In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een huurder, en verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder waarin een overlastvergoeding van € 500,- was toegekend, terwijl zij meende recht te hebben op € 1.000,-. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel. De Procedure en werkwijze van het Instituut Mijnbouwschade Groningen bepaalt dat de overlastvergoeding voor eigenaren gezamenlijk op € 500,- wordt vastgesteld indien de fysieke schade boven de € 10.000,- uitkomt, en dat huurders gezamenlijk recht hebben op € 250,-. De rechtbank oordeelde dat dit beleid niet kennelijk onredelijk is en dat er een gerechtvaardigd onderscheid is tussen eigenaren en huurders. Eiseres voerde aan dat het besluit ook in strijd was met het evenredigheidsbeginsel en het verbod op détournement de pouvoir, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid geen aanleiding had om van zijn beleid af te wijken en verklaarde het beroep ongegrond.