ECLI:NL:RBNNE:2022:1868
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet wegens betrokkenheid bij drugshandel
Op 9 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Leeuwarden. De zaak betreft de sluiting van de woning van de verzoeker op basis van artikel 13b van de Opiumwet, omdat de woning een rol vervulde in de keten van drugshandel. De burgemeester had op 11 mei 2022 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij de woning voor een periode van drie maanden gesloten zou worden. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 24 mei 2022 heeft de gemachtigde van de verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij zelf geen deel uitmaakte van een crimineel netwerk en dat de sluiting onevenredig was. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat in de woning een professionele hennepkwekerij was aangetroffen, wat de sluiting rechtvaardigde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen en dat deze maatregel noodzakelijk was om de openbare orde te handhaven.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoeker tegen de sluiting, waaronder de impact op zijn woonruimte en de stelling dat eerdere sluitingen in de wijk tot verloedering hebben geleid, niet overtuigend geacht. De rechter concludeerde dat de sluiting van de woning een geschikt middel was om de drugshandel te bestrijden en dat het algemeen belang van handhaving zwaarder woog dan het belang van de verzoeker. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de sluiting niet onevenwichtig was en dat de burgemeester zijn bevoegdheid op juiste wijze had gebruikt.