ECLI:NL:RBNNE:2022:2490
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voogdij over ongeboren kind in het kader van gezagsvoorziening
Op 15 juli 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven over de voorlopige voogdij van een ongeboren kind. De moeder van het kind staat onder curatele en is daardoor onbevoegd om het ouderlijk gezag uit te oefenen. De vader heeft het ongeboren kind erkend, maar er zijn ernstige zorgen over de opvoedingscapaciteiten van beide ouders, die te maken hebben met een belast verleden, huiselijk geweld en middelengebruik. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft verzocht om de GI te belasten met de voogdij, maar de kinderrechter oordeelt dat een voorlopige voogdijmaatregel meer passend is dan een definitieve voogdijmaatregel, gezien de mogelijkheid dat de ouders een kans krijgen om een ouderschapstraject te doorlopen. De kinderrechter heeft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering belast met de voorlopige voogdij over het ongeboren kind, die van rechtswege eindigt na drie maanden, tenzij er voor die tijd een definitieve voorziening in het gezag wordt verzocht. De kinderrechter benadrukt dat de veiligheid van het kind gewaarborgd moet worden en dat de ouders de kans krijgen om hun opvoedingsvaardigheden te tonen.