Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
1, het volgende vast.
2
“Alleen ik heb met mijn ouders overlegt en ik zou de betaling graag per bank willen overmaken in jullie bijzijn natuurlijk, ik ben nog 17 en heb een jongeren rekening ik kan helaas niet zoveel geld opnemen bij de pinautomaat, ik hoop dat het geen probleem is.”3
4Door verbalisant [verbalisant 1] worden de foto’s van het facebookprofiel van [verdachte] eveneens bekeken en ook zij heeft geconstateerd dat de gelijkenis van de persoon op de foto’s van het facebookprofiel van [verdachte] en de persoon op de foto die aangeefster bij haar aangifte heeft aangeleverd grote gelijkenissen vertoont. Het postuur, kapsel en haarkleur, gezichtsvorm en wenkbrauwen komen overeen. Ook heeft zij geconstateerd dat op één van de foto’s van het facebookprofiel van [verdachte] te zien is dat deze persoon een opvallende witte riem draagt en dat de persoon op de door aangeefster aangeleverde foto dezelfde soort riem om had.
5
6Door de koper is in het gesprek met aangever exact dezelfde zin gebruikt als bij aangeefster [benadeelde partij 5] om te vragen of de betaling per bank overgemaakt mocht worden in het bijzijn van aangever.
7
8
Alleen heb ik met mijn ouders overlegt en ik zou de betaling graag per bank willen overmaken in jullie bij zijn natuurlijk, ik ben nog 17 en heb een jongeren rekening ik kan helaas niet zoveel geld opnemen bij de pinautomaat, ik hoop dat het geen probleem is”.Aangever geloofde dit en heeft vervolgens ingestemd met dit voorstel. De koper is op 29 maart 2019 langsgekomen in Dieverbrug, waarbij hij zich voorstelde als ‘ [naam 1] ’. Aangever heeft gezien dat deze ‘ [naam 1] ’ een app opende met de huisstijl van de ABN-AMRO bank en dat hij een bedrag van € 420,00 heeft overgemaakt naar het IBANnummer van aangever. Hierbij heeft aangever gecontroleerd of het IBAN-nummer correct werd ingevoerd en heeft hij gezien dat ‘ [naam 1] ’ een code in moest voeren om de betaling te bevestigen. Aangever heeft geen geld ontvangen en kreeg geen contact meer met ‘ [naam 1] ’. Aangever heeft ‘ [naam 1] ’ als volgt omschreven. Een jongen van ongeveer 17 jaar oud, kort donker haar wat stijl naar voren gedragen werd en een groenbruine jas die tot over de heupen viel. Door aangever zijn daarnaast schermafbeeldingen toegevoegd aan de aangifte waarop ‘ [naam 1] ’ te zien is.
9
10
11Uit de berichten die tussen aangever en ‘ [naam 1] ’ zijn verstuurd, blijkt dat door ‘ [naam 1] ’ opnieuw dezelfde zin is gebruikt als bij aangevers [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 4] , te weten:
“Alleen ik heb met mijn ouders overlegt en ik zou de betaling graag per bank willen overmaken in jullie bijzijn natuurlijk, ik ben nog 17 en heb een jongeren rekening ik kan helaas niet zoveel geld opnemen bij de pinautomaat, ik hoop dat het geen probleem is.”12
- [naam 2]
- [straatnaam]
- [postcode]
- [woonplaats]
- [telefoonnummer]
13
14
15Vervolgens heeft aangeefster deze foto doorgestuurd naar haar buurvrouw [naam 6] die de verdachte heeft binnengelaten in de portiek op 30 maart 2019, en deze bevestigde dat het inderdaad om dezelfde man ging die zij had binnengelaten in de portiek.
16Van haar dochter begreep aangeefster dat de naam van [verdachte] bij de instagramfoto stond.
17Door de verdediging is ter terechtzitting van 25 januari 2022 aangevoerd dat verdachte inderdaad de snorfiets heeft geleend, maar dat hij de snorfiets heeft teruggegeven aan een vriend van aangever [benadeelde partij 10] . Deze vriend zou hebben beloofd de snorfiets terug te geven aan aangever.
18Aangever [benadeelde partij 10] is hieromtrent gehoord door de rechter-commissaris. Hij heeft verklaard dat hij de snorfiets niet heeft teruggekregen van een vriend, maar dat hij van een drugsdealer heeft begrepen dat de snorfiets aan hem te koop is aangeboden.
19
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Oordeel van de rechtbank
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
- het bedrag van € 600,00 (zegge: zeshonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
- het bedrag van € 420,00 (zegge: vierhonderdtwintig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
- het bedrag van € 625,00 (zegge: zeshonderdvijfentwintig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
- het bedrag van € 850,00 (zegge: achthonderdvijftig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.