Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 november 2021;
- de mondelinge behandeling van 8 maart 2022 en de schriftelijke aantekeningen die de griffier daarvan heeft gemaakt;
- de pleitnotitie van [gedaagde] .
2.De feiten
‘Het Enigmacollectief’, van het boek ‘(De Jacht Op) Hitlers Diamanten’ (hierna: het boek).
‘een belediging voor holocaust slachtoffers’genoemd.
Hitlers diamanten.
Protocollen van de Wijzen van Zionwel degelijk echt zouden zijn. En dit alles in een quasi-taalkundige en numerologische wartaal opgediend.
The Post Onlineverschijnt, en die later in een uitgebreide geannoteerde versie op
[gedaagde] Magazinegepubliceerd wordt.
De protocollen der Wijzen van Zion, de bekendste antisemitische
hoaxuit de geschiedenis, als waarheid gepresenteerd. Zulk werk heeft in de verste verte niets met historisch onderzoek te maken.
Bol.com, waar CIDI in contact mee staat om te adviseren inzake antisemitische literatuur, laten wij dit weten.’
‘Het boek Hitler’s diamanten is antisemitisch geraaskal. Het CIDI is niet blij dat huisuitgeverij Aspekt het boek uitgeeft’. In de recensie staat verder onder meer de zin:
‘Voor het eerst sinds de Holocaust is in Nederland een onverbloemd antisemitisch boek verschenen’.
‘complotwaan’en
‘waanbloemlezing’genoemd. Verder heeft [gedaagde] zich op sociale media over het boek en [eiser] uitgelaten.
“Boek ‘Hitlers diamanten’ definitief uit de handel en het komt ook niet meer terug’. Het artikel is geschreven door [gedaagde] en [naam C] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
diens smadelijke, dan wel lasterlijke uitlatingen jegens [eiser] ’staakt, zonder concreet te maken welke uitlatingen [gedaagde] zou moeten staken. Ook de vordering onder II is te ruim en algemeen geformuleerd, nu uit de tekst van de rectificatie niet valt op te maken welke uitlatingen [gedaagde] concreet zou moeten rectificeren.
‘Voor het eerst sinds de Holocaust is in Nederland een onverbloemd antisemitisch boek verschenen’. De rechtbank begrijpt dat [eiser] stelt dat (in ieder geval) die uitlating in deze recensie onrechtmatig is. [eiser] heeft, zoals hiervoor overwogen, de recensie niet overgelegd, zodat de rechtbank niet kan beoordelen in welke context [gedaagde] deze uitlating heeft gedaan. De rechtbank zal hierna dan ook beoordelen in hoeverre de uitlating van [gedaagde] ‘dat het boek antisemitisch is’, onrechtmatig is.
rb: van de Wijzen van Zion)beschrijven stap voor stap en in detail hoe er dan geleidelijk tot die Joods-protestantse wereldheerschappij gekomen zou kunnen worden, en omdat er in de Protocollen ook wordt gerefereerd aan juist weer de vrijmetselarij was het destijds bij de publicatie ervan in 19.03 voor velen hét bewijs dat er een joods-maçonnieke samenzwering of complot zou bestaan.’
‘bol van onverbloemde antisemitische complottheorieën’staat. Dat het boek een ‘fact-ficion’ verhaal zou betreffen en [gedaagde] er niet van uit mocht gaan dat het verhaal, en daarmee voornoemde passages, op waarheid is c.q. zijn berust, heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd. [eiser] heeft het boek in het voorwoord en de persberichten gepresenteerd als een verhaal dat (voor het grootste gedeelte) op onderzoek van hem (en zijn medeauteurs) is gebaseerd. Overigens laat dat onverlet dat [gedaagde] ook een ‘fact-ficion’ verhaal als antisemitisch kan beschouwen.
‘het enige ware hoofdstuk’(
rb: over Hitler) en naar eigen zeggen zal in het boek worden aangetoond ‘
dat zelfs Hitler het eindproduct was van een nog meer demonischer systeem dan het Nazisme en meer doortrapte criminelen dan hijzelf’. Na lezing van het boek zou volgens [eiser]
‘onze kijk en kunde op de top van het Nazi-apparaat kunnen veranderen’. In het boek schrijft hij over een complot van Joden en Vrijmetselaars om de wereld te overheersen. Temeer gelet op de door hem gebezigde ‘gespierde taal’ heeft [eiser] hierdoor over zich afgeroepen dat een derde, en met name een journalist, zich kritisch zou uitlaten over het boek en daarbij het woord ‘antisemitisch’ in zijn mond zou kunnen nemen. [gedaagde] moet zich als journalist ook in het openbaar kritisch kunnen en mogen uitlaten over onderwerpen die de samenleving raken, zoals het onderhavige.
dieuitlating in zijn eer en goede naam is aangetast.
1.126,00(2,0 punt × tarief € 563,00)
5.De beslissing
mr. I.F. Clement, leden, en in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2022. [2]