Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.Beslissing
fn: 433)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die de ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De man vorderde een verbod voor de vrouw om met de kinderen naar Syrië te reizen, omdat hij vreesde dat de veiligheid van de kinderen in het gedrang zou komen. De vrouw had aangegeven dat zij van plan was om met de kinderen naar Syrië te reizen om haar familie te bezoeken, maar de man verwees naar het negatieve reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat voor geheel Syrië de kleurcode rood had afgegeven. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrijheid van de vrouw om met de kinderen te reizen begrensd wordt door de belangen van de kinderen, die niet onaanvaardbaar in het gedrang mogen komen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het op dit moment niet veilig is voor de kinderen om naar Syrië te reizen, en dat de belangen van de kinderen onaanvaardbaar geschaad zouden worden door de reis. Daarom werd het gevorderde verbod toegewezen voor de periode van de betekening van het vonnis tot 1 september 2022, met een dwangsom van € 500,- per dag bij overtreding, tot een maximum van € 10.000,-. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.