ECLI:NL:RBNNE:2022:2296
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- E. Läkamp
- F. Sieders
- R. Depping
- Th. A. Wiersma
- J. de Vroome
- L.T. de Jonge
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
Op 9 mei 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot wraking van de rechters in een strafzaak ongegrond verklaard. Het verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. Y. Moszkowicz, was gericht tegen de rechters die betrokken waren bij de behandeling van de strafzaak met parketnummer 18/950049-19. De verzoeker stelde dat de jongste rechter, mr. R. Depping, door haar vraagstelling tijdens de zitting een oordeel had geveld over de feiten die hem ten laste waren gelegd, wat zou duiden op partijdigheid. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de vraag van de jongste rechter slechts ter verduidelijking was en geen oordeel over de feiten inhield. De overige rechters hebben zich niet van haar standpunt gedistantieerd, maar dit werd niet als partijdig beschouwd. De wrakingskamer benadrukte dat rechters de vrijheid hebben om kritische vragen te stellen en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid. De beslissing om het wrakingsverzoek ongegrond te verklaren werd mondeling gedaan en later schriftelijk vastgelegd. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.