Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[De vrouw] ,
[De man] ,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De beoordeling
De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 1 juli 2022 een beschikking gegeven over een verzoek van een vrouw om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing met haar minderjarige kind naar een andere woonplaats, gelegen op 20 kilometer afstand. De vrouw, die in Leeuwarden woont, heeft de noodzaak tot verhuizing aangetoond, onder andere omdat zij in een afhankelijke woonsituatie verkeert en samen wil wonen met haar partner. De man, de vader van het kind, heeft bezwaar gemaakt tegen de verhuizing en concludeert tot afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de zaak op 23 juni 2022 mondeling behandeld, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De rechtbank heeft de feiten in overweging genomen, waaronder het feit dat partijen samen het gezag uitoefenen over hun kind, dat inmiddels bijna 11 jaar oud is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verhuizing geen significante impact zal hebben op het contact tussen het kind en de man, en dat de zorgregeling in wezen ongewijzigd kan blijven. De rechtbank heeft ook de belangen van het kind in de afweging betrokken, en geconcludeerd dat de vrouw voldoende redenen heeft om te verhuizen, waaronder haar financiële situatie en de mogelijkheid om een toekomst op te bouwen met haar partner.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de vrouw vervangende toestemming te verlenen voor de verhuizing, en deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.