ECLI:NL:RBNNE:2022:2297

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/18/214246/ KG RK 22-133
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoning van de rechter wegens buurtcontact met ouders van de gedaagde

Op 17 juni 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van mr. Th.A. Wiersma, rechter in deze rechtbank. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat mr. Wiersma een buurtgenoot is van de ouders van de gedaagde en in die hoedanigheid wel eens in contact met hen is geweest. Dit leidde tot de vrees voor partijdigheid in de behandeling van de zaak, die aanhangig was onder zaaknummer C/18/210544 / HA ZA 21-252.

De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat mr. Wiersma zich niet meer vrij voelde om een beslissing te nemen in de hoofdzaak. De verschoningskamer benadrukte dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter voorop staan en dat zelfs de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid een reden kan zijn voor verschoning. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

De beslissing werd openbaar uitgesproken en een afschrift van de beslissing werd verzonden aan de betrokken partijen, inclusief mr. Wiersma zelf en de teamvoorzitter van het cluster waarin hij werkzaam is. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Verschoningskamer
Zittingsplaats Leeuwarden
zaaknummer: C/18/214246/ KG RK 22-133
Beslissing van de meervoudige kamer van 17 juni 2022 op het verzoek tot verschoning van
mr. Th.A. Wiersma,
rechter in deze rechtbank,
in de zaak van:
[eiser]
[adres]
,
tegen
[gedaagde]
[adres]
advocaat: mr. J.P. van der Werf, kantoorhoudende te Groningen.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij de rechtbank Noord-Nederland, cluster handel en kanton, locatie Groningen, is een zaak aanhangig bekend onder zaaknummer C/18/210544 / HA ZA 21-252.
1.2.
Op 16 juni 2022 heeft mr. Wiersma een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.

2.Het verschoningsverzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Op 15 juni 2022 is in de aanhangige procedure namens de gedaagde een bericht ingekomen. In dit bericht is onder de aandacht gebracht dat mr. Wiersma een buurtgenoot is van de ouders van de gedaagde en in die hoedanigheid wel eens in contact is (geweest) met de ouders van de gedaagde.
2.2.
Uit het schriftelijk verschoningsverzoek van mr. Wiersma komt naar voren dat hetgeen namens gedaagde wordt gesteld correct is en dat dit feit niet eerder door mr. Wiersma is onderkend. Mr. Wiersma heeft hierop aanleiding gezien om onderhavig verschoningsverzoek in te dienen om de schijn van partijdigheid te voorkomen.
2.3.
Uit artikel 8:20 Awb valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter zitting behoeft plaats te vinden. De verschoningskamer zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
2.4.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.
2.5.
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn wanneer bepaalde feiten en omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. In zulks geval dient de rechter zich van een beslissing in de zaak te onthouden, nu rechtzoekenden in het rechterlijk apparaat vertrouwen moeten kunnen stellen. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.
2.6.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat in dit geval sprake is van zodanige
omstandigheden dat de rechter zich niet meer voldoende vrij voelt om in deze zaak een
beslissing te nemen. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor
verschoning gelegen. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen. Dit
betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden
overgenomen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek tot verschoning van mr. Wiersma toe;
3.2.
bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning;
3.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
- mr. Th.A. Wiersma;
- de teamvoorzitter van het cluster waarin mr. Wiersma werkzaam is;
- de partijen in de hoofdzaak.
Aldus gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. C.W. Couperus-van Kooten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Boon als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2022.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Tegen de beslissing staat geen rechtsmiddel open.