ECLI:NL:RBNNE:2022:2238
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake IVA-uitkering en opvragen arbeidscontract
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker heeft om aanvullende stukken gevraagd die betrekking hebben op zijn lopende beroepszaak tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een IVA-uitkering. De beroepszaak is geregistreerd onder nummer LEE 21/3320 WIA OUDE en betreft een besluit op bezwaar van 2 september 2021, waarin aan verzoeker met ingang van 4 februari 2020 een IVA-uitkering is toegekend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 juni 2022 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De voorzieningenrechter erkent het spoedeisend belang van verzoeker bij inzage in de gevraagde stukken, maar wijst het verzoek af. Hij legt uit dat het Uwv heeft aangegeven dat het door verzoeker gevraagde arbeidscontract niet bestaat en dat eerdere afspraken over de werkgever enkel golden binnen de WIA-procedure, niet binnen de IVA-procedure.
De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om toezending van het contract niet kan worden ingewilligd en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot en is openbaar uitgesproken op 24 juni 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.