Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 17 maart 2021, waarbij de verdachte zijn oom hielp om van Duitsland naar Nederland te reizen met als doel een asielaanvraag in te dienen. De verdachte, geboren in 1993, heeft zijn oom van Aken naar Ter Apel vervoerd, wetende dat deze geen rechtmatige toegang tot Nederland had. Tijdens de rechtszitting op 10 juni 2022 heeft de verdachte verklaard dat hij niet wist dat zijn handelen strafbaar was, maar de rechtbank oordeelde dat hij op de hoogte moest zijn van de Nederlandse wetgeving, gezien zijn langdurige verblijf in Duitsland.
De rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen overwogen, waaronder verklaringen van de verdachte en verbalisanten, en concludeerde dat de verdachte wist dat de toegang van zijn oom tot Nederland wederrechtelijk was. De officier van justitie had veroordeling gevorderd, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij van medeplegen, omdat niet bewezen kon worden dat hij dit samen met anderen deed. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensensmokkel en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die niet eerder in Nederland was veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de ernst van mensensmokkel en de impact op het overheidsbeleid inzake illegaal verblijf. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke straf, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf.