Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
- [de minderjarige] , die afzonderlijk is gehoord;
- de moeder;
- [namen] namens de GI.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
nader te bepalen zitting in juni 2022;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 20 januari 2022 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De aanvraag voor deze machtiging is ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, op 4 januari 2022. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de minderjarige als de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige, geboren in 2005, onder toezicht is gesteld en bij zijn moeder woont. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 29 oktober 2022. De GI heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing, omdat de thuissituatie niet meer toereikend is. Uit psychodiagnostisch onderzoek blijkt dat de minderjarige een laag intelligentieniveau heeft en zich vermijdend opstelt, wat leidt tot ernstige stagnatie in zijn ontwikkeling. Ondanks de inzet van Multi Dimensionale Familie Therapie is er geen verbetering in de situatie van de minderjarige.
De kinderrechter heeft overwogen dat de problemen met het dag- en nachtritme en de schoolgang van de minderjarige al geruime tijd spelen en dat de moeder niet in staat is om de nodige structuur en grenzen te bieden. De kinderrechter heeft het advies van Jeugdhulp Friesland gevolgd en geoordeeld dat een externe plek noodzakelijk is om de patronen van de minderjarige te doorbreken. De machtiging tot uithuisplaatsing is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 1 juli 2022, met de mogelijkheid om de situatie in juni 2022 opnieuw te beoordelen.
De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de rechtbank tijdig te informeren over de stand van zaken en heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.