In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen over de teruggaaf van energiebelasting (EB) en opslag duurzame energie (ODE). Eiseres had verzocht om teruggaaf van de betaalde EB en ODE over het aardgasverbruik in haar productieprocessen voor gesneden glasvezels. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres gedeeltelijk tegemoet is gekomen in haar verzoeken, maar dat de inspecteur de teruggaaf voor het aardgasverbruik in de wervelbeddrogers en bakovens had afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de feiten vastgesteld, waaronder het productieproces van eiseres en de eerdere teruggaafbeschikkingen van de inspecteur. De kern van het geschil was of het aardgasverbruik in de wervelbeddrogers en bakovens onder de vrijstelling voor mineralogische procedés valt. Eiseres stelde dat haar gehele productieproces onder deze vrijstelling valt, terwijl de inspecteur dit betwistte en een restrictieve uitleg voorstond.
De rechtbank oordeelde dat de vrijstelling van toepassing is op het volledige productieproces van eiseres, inclusief het gebruik van aardgas in de wervelbeddrogers en bakovens. De rechtbank vernietigde de uitspraken op bezwaar en stelde vast dat eiseres recht heeft op een aanvullende teruggaaf van € 7.178 over het tweede kwartaal en € 5.440 over het derde kwartaal van 2019. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het betaalde griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.