ECLI:NL:RBNNE:2022:2020
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake terugbetaling lening door Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Op 16 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd omdat hij het niet eens was met het besluit van de minister om een lening terug te vorderen. In het primaire besluit van 18 februari 2022 werd de verzoeker geïnformeerd dat hij een lening van € 5.146,-- moest terugbetalen, te beginnen op 1 augustus 2022. Het bestreden besluit van 6 april 2022 verklaarde het bezwaar van de verzoeker tegen het primaire besluit kennelijk ongegrond.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de terugbetalingsverplichting pas op 1 augustus 2022 ingaat. De verzoeker had niet aangetoond dat hij niet aan de aflossingsverplichting kon voldoen of dat hij verzocht had om een lager maandbedrag. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft wel aangegeven dat hij zich zal inspannen om de behandeling van het beroep op korte termijn te laten plaatsvinden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.