ECLI:NL:RBNNE:2022:2611

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
22 juli 2022
Zaaknummer
182318
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geslacht in geboorteakte van non-binair persoon

Op 6 juli 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak waarin een non-binair persoon verzocht om wijziging van het geslacht in de geboorteakte naar 'X'. Het verzoekschrift werd op 21 januari 2022 ingediend, vergezeld van een medische verklaring van een psycholoog-deskundige. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juni 2022 was de betrokkene aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de ambtenaar van de burgerlijke stand niet verscheen. De rechtbank overwoog dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor een non-binaire geslachtsaanduiding, maar dat er wel een maatschappelijke en juridische erkenning van genderneutrale identiteiten aan het ontstaan is. De rechtbank concludeerde dat het individuele belang van de betrokkene zwaarder weegt dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling. De rechtbank gelastte de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte aan te passen en het geslacht van de betrokkene te wijzigen naar 'X'. De beschikking is openbaar uitgesproken en hoger beroep kan binnen drie maanden worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/182318 / FA RK 22-65
beschikking van de meervoudige kamer d.d. 6 juli 2022
naar aanleiding van het verzoek van
[BETROKKENE],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen betrokkene,
advocaat mr. K.S.M. Smienk, kantoorhoudende te Vught,
de rechtbank merkt als belanghebbende aan:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Gemeente] ,
zetelende te [plaats] ,
hierna ook te noemen: de ambtenaar.

1.Het procesverloop

1.1.
De procedure is ingeleid met het verzoekschrift van betrokkene, door de rechtbank ontvangen op 21 januari 2022. Bij het verzoekschrift is een medische verklaring van 23 december 2021 gevoegd van drs. [naam] , psycholoog-deskundige transgenders, verbonden aan het Benelux Genderteam, ETZorg - afdeling T-cendent te Amsterdam.
1.2.
Op 13 april heeft de rechtbank een brief namens de ambtenaar ontvangen.
1.3.
Op 7 maart 2022 en 8 maart 2022 heeft de rechtbank nadere stukken namens betrokkene ontvangen.
1.4.
Op 8 juni 2022 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Daarbij is verschenen en gehoord betrokkene, bijgestaan door diens advocaat.
1.5.
De ambtenaar is opgeroepen, maar niet verschenen.
1.6.
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting nog nadere stukken overgelegd, waaronder een brief van 27 mei 2022 met daarin een aanvulling op het primaire verzoek. De rechtbank heeft deze stukken in het dossier gevoegd.

2.De feiten

2.1.
Betrokkene is op [geboortedatum] geboren in de gemeente [Gemeente] .
2.2.
Op de geboorteakte van de gemeente [Gemeente] , aktenummer [nummer] van het jaar [jaar] , opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand, staatbetrokkene vermeld als 'dochter' van de echtgenoten: [man] en [vrouw] .

3.Het standpunt van betrokkene en de beoordeling daarvan

3.1.
De rechtbank zal, conform de wens van betrokkene, naar betrokkene verwijzen met ‘die’ als persoonlijk voornaamwoord en ‘diens’ gebruiken als bezittelijk voornaamwoord.
3.2.
Betrokkene verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • Primair:een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Gemeente] te gelasten om aan de geboorteakte een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
  • Subsidiair: de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Gemeente] te gelasten om aan de geboorteakte een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ zal zijn.
3.3.
De advocaat van betrokkene heeft bij brief van 27 mei 2022 - die ter zitting is overgelegd - verschillende recente ontwikkelingen in de jurisprudentie uiteengezet en daarbij in aanvulling op het primaire verzoek verzocht om betrokkene te behandelen zoals de verzoekers in die uitspraken en daarbij zo veel mogelijk aan te sluiten bij toekomstige wetgeving.
3.4.
De ambtenaar heeft in de brief van 12 april 2022 geen inhoudelijk standpunt ingenomen over het verzoek.
3.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat de vermelding van het vrouwelijke geslacht op de geboorteakte (en daarmee ook het paspoort) van betrokkene niet overeenstemt met diens innerlijke genderbeleving. Tijdens de zitting heeft betrokkene gesteld dat die weliswaar is geboren met vrouwelijke geslachtskenmerken, maar zich geen vrouw of man voelt. Betrokkene identificeert zich als 'non-binair' en neemt ook maatregelen om zonder zichtbare uiterlijke vrouwelijke kenmerken door het leven te kunnen gaan, bijvoorbeeld door een borstverwijderende operatie. Ook psycholoog-deskundige transgenders drs. [naam] heeft de genderbeleving van betrokkene niet in twijfel getrokken.
3.6.
De rechtbank moet allereerst beoordelen of het mogelijk is om de geslachtsaanduiding in de geboorteakte van betrokkene te wijzigen naar 'X'. De rechtbank overweegt dat de huidige wettelijke bepalingen in beginsel niet voorzien in die mogelijkheid. Hoewel er inmiddels een wetsvoorstel voorligt tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte én Tweede Kamerlid Van Ginneken op 30 november 2021 naar aanleiding van dit wetsvoorstel een amendement heeft ingediend dat strekt tot het mogelijk maken van de registratie van 'X' in de geboorteakte, is op dit moment nog niet duidelijk of het wetsvoorstel zal worden aangenomen. De rechtbank Den Haag heeft in dit kader bij beschikking van 17 december 2021 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Daarbij heeft de rechtbank onder meer de vraag gesteld of de rechter de ruimte heeft om op verzoek van een non-binaire persoon tot toewijzing van een verzoek te komen dat leidt tot een genderneutrale registratie in de registers van de burgerlijke stand. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 maart 2022 echter afgezien van beantwoording van deze prejudiciële vraag. De Hoge Raad overwoog daartoe dat het wel beantwoorden van deze vraag de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten zou gaan, juist nu wetgeving op dit vlak al in voorbereiding is. Wel concludeerde de Hoge Raad daarbij dat het, totdat er sprake is van wetgeving, aan de rechter is om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen.
3.7.
De rechtbank stelt vast dat er sinds het arrest van de Hoge Raad van 4 maart 2022 nog geen nadere wetgeving in werking is getreden die de registratie van 'X' als geslachtsaanduiding mogelijk maakt. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 6 april 2022 advies uitgebracht aan de minister van Rechtsbescherming ten aanzien van het amendement bij het voorliggende wetsvoorstel en heeft geadviseerd om de mogelijkheid tot wijziging naar een geslachtsneutrale registratie via een zelfstandig wetsvoorstel te regelen. In principe is de wetgever dan ook nog steeds aan zet.
3.8.
De rechtbank is van oordeel dat van betrokkene niet kan worden verwacht dat die wacht op het wetgevingsproces. Want hoewel de wetgever in beginsel aan zet is, is de rechtbank van oordeel dat er inmiddels sprake is van een andere situatie dan ten tijde van een eerder arrest van de Hoge Raad (waarin de Hoge Raad concludeerde dat er op dat moment nog geen trend bestond naar maatschappelijke en juridische erkenning van een genderneutrale identiteit) en de beschikking van deze rechtbank van 7 juli 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:3179. Zo is in het in 2021 gesloten Regenboogakkoord opgenomen dat een ieder de mogelijkheid moet hebben om de geslachtsvermelding in officiële documenten zonder tussenkomst van een rechter te laten vervangen door een 'X'. De meerderheid van de politieke partijen heeft dit Regenboogakkoord ondertekend en de regeringspartijen hebben in het coalitieakkoord van 15 december 2021 opgenomen dat zij het Regenboogakkoord zorgvuldig zullen uitvoeren met (initiatief)wetgeving en beleid. Ook is er inmiddels een groot aantal rechterlijke uitspraken waarin het verzoek tot registratie van 'X' als geslachtsaanduiding werd toegewezen. Betrokkene heeft gewezen op diverse van deze uitspraken, waarin onder meer werd geoordeeld dat het gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor een non-binaire geslachtsaanduiding strijdigheid oplevert met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM). Daarbij werd verwezen naar een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van 12 juni 2003, waarin het EHRM bevestigde dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 EVRM vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt (EHRM 12 juni 2003, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897,
Van Kück-Duitsland). Daarbij komt dat er inmiddels wetgeving in voorbereiding is, zoals hiervoor onder 3.5. en 3.6. vermeld.
3.9.
Hoewel een wettelijke grondslag voor een non-binaire geslachtsaanduiding als 'X' tot op heden feitelijk gezien nog steeds ontbreekt, is de rechtbank gelet op het voorgaande wel van oordeel dat er sprake is van maatschappelijke en juridische erkenning van een genderneutrale identiteit. De trend in zowel de maatschappij als in de rechtspraak lijkt bovendien sterk in de richting van het wetsvoorstel te gaan. Dit, in combinatie met de individuele belangen die betrokkene ter zitting naar voren heeft gebracht, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het individuele belang van betrokkene bij juridische erkenning van diens innerlijke genderbeleving, waarbij die zich geen man of vrouw voelt, zwaarder weegt dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wetteljke regeling of het afwachten van de ontwikkelingen in die wetgeving. Het (primaire) verzoek van betrokkene moet worden toegewezen. De rechtbank zal de ambtenaar dan ook gelasten om aan de geboorteakte van betrokkene een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn.
3.10.
Omdat het primaire verzoek van betrokkene zal worden toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van diens subsidiaire verzoek.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Gemeente] om aan de geboorteakte, ingeschreven in het register van de gemeente [Gemeente] van het jaar [jaar] (aktenummer [nummer] ), een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht van betrokkene 'X' zal zijn;
4.2.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Schoo, voorzitter, mr. M. van der Hoeven en mr. J. Teertstra, allen ook kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. I.Y. Demes als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat. worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden.