ECLI:NL:RBNNE:2022:1784

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
C/18/208856 / HA ZA 21-202
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Annulering van een pakketreis wegens COVID-19 en terugbetaling van de volledige reissom

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit een groep van zes personen, de terugbetaling van de volledige reissom van een geannuleerde pakketreis naar Tanzania, die oorspronkelijk gepland was voor juli 2020. De annulering vond plaats in mei 2021, toen de coronapandemie nog steeds een risico vormde en het reisadvies van de Nederlandse overheid voor Tanzania op code oranje stond. Eisers stelden dat zij op grond van artikel 7:509 lid 3 BW recht hadden op kosteloze annulering vanwege onvermijdbare en buitengewone omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden rondom COVID-19, de leeftijd van enkele deelnemers en de onduidelijke situatie in Tanzania op dat moment, voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden. De rechtbank verklaarde dat eisers gerechtigd waren de overeenkomst te ontbinden zonder annuleringsvergoeding en dat Wereldcontact de aanbetaling van € 29.481,75 diende terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen aan eisers. De rechtbank wees het verweer van Wereldcontact af, dat stelde dat de annulering niet kosteloos kon plaatsvinden en dat de reis veilig uitgevoerd had kunnen worden. De rechtbank concludeerde dat de annulering van de reis door eisers gerechtvaardigd was en dat Wereldcontact de financiële consequenties daarvan diende te dragen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/208856 / HA ZA 21-202
Vonnis van 18 mei 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te Groningen,
2.
[eiser 2],
wonende te Groningen,
3.
[eiser 3],
wonende te Groningen,
4.
[eiser 4],
wonende te Groningen,
5.
[eiser 5],
wonende te Groningen,
6.
[eiser 5],
wonende te Groningen,
eisers,
advocaat mr. J.P. Dijstelberge te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WERELDCONTACT REIZEN B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
gedaagde,
advocaat mr. T.M. Schraven te Tilburg.
Partijen zullen hierna [eisers] en Wereldcontact worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 januari 2022;
  • de akte van Wereldcontact;
  • de akte van [eisers] ;
  • de mondelinge behandeling die op 14 maart 2022 heeft plaatsgevonden en de schriftelijke aantekeningen die de griffier daarvan heeft gemaakt. Beide advocaten hebben pleitaantekeningen overgelegd. Namens [eisers] zijn [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 4] en [eiser 5] verschenen, bijgestaan door advocaat mr. Dijstelberge. Namens Wereldcontact is [naam] verschenen, bijgestaan door advocaat mr. Schraven.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Wereldcontact is een onderneming die zich bezighoudt met het organiseren van reizen, vaak in het luxere segment en naar verre bestemmingen. In oktober 2020 is Thika Travel door Wereldcontact overgenomen van haar oprichter [voornaam] [oprichter] (hierna: [oprichter] ), die daarna als werknemer bij Wereldcontact in dienst is gekomen. [oprichter] is het contactpersoon gebleven van [eisers] Hierna zal, ook als het diens rechtsvoorganger Thika Travel betreft, steeds worden gesproken over Wereldcontact.
2.2.
[eisers] hebben op 27 november 2019 een reisovereenkomst gesloten met Wereldcontact voor een bedrag van € 117.927,00 in het kader van het 50-jarig huwelijksjubileum van [eiser 1] en [eiser 2] . De reis zou gaan naar Tanzania in de periode van 25 juli 2020 tot en met 8 augustus 2020. Het reisgezelschap zou bestaan uit 10 personen, onder wie 2 personen van 70+ en vier minderjarige kinderen.
2.3.
[eisers] hebben op 28 november 2019 een aanbetaling gedaan van 40% van de reissom, zijnde € 47.500,00.
2.4.
Op de reisovereenkomst zijn de ANVR-reizigersvoorwaarden van toepassing verklaard. Daarnaast geldt de garantieregeling van het calamiteitenfonds.
2.5.
Door het uitbreken van de coronapandemie is de reis in 2020 niet doorgegaan. Bij e-mail van 30 juni 2020 heeft Wereldcontact een nieuw reisvoorstel gedaan voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 15 augustus 2021. [eisers] zijn daar bij e-mail van 5 juli 2021 mee akkoord gegaan.
2.6.
[eisers] hebben op 21 mei 2021 telefonisch aan Wereldcontact laten weten de reis niet te willen maken.
2.7.
Bij brief van 21 mei 2021 heeft Wereldcontact vervolgens het volgende aan [eisers] kenbaar gemaakt:
Telefonisch heeft u aangegeven dat u niet voornemens bent om de geboekte familiereis naar Tanzania in augustus te gaan maken. De onzekerheden voortkomend uit de situatie omtrent Covid-19 spelen een rol.
(…)
Graag schets ik u hieronder een aantal mogelijkheden op basis waarvan wij uw annulering kunnen verwerken.
1. Reguliere annulering
Indien men de reisovereenkomst wenst op te zeggen bent u – tot de 42e kalenderdag voor vertrek – gehouden aan het betalen van een percentage van de reissom. (…)
Er kan sprake zijn dat er een geldige reden is conform uw annuleringsverzekering waardoor deze kosten gedekt zijn? Het spreekt voor zich dat ik u dan graag behulpzaam ben bij het aanleveren van de benodigde documentatie t.b.v. uw verzekeringsdossier.
2. Welke opties kunnen wij u aanvullend bieden?
(…)
2A. Omboeken
We merken dat de leveranciers genegen zijn om – indien men bereid is om de boeking concreet om te zetten naar een periode – de annuleringskosten (deels) te laten vervallen, (…).
2B. Reischeque
Aangezien u heeft aangegeven dat u graag wilt blijven reizen in de toekomst, zijn wij bereid om als Organisatie zijnde uw annuleringskosten voor 50% over te nemen en u voor de overige 50% een reischeque aan te bieden (…). Wij begrijpen echt uw gevoel, echter wij hopen ook dat u snapt dat kosteloos annuleren niet gaat nu de wereld zich juist weer aan het openen is. (…)
2.8.
In de e-mail van 26 mei 2021 hebben [eisers] medegedeeld dat het niet de bedoeling is om de reis te annuleren. [eisers] hebben aangegeven dat het Ministerie van Buitenlands Zaken en The Ministry of Foreign Affairs nog steeds aangeven dat reizen naar Tanzania alleen te verantwoorden is indien dat strikt noodzakelijk is. [eisers] willen de gezondheid van hun familie niet op het spel zetten. Volgens [eisers] kan veilig reizen in Tanzania niet worden gegarandeerd, omdat er weinig tot geen betrouwbare informatie wat betreft COVID-19 uit Tanzania komt. Verder hebben [eisers] Wereldcontact gewezen op haar wettelijke verantwoordelijkheden.
2.9.
Wereldcontact heeft vervolgens in haar e-mail van 28 mei 2021 het volgende aan [eisers] kenbaar gemaakt:
(…) Ten aanzien van uw verdere mail kan ik niet zo goed inschatten wat u nu wenst, anders dan dat ik voorzichtig opmaak dat u
nukosteloos wenst te annuleren. Mocht dat uw wens zijn, dan dien ik u te informeren dat wij - als we “reistechnisch” kunnen uitvoeren - ook zullen uitvoeren.
De verwachting is overigens dat de wereld zich langzaam gaat openen en Tanzania is daar momenteel al een mooi voorbeeld van. Tanzania is volledig “up and running” en zoals het er nu naar uitziet kunnen wij dus ook uitvoeren. Indien u dus niet wenst te gaan, annuleert u de reis en zijn wij gehouden aan annuleringskosten, derhalve ook mijn andere voorstellen om deze te voorkomen / te beperken.
2.10.
[eisers] hebben bij e-mail van 28 mei 2021 een tegenvoorstel gedaan, inhoudende dat 50% van de aanbetaling geretourneerd wordt en dat voor de resterende 50% een reischeque wordt aangeboden.
2.11.
Bij e-mail van 1 juni 2021 heeft Wereldcontact aan [eisers] medegedeeld dat Tanzania geopend is en reizen worden uitgevoerd. Indien [eisers] nu annuleren wordt Wereldcontact gehouden aan annuleringskosten die zullen worden doorberekend aan [eisers]
2.12.
[eisers] hebben vervolgens in de e-mail van 1 juni 2021 aangegeven dat op dat moment het reisadvies van het Ministerie van BuZa nog steeds negatief is en dat bij een dergelijk advies de annulering kosteloos is. [eisers] hebben de reis geannuleerd en verzocht de volledige aanbetaling terug te betalen.
2.13.
In antwoord daarop heeft Wereldcontact in haar e-mail van 2 juni 2021 kenbaar gemaakt dat indien [eisers] op dat moment de reis annuleren, zij gerechtigd is de annuleringskosten door te belasten conform de reisovereenkomst.
2.14.
Vervolgens hebben [eisers] op 10 juni 2021 de annuleringsnota van Wereldcontact ontvangen, waarin Wereldcontact 25% van de reissom, zijnde € 29.481,75, bij [eisers] in rekening heeft gebracht. Dit bedrag is verrekend met de aanbetaling, waardoor een bedrag van € 18.017,25 aan [eisers] is gecrediteerd.
2.15.
De advocaat van [eisers] heeft daarop bij brief van 14 juni 2021 aan Wereldcontact medegedeeld dat [eisers] de pakketreis volgens de wet kosteloos mogen annuleren, omdat voor Tanzania code oranje geldt en er geen sprake is van een veilig gebied. Daarbij komt dat [eisers] op het moment van boeken niet konden weten dat er kans was op een onveilige situatie ten gevolge van een pandemie. Wereldcontact is gesommeerd de volledige aanbetaling terug te betalen.
2.16.
Vervolgens heeft er tussen partijen correspondentie plaatsgevonden waarbij Wereldcontact zich op het standpunt heeft gesteld dat zij op verzoek van [eisers] de reis heeft geannuleerd en dat zij heeft aangegeven wat daarvan de financiële consequenties zijn. Verder heeft Wereldcontact erop gewezen dat indien [eisers] gebruik willen maken van de annuleringsverzekering zij een claim in kunnen dienen via Wereldcontact. [eisers] hebben zicht op het standpunt gesteld dat de annulering van de reis heeft plaatsgevonden vanwege onvermijdbare en buitengewone omstandigheden en dat in dat geval de reis kosteloos geannuleerd mag worden.

3.De vordering

3.1.
[eisers] hebben gevorderd dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I.
primairvoor recht verklaart dat de tussen [eisers] en Wereldcontact gesloten (reis)overeenkomst is ontbonden,
subsidiairde (reis)overeenkomst ontbindt;
II. Wereldcontact veroordeelt om aan [eisers] tegen deugdelijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 29.482,75 ter zake van de (restant)reissom, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juni 2021, althans vanaf de l5e dag na betekening van het te wijzen vonnis tot de dag van algehele voldoening;
III. Wereldcontact veroordeelt om aan [eisers] te betalen de buitengerechtelijke kosten tot op heden berekend ad € 1.069,82, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
IV. althans om ter zake van de (restant)reissom en buitengerechtelijke kosten zodanige bedragen aan [eisers] toekent als de rechtbank in goede justitie meent te moeten toewijzen;
V. Wereldcontact als de in het ongelijk gestelde partij veroordeelt in de proceskosten van de onderhavige procedure zoals vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief, vermeerderd met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over de proceskosten na de 15e dag van de uitspraak en Wereldcontact veroordeelt tot voldoening van de nakosten ter hoogte van € 157,00, dan wel moge betekening van de uitspraak plaatsvinden een bedrag ter hoogte van € 239,00.
3.2.
[eisers] hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat zij de pakketreis kosteloos kunnen annuleren op grond van artikel 7:509 lid 3 BW en artikel 9.9 van de ANVR Reisvoorwaarden, aangezien zich op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving daarvan onvermijdbare en buitengewone omstandigheden voordoen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de pakketreis. Daarnaast was de coronapandemie ten tijde van het aangaan van de reisovereenkomst op 27 november 2019 niet te voorzien. [eisers] hoefden bij het aangaan van de reisovereenkomst dan ook geen rekening te houden met een dergelijke buitengewone situatie. Op het moment van annuleren gold voor Tanzania code oranje. Dat betekent dat sprake is van een hoog risicogebied en dat wordt geadviseerd alleen naar Tanzania te reizen wanneer dat noodzakelijk is, waarbij een toeristisch verblijf niet als noodzakelijk wordt aangemerkt.
3.3.
Subsidiair beroepen [eisers] zich op artikel 7:509 lid 2 BW. Volgens [eisers] zijn is geen sprake van een passende en gerechtvaardigde vergoeding. Het is niet duidelijk welke kosten Wereldcontact daadwerkelijk heeft gemaakt.

4.Het verweer

4.1.
Wereldcontact heeft aangevoerd dat [eisers] uit eigen beweging hebben besloten de reis voor het begin daarvan te annuleren. Voorafgaand heeft Wereldcontact expliciet te kennen gegeven dat in dat geval een annuleringsvergoeding verschuldigd zou zijn. Wereldcontact heeft aangevoerd dat de reisadviezen niet bindend zijn. Het reizen naar Tanzania is in de zomer van 2021 gewoon weer mogelijk gebleken en door Wereldcontact zijn er dan ook acht reizen verzorgd die allemaal zonder enig probleem zijn verlopen. Ook in Tanzania was op dat moment gestart met vaccineren, waarbij voorrang is gegeven aan de toerismesector. Bij de reizen van Wereldcontact wordt er voorts strikt op toegezien dat gedurende de reis door de ingeschakelde partners en medewerkers continu de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Er is niet voldaan aan het bepaalde in artikel 7:509 lid 3 BW en artikel 9.9 van de ANVR Reizigersvoorwaarden.
4.2.
Wereldcontact heeft bovendien slechts een gedeelte van de contractueel overeengekomen annuleringsvergoeding in rekening gebracht.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten met betrekking tot een pakketreis naar Tanzania. Op deze overeenkomst zijn de artikelen 7:500 BW e.v. van toepassing. In artikel 7:509 BW is bepaald dat een pakketreis kan worden geannuleerd en wat daarvan de consequenties zijn.
Verklaring voor recht dat de (reis)overeenkomst is ontbonden
5.2.
Allereerst hebben [eisers] gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de tussen [eisers] en Wereldcontact gesloten (reis)overeenkomst is ontbonden, dan wel subsidiair dat de (reis)overeenkomst wordt ontbonden.
5.3.
Op grond van artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
5.4.
De rechtbank is, zoals Wereldcontact heeft aangevoerd, van oordeel dat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:265 BW. Er is geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen door Wereldcontact. Zij heeft de reis immers niet uitgevoerd doordat [eisers] deze hebben geannuleerd. Volgens Wereldcontact had de reis door haar kunnen worden uitgevoerd en zou deze ook zijn uitgevoerd als [eisers] de reis niet zouden hebben geannuleerd. Of de reis al dan niet veilig zou kunnen worden uitgevoerd zal hierna in het kader van de gestelde kosteloze annulering worden besproken.
5.5.
Dit gedeelte van de vordering zal daarom worden afgewezen.
Kosteloze annulering
5.6.
Hoewel de reisovereenkomst niet ontbonden, is tussen partijen niet in geschil dat de reisovereenkomst is beëindigd door middel van annulering van de reis. De vraag is of [eisers] op grond van de annulering recht hebben op terugbetaling van het volledige bedrag dat zij als aanbetaling hebben voldaan. De rechtbank oordeelt daarover als volgt.
5.7.
Artikel 7:509 lid 3 BW bepaalt dat de reiziger, indien zich op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving daarvan onvermijdbare en buitengewone omstandigheden voordoen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de pakketreis of voor het personenvervoer naar de bestemming, het recht heeft de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis zonder betaling van een beëindigingsvergoeding te beëindigen. Lid 4 van dat artikel bepaalt dat in geval van beëindiging van de pakketreisovereenkomst op grond van lid 3 de reiziger recht heeft op een volledige terugbetaling van alle voor de pakketreis betaalde bedragen, maar dat hij geen aanspraak kan maken op een schadevergoeding. Deze beschermende maatregelen zijn voor consumenten, zoals [eisers] , ingericht.
5.8.
Of er sprake is van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving daarvan moet objectief worden uitgelegd. Daarbij moet worden gekeken naar het concrete geval.
5.9.
De rechtbank acht het van belang dat [eisers] de reis heeft geboekt voordat er sprake was van de coronapandemie. Op het moment van boeken was het voor [eisers] niet voorzienbaar dat de reis daardoor in 2020 geen doorgang kon vinden. Daarom is de reis van juli 2020 doorgeschoven naar augustus 2021. Anders dan Wereldcontact heeft aangevoerd is de rechtbank van oordeel dat daarmee geen sprake was van een nieuw geboekte reis, maar van het omboeken van de reis. Dat Wereldcontact opnieuw de vluchten en accommodaties moest boeken is inherent aan het omboeken van de reis en maakt niet dat alleen al daardoor sprake is van een nieuw geboekte reis. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het verweer van Wereldcontact dat [eisers] dat moment voorzienbaar was dat COVID-19 het jaar daarna nog steeds zou rondwaren en om die reden geen sprake kan zijn van buitengewone en onvermijdbare omstandigheden.
5.10.
Verder acht de rechtbank het van belang dat het reisgezelschap zou bestaan uit, onder meer, twee personen van 70+ en vier minderjarige kinderen, waarbij de laatste op het moment waarop de reis in 2021 zou hebben plaatsgevonden niet waren gevaccineerd tegen COVID-19 omdat zij nog niet in aanmerking kwamen voor een vaccinatie. Bovendien heeft te gelden dat, ook al was in Nederland reeds begonnen met vaccineren, een vaccinatie geen zekerheid geeft dat je niet besmet raakt met COVID-19. Daarbij komt dat de twee personen van 70+ tot de risicogroep behoren, omdat zij door hun leeftijd een verhoogd risico hebben op een ernstig verloop van COVID-19. Dat maakt dat de reis voor deze personen niet zonder risico zou zijn geweest, aangezien op dat moment nog sprake was van de delta-variant van het coronavirus waarvan je ernstig ziek kon worden. Een opname in het ziekenhuis was daarbij niet ondenkbaar.
5.11.
Dit is in het bijzonder van belang omdat de reis naar Tanzania zou gaan, een land waar COVID-19 door de voormalig president werd gebagatelliseerd, waardoor pas na aanstelling van de nieuwe president in maart 2021 een begin is gemaakt met het nemen van maatregelen tegen deze ziekte. Daarnaast is in Tanzania de vaccinatie-, de besmettingsgraad en de testcapaciteit onduidelijk. Daardoor kan er geen objectieve inschatting worden gemaakt van de bestaande veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Bovendien liggen de medische voorzieningen in Tanzania niet op het niveau van westerse landen. Dit is tevens van belang voor het geval een persoon van het reisgezelschap om een andere reden in het ziekenhuis zou moeten worden opgenomen, omdat niet duidelijk is of en welke maatregelen tegen COVID-19 in de ziekenhuizen werd genomen.
5.12.
Daarnaast heeft te gelden dat voor Tanzania op het moment van het annuleren van de reis code oranje gold. Dit betekent dat het advies is om alleen voor noodzakelijke reizen naar Tanzania te gaan, waarbij het bezoek van Tanzania als toerist niet als noodzakelijk wordt beschouwd. Dit is weliswaar een advies, maar dit advies wordt gegeven door de Nederlandse overheid ter bescherming van haar burgers.
5.13.
Alle hiervoor genoemde omstandigheden in acht genomen is de rechtbank van oordeel dat tegen deze achtergrond, waarbij er te weinig informatie is over de veiligheidsvoorzieningen met betrekking tot COVID-19 zoals die op dat moment in Tanzania golden, sprake is van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden die aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de pakketreis. Deze omstandigheden maken het veilig reizen in Tanzania voor [eisers] naar het oordeel van de rechtbank onmogelijk.
5.14.
De rechtbank acht het annuleren van de reis twee maanden voor aanvang daarvan redelijk. De rechtbank betrekt in haar oordeel dat voor het reizen naar Tanzania door de reiziger rekening moet worden gehouden met het halen van vaccinaties, hetgeen niet vlak voor de reis te regelen is. Daar komt bij dat een annulering van twee maanden van tevoren ook voor het organiserende reisbureau nog de mogelijkheid geeft de kosten te beperken.
5.15.
[eisers] was naar het oordeel van de rechtbank op grond van artikel 7:509 lid 3 en 4 BW derhalve gerechtigd de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis zonder betaling van een beëindigingsvergoeding te beëindigen. Wereldcontact zal daarom de door haar in rekening gebrachte annuleringsvergoeding, die zij heeft verrekend met de aanbetaling, aan [eisers] moeten terugbetalen. Gezien het lichaam van de dagvaarding en de door [eisers] overgelegde creditfactuur gaat de rechtbank ervan uit dat Wereldcontact nog een bedrag van € 29.481,75 aan [eisers] moet voldoen. De gevorderde rente zal eveneens worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.16.
[eisers] hebben tevens betaling gevorderd van de buitengerechtelijke incassokosten. [eisers] hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot ten hoogste het bedrag van de wettelijke staffel zoals vermeld in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, zijnde een bedrag van € 1.069,82. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente zal eveneens worden toegewezen.
Proceskosten
5.17.
Wereldcontact zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:
- explootkosten € 125,11
- griffierecht 952,00
- salaris advocaat 1.442,00punten × tarief € 721,00)
Totaal € ‭2.519,11‬‬‬‬‬‬
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal eveneens worden toegewezen.
5.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
veroordeelt Wereldcontact om aan [eisers] tegen deugdelijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 29.481,75 ter zake van de (restant)reissom te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juni 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt Wereldcontact om aan [eisers] te betalen de buitengerechtelijke kosten ad € 1.069,82 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
6.3.
veroordeelt Wereldcontact in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € ‭2.519,11, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling‬;‬‬‬‬‬
6.4.
veroordeelt Wereldcontact in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 157,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 82,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Wereldcontact niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
6.5.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2022.
c: 598