Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
- het verzoek van de man strekkende tot gezamenlijk ouderlijk gezag.
3.Beslissing
3 juni 2022in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 juni 2022 een beschikking gegeven inzake de vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige door de man, en het verzoek tot gezamenlijk ouderlijk gezag. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.L. Thiescheffer, verzocht de rechtbank om toestemming voor de erkenning van zijn kind, [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. Y.W.A.M. van der Koelen, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat partijen niet in staat zijn om samen de erkenning te regelen. De rechtbank heeft de belangen van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat de man juridisch gezien een plaats moet krijgen in het leven van [de minderjarige]. De rechtbank heeft het verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning toegewezen, ondanks dat partijen niet samen tot een oplossing konden komen.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de man tot gezamenlijk ouderlijk gezag afgewezen. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) had in een rapport geadviseerd om dit verzoek af te wijzen, omdat er onvoldoende vertrouwen tussen partijen bestaat om gezamenlijk beslissingen te nemen over [de minderjarige]. De rechtbank onderschrijft dit advies en concludeert dat partijen niet in staat zijn om samen te werken in het belang van het kind. De rechtbank heeft partijen aangespoord om hulpverlening in de vorm van mediation te zoeken om de communicatie te verbeteren. De beschikking is uitgesproken door mr. J. Teertstra, rechter en kinderrechter, en kan binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.