Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[naam kind] ,
De Raad voor de Kinderbescherming,
[naam moeder] ,
[naam vader] ,
Het procesverloop
De feiten
De beoordeling
voorlopigafgewezen.
De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 21 juni 2022 een mondeling verzoek ingediend bij de kinderrechter voor een gesloten machtiging voor een tienjarig kind, dat zijn moeder heeft geprobeerd te doden. De kinderrechter heeft op 23 juni 2022 geoordeeld dat de gesloten plaatsing niet kan worden verleend, omdat dit feitelijk neerkomt op ongeoorloofde detentie en er geen minder verstrekkend alternatief beschikbaar is. De kinderrechter heeft het kind voorlopig onder toezicht gesteld en een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een open setting.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over het gedrag van het kind, dat in het verleden al meerdere keren in aanraking is gekomen met de hulpverlening. De Raad heeft op basis van zorgmeldingen van Veilig Thuis en andere instanties een spoedmaatregel aangevraagd. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende concrete feiten zijn die een gesloten plaatsing rechtvaardigen. De gedragswetenschapper heeft weliswaar ingestemd met de gesloten plaatsing, maar de kinderrechter heeft betoogd dat de onderliggende redenen niet voldoende zijn onderbouwd.
De kinderrechter heeft besloten dat het kind voorlopig onder toezicht wordt gesteld en dat de uithuisplaatsing voor een periode van twee weken in een open afdeling zal plaatsvinden. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat, indien er nieuwe ontwikkelingen zijn die een gesloten plaatsing rechtvaardigen, de Raad opnieuw een verzoek kan indienen. De beslissing is genomen zonder dat alle belanghebbenden zijn gehoord, wat in dit geval is toegestaan vanwege het onmiddellijke gevaar voor het kind en anderen.