Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde medeplegen van gewoontewitwassen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde medeplegen van gewoontewitwassen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen wezenlijke en significante bijdrage heeft geleverd aan het witwassen door enkel zijn bankrekening ter beschikking te stellen aan een ander. Aangezien er geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking moet verdachte worden vrijgesproken van het medeplegen. De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan witwassen kan volgens de raadsman wel worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt ten aanzien van het ten laste gelegde, op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen
1, het volgende vast.
Met betrekking tot bankrekeningnummer [rekeningnummer]
Door verschillende aangevers is aangifte gedaan van oplichting waarbij door aangevers bedragen zijn overgemaakt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer] . Zo is door [benadeelde partij 1] op 9 juni 2017 een bedrag van € 150,00 en door [benadeelde partij 13] op 8 juni 2017 een bedrag van €
210,00 overgemaakt naar deze rekening voor de aanschaf van kaartjes voor een concert van Tino Martin via Marktplaats. Nadat zij de genoemde bedragen hebben overgemaakt hebben zij geen kaartjes ontvangen.
Ook door [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] is naar dit rekeningnummer geld overgemaakt. Zij hebben op 6 dan wel 7 juni 2017 een bedrag van respectievelijk
€ 107,00, € 100,00 en € 95,00 overgemaakt voor de aanschaf van een Philips Airfryer via Marktplaats. Ook zij hebben na betaling geen Airfryer ontvangen.
Door [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 8] is op 6 en 7 juni 2017 een bedrag van respectievelijk
€ 157,00 en € 65,00 overgemaakt naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats waarbij Lego werd aangeboden. Na betaling werd de Lego in beide gevallen niet toegezonden en bleek contact met de verkoper niet meer mogelijk te zijn.
Op 6 en 7 juni 2017 is ook door zowel [benadeelde partij 6] als [benadeelde partij 19] een bedrag van € 290,00 overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer nadat zij een overeenkomst hadden gesloten via Marktplaats voor de aankoop van een hangmat. Na betaling hebben zij geen hangmat ontvangen.
Door aangevers [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 11] zijn op 5 juni, 12 juni dan wel 9 juni 2017 bedragen van respectievelijk € 650,00, € 980,00 en € 750,00 overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer voor de aanschaf van een camera. De verkoper beloofde de camera op te sturen, maar alle drie de aangevers hebben niks ontvangen na betaald te hebben. Op 5 juni 2017 heeft [benadeelde partij 12] een bedrag van € 190,- overgemaakt naar dit rekeningnummer naar aanleiding van een advertentie voor Weber Master Touch GBS op Marktplaats. Ook hij heeft na betaling niks ontvangen.
Met betrekking tot bankrekeningnummer [rekeningnummer]
Door [benadeelde partij 14] (€ 506,95), [benadeelde partij 15] (€ 458,92), [benadeelde partij 16] (€ 60,00), [benadeelde partij 17] (€ 60,00) en [benadeelde partij 18] (€ 6.000,00) is aangifte gedaan van oplichting. In de periode van 19 juli 2017 tot en met 3 augustus 2017 hebben deze aangevers via Marktplaats goederen gekocht en geld overgemaakt aan de aanbieder op het rekeningnummer [rekeningnummer] . De goederen zijn echter nooit geleverd, waarna aangevers geen contact meer konden krijgen met de verkoper.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de conclusie dat de geldbedragen die zijn overgemaakt door aangevers op de bankrekeningen van verdachte afkomstig zijn van enig misdrijf. De aangevers die naar deze IBAN-nummers geld hebben overgemaakt, hebben aangifte gedaan van internetoplichting waarbij door aangevers is betaald voor goederen die via Marktplaats zijn besteld. Deze goederen zijn echter nooit geleverd. De rechtbank is van oordeel dat aangevers zijn opgelicht door iemand die zich heeft voorgedaan als bonafide verkoper en die aldus door het aannemen van een valse naam, het aannemen van een valse hoedanigheid, een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bij de aangevers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geld. Bij deze oplichtingen is gebruik gemaakt van de bankrekeningen die op naam van anderen dan verdachte stonden en van deze rekeningen werd het geld opgenomen en (deels) aan verdachte doorbetaald. Het geld dat verdachte aldus heeft verworven, verkregen en omgezet is daarmee afkomstig van enig misdrijf.
Rekeningen op naam van verdachte
Uit onderzoek is gebleken dat de bankrekeningnummers [rekeningnummer] en [rekeningnummer] allebei op naam staan van verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting en in zijn verhoor bij de politie ook erkend dat deze bankrekeningen op zijn naam stonden. Verdachte heeft verder bij de politie verklaard dat hij zijn bankrekeningen ter beschikking heeft gesteld aan medeverdachte
[medeverdachte] , dat er vervolgens geld op de rekeningen werd gestort en dat hij dan samen met [medeverdachte] ging pinnen. Het kwam ook voor dat [medeverdachte] alleen ging pinnen, maar per transactie kreeg verdachte volgens zijn verklaring bij de politie tussen 50 en 150 euro. De hoogte van dat bedrag was afhankelijk van het bedrag dat werd gestort. Ter terechtzitting heeft verdachte zijn verklaring iets aangepast en aangeven dat hij misschien twee keer 50 euro heeft ontvangen, maar dat hij verder geen voordeel heeft gehad.
Medeplegen
De betrokkenheid bij een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook als het medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
In dat verband overweegt de rechtbank het volgende. Op grond van de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen staat vast dat naar twee verschillende IBAN-nummers op naam van verdachte gelden zijn overgemaakt die afkomstig zijn uit oplichting via Marktplaats. Verdachte heeft daarnaast bewust zijn bankrekeningen ter beschikking gesteld, wetende dat zijn bankrekeningen gebruikt zouden worden voor het plegen van fraude via Marktplaats. Verdachte heeft daarnaast geld ontvangen voor het ter beschikking stellen van zijn rekeningen en bij de politie heeft hij verklaard dat hij ook mee is geweest bij het pinnen van bedragen die door aangevers waren overgemaakt.
Uit deze verklaringen leidt de rechtbank af dat de verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van de ten laste gelegde bedragen terwijl uit de geschetste gang van zaken blijkt dat verdachte moet hebben geweten dat de gelden die werden gestort op de ter beschikking gesteld rekeningen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Naar het oordeel van de rechtbank is het ter beschikking stellen van meerdere bankrekeningen waarop gelden kunnen worden gestort die afkomstig zijn van Marktplaats-fraude, zozeer gericht op het meewerken aan een constructie waarbij illegaal verkregen geld wordt witgewassen, dat het – behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, die er hier niet zijn – niet anders kan dan dat verdachte daarop opzet heeft gehad. Door aldus te handelen heeft verdachte zich dan ook schuldig gemaakt aan witwassen.
Gewoonte
Gelet op de duur van de periode en de frequentie van de gepleegde handelingen, is de rechtbank van oordeel dat er bij het witwassen sprake is geweest van het maken van een gewoonte. De rechtbank heeft daarbij gelet op het feit dat de intentie van verdachte er kennelijk op was gericht om gedurende een periode van ruim twee maanden telkens op bovenstaande wijze geld met een criminele herkomst te verwerven.