed en als bonafide verkoper van dat goed tegen betaling, en
-gezegd dat verdachte het goed na ontvangst van de betaling zou versturen of laten bezorgen, en
-gehandeld onder een valse naam, te weten [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en een vals e-mailadres, en
- andere onjuiste gegevens verstrekt waardoor het achterhalen van de werkelijke personalia en het adres van verdachte en aldus de verhaalsmogelijkheden voor benadeelden werden bemoeilijkt,
waardoor die benadeelde personen telkens werden bewogen tot na te noemen afgiften en het aangaan van na te noemen koopovereenkomsten, te weten:
1-op 21 september 2016 te Rotterdam, afgifte van 455 euro voor een aangeboden Nikon D700 body, benadeelde [benadeelde partij 1] , en
2-op 28 december 2016 te Wijk bij Duurstede, afgifte van 195 euro voor aangeboden Apple Airpods, benadeelde [benadeelde partij 2] , en
3-op 21 februari 2017 te Amsterdam, afgifte van 506,50 euro voor een aangeboden camera Nikon D7200, benadeelde [benadeelde partij 3] , en
4-op 20 april 2017 te Hoogland, afgifte van 276,50 euro voor een aangeboden actioncam GoPro, benadeelde [benadeelde partij 4] ,
en,
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 1 augustus 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, na te noemen benadeelde personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en het aangaan van een schuld, te weten het aangaan van een koopovereenkomst,
immers heeft verdachte telkens, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk en in strijd met de waarheid,
  • goederen te koop aangeboden via een advertentie op de website Marktplaats.nl, en daarbij
  • zich voorgedaan als bezitter van dat via internet aangeboden goed en als bonafide verkoper van datgoed tegen betaling, en
  • gezegd dat verdachte het goed na ontvangst van de betaling zou versturen of laten bezorgen, en
  • gehandeld onder een valse naam en/of een vals e-mailadres, en
  • andere onjuiste gegevens verstrekt waardoor het achterhalen van de werkelijke personalia en hetadres van verdachten en aldus de verhaalsmogelijkheden voor benadeelden werden bemoeilijkt,
waardoor die benadeelde personen telkens werden bewogen tot na te noemen afgiften en/of het aangaan van na te noemen koopovereenkomsten, te weten:
5-op of omstreeks 25 februari 2018 te Maasland, afgifte van 800 euro voor een aangeboden Blue Pulse Soundbar, benadeelde [benadeelde partij 5] , en
6-op of omstreeks 14 april 2018 te Ermelo, afgifte van 286,95 euro voor een aangeboden Oculus Rift, benadeelde [benadeelde partij 6] , en
7-op of omstreeks 3 juli 2018 te Barneveld, afgifte van 246,60 euro voor een aangeboden Nintendo Switch Console, benadeelde [benadeelde partij 7] , en
8-op of omstreeks 26 januari 2018 te Roelofarendsveen, afgifte van 130 euro voor een aangeboden
Nest 3V Thermostaat, benadeelde [benadeelde partij 8] , en
9-op of omstreeks 11 december 2017 te Ommen, afgifte van 200 euro voor aangeboden concertkaarten, benadeelde [benadeelde partij 9] , en
10-op of omstreeks 30 januari 2018 te Enkhuizen, afgifte van 126,95 euro voor aangeboden Apple Airpods, benadeelde [benadeelde partij 10] , en
11-op of omstreeks 2 januari 2018 te Roosendaal, afgifte van 569 euro voor een aangeboden iRobot Roomba 980, benadeelde [benadeelde partij 11] , en
12-op of omstreeks 25 juni 2018 te Weert, afgifte van 308,15 euro voor een aangeboden Oculus Rift VR-bril, benadeelde [benadeelde partij 12] en/of [benadeelde partij 13] , en
13-op of omstreeks 16 april 2018 te Wijchen, afgifte van 180 euro voor een aangeboden Nvidia Shield TV, benadeelde [benadeelde partij 14] ;
2.
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 1 oktober 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, telkens van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met anderen, meermalen een voorwerp, te weten telkens een hoeveelheid geld, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet
te weten:
1-in of omstreeks september 2016, ongeveer 455 euro
(aangifte [benadeelde partij 1] ), en
2-in of omstreeks december 2016, ongeveer 195 euro
(aangifte [benadeelde partij 2] ), en
3-in of omstreeks februari 2017, ongeveer 506,50 euro
(aangifte [benadeelde partij 3] ), en
4-in of omstreeks april 2017, ongeveer 276,50 euro, en
(via een of meer bankrekeningen op naam van [medeverdachte 1] en/of [naam 6] )
5-in of omstreeks februari 2018, ongeveer 800 euro
(aangifte [benadeelde partij 5] ), en
6-in of omstreeks april 2018, ongeveer 286,95 euro
(aangifte [benadeelde partij 6] ), en
7-in of omstreeks juli 2018, ongeveer 246,60 euro
(aangifte [benadeelde partij 7] ), en
8-in of omstreeks januari 2018, ongeveer 130 euro
(aangifte [benadeelde partij 8] ), en
9-in of omstreeks december 2017, ongeveer 200 euro
(aangifte [benadeelde partij 9] ), en
10-in of omstreeks januari 2018, ongeveer 126,95 euro
(aangifte [benadeelde partij 10] ), en
11-in of omstreeks januari 2018, ongeveer 569 euro
(aangifte [benadeelde partij 11] ), en
12-in of omstreeks juni 2018, ongeveer 308,15 euro
(aangifte [benadeelde partij 12] ), en
13-in of omstreeks april 2018, ongeveer 180 euro
(aangifte [benadeelde partij 14] ), en
(via een bankrekening op naam van [naam 7] )
14-in of omstreeks juni en/of juli 2018, ongeveer 256,50 euro
(aangifte [benadeelde partij 15] ), en
(via een bankrekening op naam van [naam 8] )
15-in of omstreeks september 2018, ongeveer 510 euro
(aangifte [benadeelde partij 16] ), en
16-in of omstreeks september 2018, ongeveer 130 euro
(aangifte [benadeelde partij 17] ), en
(via een bankrekening op naam van [naam 9] )
17-in of omstreeks juli 2018, ongeveer 1512,71 euro
(aangifte [benadeelde partij 18] ) en
(via een bankrekening op naam van [naam 10] en/of [naam 11] )
18-in of omstreeks juli 2018, ongeveer 1000 euro
(aangifte [benadeelde partij 19] ), en
(via een bankrekening op naam van [naam 12] )
19-in of omstreeks september 2018, ongeveer 500 euro,
(aangifte [benadeelde partij 20] ),
terwijl hij wist, dat die voorwerpen - middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
3.
hij in de periode van 1 februari 2019 tot en met 23 juli 2019 te Groningen en in Nederland, meermalen, telkens met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, werd gepleegd,
op een laptop, merk Lenovo, een mobiele telefoon, merk Samsung (GSM-003) en een mobiele telefoon, merk iPhone (GSM-005), technische hulpmiddelen die hoofdzakelijk geschikt gemaakt waren tot het plegen van zodanig misdrijf, te weten,
- programma’s/scripts, te weten Bluestacks en Xampp en Bonk.zip en
MPChecker en VPN-software, en
- instructiefilms bedoeld voor het maken en/of beheren van een phishingsite en het plegen vanphishing, waarmee gegevens van slachtoffers van phishing worden verkregen teneinde die gegevens te gebruiken voor het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen op een account en/of bankrekening van een ander dan verdachten,
voorhanden heeft gehad, EN
hij in de periode van 1 februari 2019 tot en met 23 juli 2019 te Groningen en in Nederland, meermalen, telkens met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, werd gepleegd,
computerwachtwoorden en toegangscodes en daarmee vergelijkbare gegevens waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, te weten
31.373 ( marktplaats)accounts/gebruikersnamen, met bijbehorende wachtwoorden, op een laptop,merk Lenovo, en- een hoeveelheid gebruikersnamen en bijbehorende wachtwoorden, op een mobiele telefoon, merk Samsung (GSM-003),
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 23 juli 2019 te Groningen, meermalen, telkens ter voorbereiding van het misdrijf van het plegen van gewoontewitwassen als omschreven in artikel 420ter Wetboek van Strafrecht, opzettelijk informatiedragers, te weten
- een mobiele telefoon merk Samsung (GSM-003), en- een mobiele telefoon, merk iPhone (GSM-005),
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, namelijk bevattende
- foto’s/screenshots van bankrekeningen op naam van [naam 13] e/o [naam 14] en [naam 15] e/o
[naam 16] en [benadeelde partij 23] e/o [naam 18] , en
- foto’s/screenshots van betaalpassen op naam van [naam 19] (rekeningnummer [rekeningnnummer] ) en [naam 20] (rekeningnummer [rekeningnnummer] ) en [naam 21] (rekeningnummer
[rekeningnnummer] ),
voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. oplichting, meermalen gepleegd; en medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd; 2. van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
3. met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c vanhet Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf voorhanden hebben; EN
met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een computerwachtwoord, toegangscode of een daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, voorhanden;
4. voorbereiding van een gewoonte maken van het plegen van witwassen.
Deze feiten zijn, met uitzondering van de zaken 1 tot en met 4 van feit 2, strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 tot en met 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft gelet op de overschrijding van de redelijke termijn een korting van 10 procent (3 maanden gevangenisstraf) toegepast in zijn eis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de strafeis, aangezien zijns inziens onvoldoende informatie beschikbaar is over de persoon van verdachte om adequaat verweer te kunnen voeren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering van het Leger des Heils van 24 september 2019, 3 december 2019 en 1 september 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 20 mei 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen gedurende een periode van ruim twee jaar schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichtingen via marktplaats en gewoontewitwassen. Daarnaast heeft verdachte technische hulpmiddelen en wachtwoorden voor (marktplaats)accounts voorhanden gehad met het oogmerk computervredebreuk te plegen en had hij de beschikking over bankrekeninggegevens van verschillende mensen ter voorbereiding van het plegen van gewoontewitwassen. Door het handelen van verdachte is een groot aantal slachtoffers financieel benadeeld en is hun vertrouwen in de medemens schade toegebracht. Het gebruik van gehackte (persoons)gegevens vormt bovendien een inbreuk op het privéleven van anderen en leidt daarmee tot gevoelens van onveiligheid. Feiten zoals deze tasten bovendien ook het algemene vertrouwen in het digitale betalingsverkeer aan.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij enkel aan zijn eigen financieel gewin heeft gedacht en zich niet heeft bekommerd om zijn slachtoffers. Verdachte heeft ten koste van de slachtoffers een luxe leven geleid en heeft zich daarbij geen rekenschap gegeven van de aan hen toegebrachte schade. De oplichtingen zijn slechts gestopt doordat verdachte door de politie werd opgepakt. Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt echter dat verdachte, die in het kader van de onderhavige strafzaak uit de voorlopige hechtenis is geschorst, op dit moment opnieuw in voorlopige hechtenis zit op verdenking van soortgelijke feiten. In het kader van die zaak is door de reclassering een advies uitgebracht en heeft een trajectconsult plaatsgevonden waarbij een psychologisch pro justitia onderzoek wordt geadviseerd om zodoende meer zicht te krijgen in de pathologie van verdachte. Hoewel verdachte zich bereid heeft verklaard om mee te werken aan dit onderzoek, heeft dit advies er niet toe geleid tot verandering van de houding van verdachte ten opzichte van de feiten waarvan hij wordt verdacht. Verdachte heeft op geen enkele manier afstand genomen van de bewezenverklaarde feiten en heeft tot op heden geen enkele verantwoordelijkheid genomen. Ook is verdachte niet ter terechtzitting verschenen om een en ander toe te lichten. De rechtbank heeft dan ook besloten om de behandeling van de onderhavige zaak niet aan te houden in afwachting van het psychologische onderzoek in de zaak waar verdachte op dit moment voor in voorlopige hechtenis zit. Verdachte heeft in het verleden meerdere keren zonder succes behandeltrajecten gevolgd en gelet op de houding van verdachte ten opzichte van hulpverlening in het verleden en ten opzicht van de feiten waarvan hij wordt verdacht, acht de rechtbank het niet wenselijk om in de onderhavige zaak, waarbij reeds sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, tot aanhouding over te gaan. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht over de persoon van verdachte om in de onderhavige zaak tot een einduitspraak te komen.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten. Ook artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.
De rechtbank is, alles afwegend, van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van de feiten door een lichtere strafrechtelijke afdoening miskend zouden worden.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf rekening met de overschrijding van de redelijke termijn. De termijn is aangevangen bij de aanhouding van verdachte en zijn eerste verhoor op 23 juli 2019. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen. Daarmee is de redelijke termijn met 11 maanden overschreden. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aan te wijzen die de termijnoverschrijding rechtvaardigen. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding tot gevolg moet hebben dat er een korting van 10 procent moet worden toegepast op de op te leggen straf, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden, met aftrek van het voorarrest, dan ook passend en geboden. De rechtbank ziet thans geen aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en hier bijzondere voorwaarden aan te verbinden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[benadeelde partij 3], tot een bedrag van € 506,50 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 5], tot een bedrag van € 800,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 6], tot een bedrag van € 286,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 7], tot een bedrag van € 250,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 9], tot een bedrag van € 200,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 11], tot een bedrag van € 569,00 ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 12], tot een bedrag van € 449,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 14], tot een bedrag van € 180,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
[benadeelde partij 16], tot een bedrag van € 510,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt geteld dat de vorderingen onder 1, 2, 3, 5, 8 en 9 voldoende zijn onderbouwd en voor toewijzing vatbaar zijn. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 7] (4) heeft de officier van justitie aangevoerd dat de vordering toewijsbaar is tot een bedrag van € 246,60 en dat deze voor het overige niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De vordering van [benadeelde partij 12] (7) is toewijsbaar tot een bedrag van € 308,15 en dient voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard te worden. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 11] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat alleen de gevorderde materiële schade van € 569,00 voor toewijzing vatbaar is en dat de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de vorderingen benadeelde partij.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vorderingen 1, 2, 3, 5, 8 en 9
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 en 2 bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen.
De toegewezen vorderingen worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf de volgende data:
  • [benadeelde partij 3] , vanaf 21 februari 2017;
  • [benadeelde partij 5] , vanaf 25 februari 2018;
  • [benadeelde partij 6] , vanaf 14 april 2018;
  • [benadeelde partij 9] , vanaf 11 december 2017;
  • [benadeelde partij 14] , vanaf 16 april 2018;
  • [benadeelde partij 16] , vanaf 9 september 2018.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij van [benadeelde partij 7]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering echter slechts toewijsbaar tot het bedrag dat door de benadeelde partij is overgemaakt naar de betreffende bankrekening in het kader van de oplichting, te weten € 246,60, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 juli 2018. De vordering zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij van [benadeelde partij 11]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde. De vordering die ziet op de materiële schade van € 569,00 en waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 januari 2018.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van onzekerheid of niet nader onderbouwde psychische klachten vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij van [benadeelde partij 12]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering echter slechts toewijsbaar tot het bedrag dat door de benadeelde partij is overgemaakt naar de betreffende bankrekening in het kader van de oplichting, te weten een bedrag van € 308,15, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2018. De gevorderde meerprijs voor de aanschaf van een VR-bril via een officiële (web)winkel betreft geen schade en komt daarom ook niet voor vergoeding in aanmerking. De vordering wordt in zoverre niet-ontvankelijk verklaard.
Hoofdelijkheid
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij onder 2 tot en met 9 stelt de rechtbank vast dat verdachte de strafbare feiten samen met een of meer anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al heeft/hebben betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte in bovenstaande vorderingen vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Veroordeling in de kosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een contant geldbedrag van
€ 59.30, een Louis Vuitton heuptas, een Arriva dagkaart, vier Paysafecards, een pet van het merk The
North Face, een mobiele telefoon van het merk Samsung (type SM-G50F), een computer van het merk
HP, een computer van het merk ACER, een jas van het merk Canada Goose, een jas van het merk Woolrich, een zwart shirt, een jas van het merk Calvin Klein, een jas van het merk Parajumpers en een stuk kleding van het merk Stone Island vatbaar voor verbeurdverklaring nu dit voorwerpen betreffen die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen en deze toebehoren aan verdachte.
De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 40 gram hennep, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu deze hennep geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het onder 1 bewezenverklaarde is verkregen en de hennep van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 46, 47, 57, 60a, 63, 139d, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Vorderingen benadeelde partij:
Ten aanzien van 18/850085-19, feit 1:
[benadeelde partij 3] ;
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[benadeelde partij 3]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 februari 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 506,50 (zegge: vijfhonderdzes euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2017 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 5] ;
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 5]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 5] aan de Staat te betalen een bedrag van € 800,00 (zegge: achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 16 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 6] ;
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 6]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 april 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 6] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 286,95(zegge: tweehonderdzesentachtig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 april 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 7] :
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 7]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [benadeelde partij 7] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 7] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 246,60(zegge: tweehonderdzesenveertig euro en zestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 9] :
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 9]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 9] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 200(zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 11] :
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 11] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [benadeelde partij 11] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 11] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 569,00(zegge: vijfhonderdnegenenzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 12] :
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 12] te betalen:
  • het bedrag van € 308,15 (zegge: driehonderdacht euro en vijftien eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [benadeelde partij 12] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 12] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 308,15(zegge: driehonderdacht euro en vijftien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[benadeelde partij 14] ;
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 14]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 april 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 12] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 180,00(zegge: honderdtachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van 18/850085-19, feit 2:
[benadeelde partij 16] .
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij 16]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 september 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 16] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 510,00(zegge: vijfhonderdtien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen goederen, te weten:

Geld Euro - € 59,30;
1.00 STK Tas Kl:zwart LOUIS VUITTON heuptas - € 481,00;
1.00 STK Kaart ARIVA dagkaart;
4.00 STK Waardebon PAYSAFECARD;
1.00 STK Pet Kl:zwart THE NORTH FACE baseball;
1.00 STK Mobiele telefoon SAMSUNG Sm-G50f
(1150644 voor- en achterkant gebarsten);
7. 1.00 1.00 STK Computer HP DBO800ND inclusief lader;
7. 1.00 1.00 STK Computer ACER N18CL inclusief lader;
7. 1.00 1.00 STK Jas Kl:Groen CANADA 000SE;
7. 1.00 1.00 STK Jas Kl:Groen WOOLRICH;
7. 1.00 1.00 STK Shirt Kl:Zwart;
7. 1.00 1.00 STK Jas K1:Zwart CALVIN KLEIN;
7. 1.00 1.00 STK Jas Kl:Zwart PARAJUMPERS;
7. 1.00 1.00 STK Kleding K1:Zwart STONE ISLAND.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen:

40.00 GR Verdovende Middelen HENNEP.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Timmermans, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. F. Sieders, rechters, bijgestaan door mr. E. E. de Vries , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 juli 2022.
Mr. Sieders en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar met paginanummer aangeduide processen-verbaal en andere stukken betreft dit op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van Districtsrecherche Groningen, onderzoek TUCKER met het kenmerk NN2R018134, met als sluitingsdatum 23 maart 2020.
A-072-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 1] , d.d. 29 oktober 2018, p. 1675 e.v.
A-073-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 2] , d.d. 29 oktober 2018, p. 1681 e.v.
A-074-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 3] , d.d. 29 oktober 2018, p. 1687 e.v.
A-075-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 4] , d.d. 29 oktober 2018, p. 1692 e.v.
AH-012-01 Proces-verbaal van bevindingen 126nc opgemaakt door LMIO, d.d. 11 april 2019, p. 1948 e.v.
A-082-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 5] , d.d. 9 januari 2019, p. 1826 e.v.
A-083-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 6] , d.d. 9 januari 2019, p. 1831 e.v.
A-090-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 14] , d.d. 9 januari 2019, p. 1880 e.v.
AH-012-01 Proces-verbaal van bevindingen 126nc opgemaakt door LMIO, d.d. 11 april 2019, p. 1948 e.v.
G-002-01 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] , d.d. 28 maart 2019, p. 2019 e.v.
AH-012-01 Proces-verbaal van bevindingen 126nc opgemaakt door LMIO, d.d. 11 april 2019, p. 1948 e.v.
V-015-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , d.d. 28 maart 2019, p. 2134
e.v.
14. V-009-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , d.d. 14 maart 2019, p. 2119 e.v.
15. V-010-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 31] , d.d. 20 maart 2019, p. 2123 e.v.
16. V-015-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , d.d. 28 maart 2019, p. 2134 e.v.
17. FIN-026-01 Vordering verstrekking identificerende gegevens, d.d. 17 juli 2018, p. 2009.
18. FIN-026-02 Schriftelijk bescheid, te weten een e-mail d.d. 20 juli 2018, p. 2010.
19. V-017-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] , d.d. 31 juli 2018, p. 2164 e.v.
20. A-078-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 16] , d.d. 6 december 2018, p. 1789 e.v.
21. A-079-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 17] , d.d. 6 december 2018, p. 1810 e.v.
22. A-077-01 Proces-verbaal van aangifte [naam 8] , d.d. 25 september 2018, p. 1771 e.v.
23. V-012-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 26] , d.d. 23 maart 2019, p. 2130 e.v.
24. A-102-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 18] , d.d. 1 april 2019, p. 1900 e.v.
25. A-076-01 Proces-verbaal van aangifte [naam 9] , d.d. 17 september 2018, p. 1699 e.v.
26. A-103-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 19] , d.d. 5 april 2019, p. 1918 e.v.
27. GET-003-01 Proces-verbaal verhoor getuige [naam 10] , d.d. 3 april 2019, p. 2021 e.v.
28. G-004-01 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 11] , d.d. 4 april 2019, p. 2027 e.v.
29. V-023-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 29] , d.d. 6 augustus 2019, p. 2175
30. A-095-01 Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 20] , d.d. 18 maart 2019, p. 1894 e.v.
31. G-003-01 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , d.d. 11 maart 2019, p. 2011 e.v.
32. V-012-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 26] , d.d. 23 maart 2019, p. 2130 e.v.
33. O-001-02 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [naam 33] , d.d. 1 maart 2019, p. 2041 e.v.
34. O-001-01 Proces-verbaal van aangifte [naam 33] , d.d. 28 februari 2019, p. 2038 e.v.
35. V-010-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 31] , d.d. 20 maart 2019, p. 2123 e.v.
36. V-023-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 29] , d.d. 6 augustus 2019, p. 2179
37. AH-055-01 Proces-verbaal van bevindingen iCOV [verdachte] , d.d. 3 augustus 2019, p. 8 van procesdossier deel 1 van 33.
38. IBN-006-01 Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 28 februari 2019, p. 2440 e.v.
39. V-016-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 februari 2019, p. 2470 e.v.
40. AH-051-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2019, p. 2334 e.v.
41. AH-054-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2019, p. 2348 e.v.
42. AH-020-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2019, p. 2289 e.v.
43. AH-053-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 mei 2019, p. 2343 e.v.
44. AH-051-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2019, p. 2334 e.v.
45. V-016-10 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 februari 2019, p. 2470 e.v.
46. AH-061-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2019, p. 2361 e.v.
47. AH-061-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2019, p. 2369 e.v.
48. AH-060-01 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2019, p. 2357 e.v.
49. AH-065-01 Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. Roze iPhone, d.d. 9 december 2019, p. 2403 e.v.
50. AH-065-01 Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. Roze iPhone, d.d. 9 december 2019, p. 2404 e.v.
51. AH-065-01 Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. Roze iPhone, d.d. 9 december 2019, p. 2405 e.v.
52. AH-051-02 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 27 november 2019, p. 2331 e.v.
53. AH-066-01 Proces-verbaal van bevindingen (GSM-003) d.d. 20 januari 2020, p. 2407 e.v.
54. A-140-01 Proces-verbaal aangifte [naam 14] , d.d. 8 juli 2019, p. 2209 e.v.
55. AH-066-01 Proces-verbaal van bevindingen (GSM-003) d.d. 20 januari 2020, p. 2407 e.v.
56. A-139-01 Proces-verbaal van aangifte [naam 15] , d.d. 11 juli 2019, p. 2196 e.v.
57. AH-066-01 Proces-verbaal van bevindingen (GSM-003) d.d. 20 januari 2020, p. 2407 e.v.
58. A-141-01 Proces-verbaal van aangifte [naam 18] , d.d. 2 augustus 2019, p. 2211 e.v.