In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat hem een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar oplegde. Eiser heeft zijn beroep onderbouwd met argumenten over zijn familie in Nederland en zijn banden met Spanje, maar de rechtbank oordeelde dat hij geen rechtmatig verblijf had en de gronden voor het inreisverbod niet had bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, en dat de staatssecretaris de belangen van eiser voldoende had meegewogen in zijn besluit. De rechtbank concludeerde dat er geen strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat het beroep ongegrond was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. van der Werff, rechter, en is bekendgemaakt op 16 november 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.