Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 14 januari 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik kan het mij niet meer goed herinneren. Ik weet er nog een paar dingen van. Ik weet dat ik boos en ziek was. Het klopt dat ik ramen van een rode trein en van een gele trein heb vernield. Het zou kunnen dat ik ook andere dingen heb vernield, dat weet ik niet. Als er getuigen zijn die gezien hebben dat ik vernielingen heb gepleegd, dan geloof ik dat ik het gedaan heb.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 april 2020,opgenomen op pagina 4 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002020103246 d.d. 23 april 2020, inhoudend als verklaring van [naam 1]:
Ik was op dinsdag 21 april 2020 aan het werk op het Centraal Station, gelegen aan het Stationsplein 4 te Groningen. Omstreeks 01.50 uur hoorde ik een hard geluid zag ik een manspersoon lopen op het perron. Toen ik uit het kantoor stapte zag ik dat de man ruiten insloeg van de [benadeelde partij 1]. Ik riep vervolgens tegen de man iets van: "Hey, hou daar eens mee op idioot!" Ik zag dat de man liep richting spoor 4b en ik zag dat toen hij ter hoogte van de ABRI was, een tweetal ruiten vernielde. Ik zag dat de man doorliep richting een treinstel. Hij begon daar de ramen van de trein te vernielen. Ik zag dat hij met een hamer, een noodhamer uit een Arriva trein, de ramen in sloeg. Ik duwde de man vervolgens tegen de trein aan en zei dat hij moest blijven staan totdat de politie ter plaatse was. Kort daarop kwam de politie ter plaatse en heb ik de man overgedragen aan de politie. Ik zag dat het volgende was vernield: 15 ruiten van een NS-trein
02 ruiten van een ABRI, gelegen bij spoor 4b
17 ruiten in de gevel van de [benadeelde partij 1]
01 ruit van de toegangsdeur van de [benadeelde partij 2]
03 ruiten van het bedieningspaneel van kaartverkoopautomaten NS
01 ruit van de toegangsdeur van [benadeelde partij 3]
01 glazen toegangsdeur van [benadeelde partij 4]
Door de vernieling die er gepleegd is heeft de Nederlands Spoorwegen schade.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 april 2020,opgenomen op pagina 9 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2]:
Ik doe aangifte van vernieling van de geldautomaat, ATM 9286, van [benadeelde partij 5]. Vandaag werden wij op de hoogte gesteld door een medewerker van de NS dat het geldautomaat aan de voorzijde van het station, vernield is. Mijn collega is gaan kijken en zag dat het scherm vernield was. Zij zag dat het glas was gebroken.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 april 2020,opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3]:
Ik doe namens Arriva Nederland aangifte van vernieling. Op dinsdagochtend 21 april 2020, omstreeks 02:00 uur, werd ik gebeld door de verkeersleiding van Arriva dat er iemand op het hoofdstation treinen had vernield. Toen ik vandaag om 12:00 uur op het hoofdstation was gearriveerd heb ik trein 10314 goed bekeken. Ik zag tot mijn grote schok dat er in totaal 20 gewone ramen zijn vernield, 12 ruiten van de deuren, 2 klapramen in de cabine, klein raampje van de cabine en een groot gebogen raam van de cabine. In totaal dus ongeveer 36 ruiten met een totale kostenpost van ongeveer 60.000 euro.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 21 april 2021,opgenomen op pagina 25 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 4]:
Op dinsdag 21 april 2020 omstreeks 01:50 uur hoorde ik ineens mijn collega [naam 1] schreeuwen. Ik ben samen met mijn collega [naam 1] het station opgelopen. Het eerste wat ik zag was dat er een man een ABRI kapotsloeg. Hierna sloeg de man allemaal ramen van een NS-trein in. Ik zag dat de man de ramen insloeg met een roodkleurige hamer. Ik herken deze hamer als een zogenaamde noodhamer uit een Arriva trein.