ECLI:NL:RBNNE:2022:232

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
18/009411-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor heimelijk filmen en vervaardigen van kinderporno

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een man die werd beschuldigd van het heimelijk filmen van zijn huisgenoten met een spycam en het vervaardigen en bezitten van kinderporno. De verdachte, geboren in 1946, had een spycam in de badkamer geplaatst, gericht op het toilet, en had opnames gemaakt van zijn minderjarige stiefdochter. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het vervaardigen van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn voor de afdoening van de zaak en legde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 177 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast kreeg de verdachte een taakstraf van 200 uren opgelegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de inbreuk op de privacy van de slachtoffers, en de gevolgen van het bezit van kinderporno voor de betrokken kinderen. De verdachte werd ook verplicht om zich te laten behandelen voor zijn pornoverslaving en aan bijzondere voorwaarden te voldoen om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer 18/009411-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 februari 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1946 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 januari 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.M. Bierens, advocaat te Assen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 12 januari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, gebruik makende van een technisch hulpmiddel (te weten een zogeheten "spycam"), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een (aantal) perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 1] en/of diens dochter(s) en/of [slachtoffer 2] aanwezig in (de badkamer) een woning, gelegen aan de [straatnaam] aldaar, (een) afbeelding(en) heeft vervaardigd;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 12 januari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, in elk geval in Nederland, (meermalen) afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte:
- een zogeheten "spycam" geplaatst in de badkamer, welke spycam was gericht op het toilet en/of- met voornoemde spycam opnames gemaakt van zijn minderjarige stiefdochter, terwijl zij naar het toilet ging, waarbij nadrukkelijk haar ontblote billen en/of vagina in beeld werd(en) gebracht;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 26 februari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, in elk geval in Nederland, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten:
  • een filmcamera (zogeheten "spycam", beslagcode 1109589) en/of
  • een computer (merk Acer, beslagcode 1110076) en/of
  • een externe harddisc (merk Intenso, beslagcode 1110081) en/of- een externe harddisk (merk Western Digital, beslagcode 1110082)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het met de penis en/of een voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren vanhet lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt en/of het met de penis en/of een voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie bestand: [bestandsnaam] .jpeg; [bestandsnaam] ) en/of
- het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of een voorwerp betasten en/of aanrakenvan de geslachtsdelen, de billen en/of borsten van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(zie bestand: [bestandsnaam] .JPG) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of
billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (zie bestandsnaam
; [bestandsnaam] ) en/of
- het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon diekennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie bestand: [bestandsnaam]; [bestandsnaam]).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hetgeen verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht hetgeen verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 20 januari 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 januari 2019,opgenomen op pagina 35 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019065584-
2019012520-2019180495-2019012809 van 6 januari 2020, inhoudende de verklaring van [slachtoffer
1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 januari 2019,opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
d.d. 17 juni 2019 (inclusief bijlagen), opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van de verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 september 2021,los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudende het relaas van de verbalisant.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 12 januari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, gebruik makende van een technisch hulpmiddel (te weten een zogeheten "spycam"), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een aantal personen, te weten [slachtoffer 1] en diens dochters en [slachtoffer 2] , aanwezig in de badkamer van een woning, gelegen aan de [straatnaam] aldaar, afbeeldingen heeft vervaardigd;
2.
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 12 januari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, meermalen afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte:
- een zogeheten "spycam" geplaatst in de badkamer, welke spycam was gericht op het toilet en- met voornoemde spycam opnames gemaakt van zijn minderjarige stiefdochter, terwijl zij naar het toilet ging, waarbij nadrukkelijk haar ontblote billen en/of vagina in beeld werd(en) gebracht;
3.
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 26 februari 2019 te Leek, in de gemeente Westerkwartier, gegevensdragers, te weten:
  • een filmcamera (zogeheten "spycam", beslagcode 1109589) en
  • een computer (merk Acer, beslagcode 1110076) en
  • een externe harddisc (merk Intenso, beslagcode 1110081) en- een externe harddisk (merk Western Digital, beslagcode 1110082), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
  • het met de penis en/of een voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren vanhet lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt en/of het met de penis en/of een voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie bestand: [bestandsnaam] .jpeg; [bestandsnaam] ) en/of
- het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of een voorwerp betasten en/of aanrakenvan de geslachtsdelen, de billen en/of borsten van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(zie bestand: [bestandsnaam] .JPG) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of
billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (zie bestandsnaam
; [bestandsnaam] ) en/of
- het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon diekennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie bestand: [bestandsnaam]; [bestandsnaam]).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning, een afbeelding maken, meermalen gepleegd.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd vanachttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemanddie kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van hetgeen hem onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in de door haar omtrent verdachte opgemaakte rapportage d.d. 22 december 2021.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ervoor gepleit om verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die in duur gelijk is aan het reeds door verdachte ondergane voorarrest en om hem daarnaast te veroordelen tot een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de omtrent hem opgemaakte reclasseringsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een drietal strafbare feiten.
Zo heeft verdachte gedurende een periode van bijna tien maanden heimelijk opnames gemaakt van zijn vrouwelijke gezinsleden, waaronder ook zijn minderjarige stiefdochter, op momenten dat zij zich in de badkamer van hun gezamenlijke woning bevonden. Verdachte deed dit door een zogenaamde spycam in een shampoofles te plaatsen en deze vervolgens verdekt op te stellen op een vensterbank in de badkamer.
Een deel van de opnames die verdachte van zijn minderjarige stiefdochter heeft gemaakt en die zijn aangetroffen op de spycam, zijn door de politie als kinderpornografisch aangemerkt. Verdachte heeft zich derhalve eveneens schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno.
Tot slot heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno, aangetroffen op meerdere van zijn gegevensdragers.
Met het heimelijk filmen van zijn huisgenoten op de wijze zoals verdachte dat heeft gedaan, heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op hun privacy. Zij mochten erop vertrouwen dat zij in hun eigen woning, meer in het bijzonder in hun eigen badkamer, veiligheid konden genieten en niet bespied of heimelijk gefilmd zouden worden door verdachte. Verdachte heeft dat vertrouwen door zijn handelen op grove wijze beschaamd en zich louter laten leiden door zijn eigen lustgevoelens. Hij heeft zich er bovendien geen enkele rekenschap van gegeven dat hij zich met zijn handelen tevens schuldig maakte aan het vervaardigen van kinderporno van zijn eigen minderjarige stiefdochter.
Ten aanzien van het bezit van de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal, behoeft het tot slot geen betoog dat er bij de vervaardiging van zulk materiaal kinderen seksueel worden misbruikt. Dergelijk misbruik heeft in het algemeen zeer nadelige en langdurige psychische, emotionele en lichamelijke gevolgen voor de betrokken kinderen en zij kunnen hierdoor ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Met zijn handelen heeft verdachte er toe bijgedragen dat deze verwerpelijke praktijken in stand worden gehouden en worden bevorderd. Tijdens de verhoren bij de politie lijkt verdachte dit flink te bagatelliseren.
De rechtbank rekent dit alles verdachte zeer aan.
Voor enig vergelijk heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het LOVS. Als uitgangspunt voor het vervaardigen van kinderporno geldt de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaren. Daar waar het gaat om het bezit van kinderporno geldt de oplegging van een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden in combinatie met de maximale taakstraf als uitgangspunt. Het oriëntatiepunt inzake het bezit van kinderporno ziet enerzijds op een persoon die net als verdachte nog niet eerder veroordeeld is voor enig zedendelict, maar anderzijds gaat dit oriëntatiepunt uit van een situatie waarbij er een geringe hoeveelheid kinderporno wordt aangetroffen die als bijvangst is verkregen. Dit laatste is bij verdachte niet het geval. Daarentegen is bij verdachte aan de orde dat hij zich naast het bezit van kinderporno ook nog schuldig heeft gemaakt aan het heimelijk filmen van zijn huisgenoten.
De rechtbank neemt tevens in ogenschouw dat de wijze waarop verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno, naar haar oordeel, van een andere orde is dan het gemiddelde “vervaardigen” waarop het oriëntatiepunt doelt. De rechtbank zal dit dan ook in sterk strafmatigende zin meewegen bij het bepalen van de strafmaat.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 22 december 2021, waarin de reclassering aangeeft dat verdachte een hardnekkige pornoverslaving heeft die als een rode draad door zijn leven lijkt te lopen. Deze pornoverslaving moet gezien worden als een copingstrategie; op momenten dat verdachte zich eenzaam voelt of het moeilijk heeft, vervalt hij in deze verslaving. In dit licht moeten ook de door verdachte gepleegde strafbare feiten worden bezien, schrijft de reclassering. Dat verdachte vrijwillig in behandeling is gegaan bij de AFPN voor zijn pornoverslaving, acht de reclassering een beschermende factor. Dit duidt er immers op dat verdachte enig inzicht heeft in zijn delictgedrag en zijn handelen. De reclassering constateert echter ook, evenals de AFPN, dat verdachte niet altijd open is over zijn gevoelens en terughoudend is om te praten over zijn beweegredenen en gedachten.
De reclassering ziet daarom mogelijkheden en noodzaak voor gedragsinterventies en adviseert de rechtbank om verdachte te veroordelen tot een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de door haar in de rapportage geformuleerde bijzondere voorwaarden. Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf acht de reclassering niet wenselijk, in die zin dat dit de ingezette behandeling bij de AFPN zou doorkruisen.
Gelet op de reclasseringsrapportage, alsmede de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, acht ook de rechtbank het van belang dat verdachte – ter voorkoming van recidive – zijn reeds ingezette behandeling bij de AFPN voortzet en dat hij begeleiding krijgt van de reclassering. Verdachte heeft ter terechtzitting ook aangegeven hier welwillend tegenover te staan en overal aan mee te zullen werken.
De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf voorts bekeken of de zaak tijdig is afgedaan. Een verdachte heeft immers recht op de afhandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn ex artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Als uitgangspunt geldt dat binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn in eerste aanleg moet zijn beslist, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De redelijkheid van de duur van een strafzaak is onder meer afhankelijk van de complexiteit van de zaak, de invloed die de verdediging heeft gehad op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. De rechtbank ziet in de aard, omvang en het verloop van deze strafzaak geen aanleiding om uit te gaan van bijzondere omstandigheden die een langere afhandelingsduur van deze zaak rechtvaardigen.
Ter berekening van de redelijke termijn geldt als uitgangspunt dat de termijn een aanvang neemt op het moment dat vanwege de Nederlandse staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat verdachte aan het politieverhoor op 22 februari 2019 in redelijkheid de verwachting had kunnen ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit dat ziet op de door hem in het verhoor bekende feiten door het openbaar ministerie strafvervolging zou worden ingesteld. De redelijke termijn is dus aangevangen op 22 februari 2019 en geëindigd met dit vonnis in eerste aanleg. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn daarmee is overschreden met ruim een jaar en zal daar bij de strafoplegging rekening mee houden in die zin dat zij de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte niet langer opportuun acht. De oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een taakstraf, acht zij wel passend en geboden.
De rechtbank ziet zich echter, gelet op het bepaalde in artikel 22b, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, gehouden om verdachte toch nog een minimale onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Met de invoering van dit artikel, het zogeheten taakstrafverbod, heeft de wetgever, voor onder meer het bezit en het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal zoals hier aan de orde, uitgesloten dat een taakstraf wordt opgelegd, zonder dat deze straf wordt gecombineerd met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Om dit te ondervangen zal de rechtbank verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die in duur gelijk is aan het door verdachte ondergane voorarrest.
Alles afwegende is de rechtbank daarom van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd voor de duur van 180 dagen (met aftrek), waarvan 177 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapportage van 22 december 2021. Deze bijzondere voorwaarden hebben tot doel het gedrag van verdachte te beïnvloeden en herhaling te voorkomen. Daarnaast legt de rechtbank verdachte een taakstraf op voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis.
De rechtbank wijkt met haar straf af van de eis van de officier van justitie, nu zij van oordeel is dat met voornoemde straf, in dit geval, voldoende recht wordt gedaan aan de ernst van de bewezen verklaarde strafbare feiten.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 177 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat veroordeelde zich meldt op afspraken met Reclassering Nederland, op het door henaangegeven adres, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Binnen het toezicht volgt veroordeelde de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden, voor zover niet in andere voorwaarden benoemd. Binnen het toezicht worden (sub)doelen geformuleerd waarvoor veroordeelde zich inzet deze te behalen;
dat veroordeelde zich laat behandelen door de AFPN of een soortgelijke zorgverlener, te bepalendoor de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat veroordeelde:
  • vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. - zich op welke wijze dan ook onthoudt van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan wordenverkregen
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen metminderjarigen wordt gecommuniceerd.
  • tijdens de gesprekken met de reclassering bespreekt hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
  • meewerkt aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek;
  • toegang verschaft tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd;
  • de wachtwoorden verstrekt die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 200 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 100 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mr. T.M.L. Veen en mr. H.R. Bracht, rechters, bijgestaan door mr. L. van der Weide, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 februari 2022.