Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Motivering
3.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 januari 2022 uitspraak gedaan over het gezag over twee minderjarigen, geboren in Somalië. De partijen, een vrouw en een man, zijn in 2003 in Somalië gehuwd en wonen momenteel in Nederland. De vrouw verzoekt om eenhoofdig gezag over de kinderen, omdat de man al geruime tijd geen contact meer heeft met hen en er geen zicht is op verbetering in de communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat op basis van Somalisch recht de vrouw 'hadana' heeft, wat haar de dagelijkse zorg over de kinderen toekent, terwijl de man 'wilaya' heeft, wat hem een soort vaderlijke macht geeft. De rechtbank heeft het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) geraadpleegd over de toepasselijke rechtsregels en heeft geconcludeerd dat er een cumulatie van gezagsrechten bestaat volgens zowel Somalisch als Nederlands recht. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw het eenhoofdige gezag krijgt, gezien de afwezigheid van de man en de onaanvaardbare risico's voor de kinderen. De rechtbank heeft ook de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw vastgesteld, aangezien er geen beletselen vanuit het internationaal recht zijn en de man geen verweer heeft gevoerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.