ECLI:NL:RBNNE:2022:2515
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet tijdig ingediend, verzoeker niet-ontvankelijk verklaard
Op 4 juli 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen kantonrechter mr. T.K. Hoogslag. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 27 juni 2022, meer dan drie maanden na de eerste zitting op 22 maart 2022 en bijna twee weken na de tweede zitting op 14 juni 2022. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen al geruime tijd bekend waren bij de verzoeker. De wrakingskamer benadrukte dat een verzoek tot wraking in beginsel in elke stand van de procedure kan worden gedaan, mits dit kort na de zitting gebeurt. Aangezien de verzoeker niet tijdig heeft gereageerd, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
De verzoeker had aangevoerd dat de kantonrechter blijk had gegeven van vooringenomenheid en partijdigheid tijdens de zittingen. Hij stelde dat hij niet de gelegenheid had gekregen om zijn verhaal te doen en dat hij onder dwang uit de zittingszaal was verwijderd. De kantonrechter, mr. Hoogslag, heeft echter betwist dat er sprake was van vooringenomenheid en heeft zijn standpunten schriftelijk aan de wrakingskamer kenbaar gemaakt. Hij stelde dat de verzoeker voorafgaand aan de zitting al een uitvoerige conclusie van dupliek had ingediend en dat hij de verzoeker had gevraagd om af te ronden tijdens de mondelinge behandeling.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking niet tijdig was ingediend en dat er geen feiten of omstandigheden waren die een langere bedenktijd rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek en bepaalde dat de procedure met zaaknummer 9721946 / CV EXPL 22-1180 voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.