ECLI:NL:RBNNE:2022:166

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
18/950096-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van hennepteelt en diefstal van elektriciteit in twee hennepkwekerijen

Op 27 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte werd veroordeeld voor het telen van hennep in twee verschillende kwekerijen, gelegen in Hoogeveen en Meppel, en voor het illegaal afnemen van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen verantwoordelijk was voor het opzetten en exploiteren van de kwekerijen, waarbij hij meerdere dagen per week aanwezig was om het kweekproces te controleren. De verdachte had de panden op zijn naam gehuurd en was betrokken bij de verzorging van de planten en het regelen van de stroomvoorziening.

De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal van elektriciteit bewezen, ondanks dat niet kon worden vastgesteld dat hij de verbrekingshandelingen had verricht. De verdachte had verklaard dat hij de huurder was van de panden en dat hij samen met anderen de kwekerijen had opgebouwd en geëxploiteerd. De rechtbank legde een taakstraf op van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Enexis Netbeheer B.V. voor de geleden schade door de diefstal van elektriciteit.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, gezien de overlast en schade die de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit met zich meebrachten. De verdachte had zijn eigen financiële gewin boven de belangen van de maatschappij gesteld, wat leidde tot een hogere strafmaat. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, met uitzondering van de kosten voor de netmeting, die niet voor toewijzing vatbaar werden geacht.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/950096-17

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] , niet als ingezetene ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), ter terechtzitting door verdachte opgegeven adres: [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 december 2021.
Verdachte is verschenen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met
2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk, in een (bedrijfs)loods, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de [adres] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een bedrijfshal, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de
[adres] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte tegenover de politie heeft verklaard dat hij heeft meegeholpen met het opbouwen van de kwekerij in Hoogeveen (feit 1) en dat hij met dat doel het pand heeft gehuurd. Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij de stroom controleerde en de planten water gaf. Ook het pand in Meppel (feit 2) heeft verdachte gehuurd en in dit pand heeft hij samen met medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] de kwekerij opgebouwd en stekjes geplaatst. Hij kwam er meerdere keren per week en hij heeft tevens verklaard dat hij ook samen met anderen hennep heeft geknipt. Gelet op het bovenstaande is er sprake van medeplegen van het telen van hennep in Hoogeveen en Meppel.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 3 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat waaruit blijkt dat verdachte enige betrokkenheid of wetenschap van het feitelijk ombouwen van de meterkast heeft gehad. Aangezien meerdere personen bij de kwekerij betrokken zijn geweest, blijft onduidelijk wie feitelijk de wegnemingshandelingen heeft uitgevoerd.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zich met betrekking tot de ten laste gelegde feiten ter terechtzitting beroepen op zijn zwijgrecht.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 februari 2017, opgenomen op pagina 3097 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d. 28 augustus 2018, inhoudend als relaas van verbalisant Huizenga:
Op donderdag 2 februari 2017 stelde ik een onderzoek in op het adres de [adres] Hoogeveen, vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Huurder;
Op het genoemde adres [adres] Hoogeveen, staat de volgende persoon als huurder vermeld Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1967
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Nederland
Omschrijving pand
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Het pand betreft een bedrijfspand, namelijk:
Betreft een grote loods met kantoorgedeelte aan voorzijde/wegkant.
Kweekruimte l
In totaal stonden er 960 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 90 cm.
Per m2 stonden er 15 planten.
De plantenbakken waren gevuld met steenwol.
In totaal hingen er in de kweekruimte 36 assimilatielampen.
In de kweekruimte bevonden zich 5 koolstof filters.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 28 Celsius.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zag ik het volgende:
In totaal stonden er 920 hennepplanten.
De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 90 cm. Per m2 stonden er 15 planten.
De plantenbakken waren gevuld met steenwol.
In totaal hingen er in de kweekruimte 34 assimilatielampen.
In de kweekruimte bevonden zich 3 koolstoffilters.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 28 Celsius.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 maart 2018, opgenomen op pagina 3451 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
U vraagt mij sinds wanneer er een hennepkwekerij in het pand aan de [adres] in Hoogeveen zat. Ik heb zelf meegeholpen met opbouwen en volgens mij was het klaar ergens in september 2016. Dat het startklaar was en dat de plantjes erin gingen. Het kan de eerste of tweede week geweest zijn. Ik heb dat huurcontract op naam genomen met als doel een kwekerij op te starten en daar geld mee te verdienen. Er waren meer mensen bij betrokken maar daar wil ik nou nog niets over verklaren. Ik kwam daar in Hoogeveen elke dag behalve de weekenden. Ik controleerde de stroom. Ik heb water gegeven en ik zat op kantoor om het pand te bewaken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2018, opgenomen op pagina 3961 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ter zake een verdenking van overtreding van de Opiumwet stelde ik op woensdag 22 november 2017 een onderzoek in op het adres [adres] , Meppel.
Op woensdag 22 november 2017 constateerde ik het volgende:
Verkrijgen sleutel pand [adres] Meppel
Omstreeks 06:00 uur bevond ik mij verbalisant bij een woning aan de [adres] te
[adres]. Ik was hier ter ondersteuning bij de aanhouding van verdachte [verdachte] . Uit tapgesprekken en observatie was gebleken dat verdachte [verdachte] vermoedelijk in het bezit was van de sleutels van het pand aan de [adres] te Meppel. Nadat verdachte [verdachte] was aangehouden en de cautie was medegedeeld vroeg verbalisant [verbalisant] aan verdachte [verdachte] waar de sleutels waren van de het pand aan de [adres] te Meppel. Ik verbalisant hoorde dat verdachte [verdachte] antwoordde dat de sleutels van het pand aan de [adres] te Meppel aan zijn sleutelbos zaten waar ook de sleutel van zijn auto aan zat.
Binnentreden pand [adres] te Meppel
Vervolgens ben ik verbalisant naar het pand aan de [adres] te Meppel gereden waar ik omstreeks
07:00 uur aankwam en samen met collega's, middels de verkregen sleutels van
verdachte [verdachte] , het pand binnengetreden via de hoofdtoegang van het pand.
Toen ik het pad door de hal volgde kwam ik al snel bij, na telling 325 vuilniszakkenzakken, gevuld met gebruikt teelaarde met daarin afgeknipte hennepplanten, gemiddeld 4 hennepplanten per vuilniszak, (totaal 1300 afgeknipte hennepplanten). Rechts van deze vuilniszakken was een ruimte gemaakt welke diende als technische ruimte ten behoeve van de hennepkwekerij. In deze ruimte bevond zich een deur, naast 1 van de afscheidingswanden, waardoor je het pand kon verlaten en aan de voorzijde van het pand op het binnenterrein terecht kwam. In deze ruimte stond onder andere een werktafel met daaronder lege en volle voedingsvaten. Rechts van deze tafel lag een groot blauw zeil met daaronder 3 vaten van elk duizend liter gevuld met water en voeding ten behoeve van de hennepkwekerij. Rechts van deze vaten was een stalen trap naar een boven ruimte welke was afgesloten met een deur, welke niet op slot zat.
Na het openen van deze deur kwam ik in een tussenruimte met een zwart zeil, na het verwijderen van het zeil zag ik een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 1. Rechts achterin hing nog een zwart zeil, bij het opzij trekken van dit zeil zag ik verbalisant nog een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 2.
Vervolgens ben ik verbalisant weer teruggelopen naar de grote hal. Ik kon langs de vele vuilniszakken om de 1e afscheidingswand lopen. Achter deze afscheidingswand was een open ruimte welke toegang gaf tot de roldeur van het pand. Kennelijk waren deze afscheidingswanden met stellingen er neer gezet zodat, wanneer de roldeur open stond, vanaf de openbare weg niet te zien was wat er in de rest van de hal gebeurde. Achter de 2e scheidingswand stonden nog meer goederen waaronder veel gebruikte hennep gerelateerd goederen zoals, lampen, transformatoren, koolstoffilters, strijkzakken, kratjes met hennepresten, droognetten en kabels. Verder werden er nog nieuwe stekblokje en potgrond aangetroffen.
Kweekruimte 1
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 1 week oud.
- In totaal stonden er 641 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 10 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Kweekruimte 2
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 2 week oud.
- In totaal stonden er 738 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 15 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Technische ruimte en bedrijfshal
In de technische ruimte stonden onder andere 3 vaten van elk 1000 liter gevuld met een mix van water en voedingsmiddelen. Dit mengsel werd doormiddel van een dompelpomp naar de kwekerij gepompt. In de bedrijfshal werden onder andere 325 vuilniszakken aangetroffen met resten van gemiddeld 4 afgeknipte hennepplanten, totaal 1300 afgeknipte hennepplanten. Verder werd in beide ruimtes een grote hoeveelheid hennep gerelateerde goederen aangetroffen.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Openen meterkast ten behoeve van de veiligheid
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van energie (stroom) plaatsvindt. Deze stroomdiefstal vindt meestal plaats door het maken van illegale aftakkingen / aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringkast om.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de kwekerij is onderzocht door [naam] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Enexis B.V., in aanwezigheid van mij, verbalisant. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, stroom ten behoeve van de hennepkwekerij voor de meter werd afgetapt.
Door de netwerkbeheerder Enexis B.V. werd aangifte gedaan van diefstal van stroom. Uit het rapport van de vermelde fraude-inspecteur bleek, dat de aangelegde installatie gevaar opleverde voor personen en/of goederen. Dit rapport is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2017, opgenomen op pagina 3911 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
In het onderzoek Miograna is gebleken dat er in het pand aan de [adres] te Meppel vermoedelijk een hennepkwekerij is gevestigd. Na aanleiding van dit vermoeden zijn de energiegegevens van het pand opgevraagd onder nummer BOB-027-02. Van de gevorderde gegevens is vervolgens proces-verbaal van bevindingen opgemaakt onder nummer AH-036-01 en AH-050-01. Uit deze gegevens kon blijken dat het energie contract van het pand op naam stond van een persoon genaamd: [naam]
[adres]
Telefoon [telefoonnummer]
E-mail: [e-mailadres]
Rekeningnummers: [rekeningnummer] en [rekeningnummer]
In het onderzoek Miograna zijn onder BOB-032-02 de historische telefoongegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] gevorderd. Van de historische telefoongegevens is onder
AH-044-01een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt waaruit blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] vermoedelijk in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
Vervolgens bleek uit AH-045-01 en AH-058-01, proces-verbaal van bevindingen van de rekeningnummers [rekeningnummer] en [rekeningnummer] , dat deze op naam staan van verdachte [verdachte] .
Uit tapgesprekken, TA006 doelproductnummer 141, wat plaats had gevonden op maandag 13 november 2017 om 14:04:27 en TA006 Productnummer 265, wat plaats had gevonden op donderdag 16 november om 12.37 uur, bleek dat verdachte [verdachte] gesprekken had met energiebeheerder Rendo en met Energie Direct waarbij hij aangeeft [naam] te heten.
Gezien al deze feiten en omstandigheden blijkt dat [naam] in werkelijkheid verdachte [verdachte] is.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2017, opgenomen op pagina 3883 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 18 september is door mij verbalisant bij Enexis B.V. een netmeting aangevraagd voor het pand aan de [adres] te Meppel. Op donderdag 5 oktober 2017 ontving ik verbalisant bericht van Enexis B.V. waaruit bleek dat de uitgevoerde netmeting op het pand aan de [adres] te Meppel als positief kon worden bestempeld waarbij een 12 uurs cyclus te zien was. Ik zag dat de gegevens van de uitgevoerde netmeting als volgt waren:
Er is een netmeting uitgevoerd ter controle van het adres : [adres] . Er is gemeten in : MSR. MPL.391214 op de kabel met kabelcode : 050747 in de periode van: 26-09 t/m 03-10-2017
Conclusie
Het gemeten patroon duidt WEL op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Gemeten waarden uit de meting:
Hoeveelheid. 35 Amp.,
Er is een cyclus te zien van 12 uur.
Schakeltijden: in 0.00 uur en uit 12.00 uur.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 maart 2018, opgenomen op pagina 3451 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
U vraagt mij wat ik kan verklaringen over mijn rol in de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] te Meppel. Ik heb het pand gehuurd. Ook weer opgebouwd en ingericht op de eerste etage.
[medeverdachte] en ik waren daarbij betrokken, maar ook [medeverdachte] . Die kwam daar wel. Mijn rol was opbouw en inrichten. En mijn rol was daar ook het huurcontract en dat ik daar bijna elke dag aanwezig was. Ik heb de kosten voor de inrichting van de hennepkwekerij geregeld. Net zoals in Hoogeveen. Geld van de lui uit Groningen.
Ik heb de stekjes samen met [medeverdachte] en [medeverdachte] geplaatst. Ik heb samen met [medeverdachte] de hennep geknipt en [medeverdachte] heeft het weggebracht.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 januari 2018, opgenomen op pagina 4009 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] namens Enexis Netbeheer B.V.:
Enexis Netbeheer B.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van pand [adres] .
Op 22 november 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres] te Meppel.
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Enexis
Netbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Diefstal Elektriciteit:
Illegale aftakking na de hoofdveiligheid. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit.
Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
Manipulatie / verzwaring hoofdveiligheid.
Uit onderzoek bleek dat de hoofdveiligheden in de aansluitkast van Enexis zijn gemanipuleerd. Contractueel hoort er 3 x 25A in te zitten. Er waren zekeringen met een waarde van 80A/80A/80A geplaatst. Door het verzwaren van de hoofdzekeringen is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant.
Om deze uitbreiding/verzwaring te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
Bewijsoverweging
Op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewijzen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Uit de eigen verklaring van verdachte tegenover de politie blijkt dat verdachte beide kwekerijen samen met anderen heeft opgezet en heeft geëxploiteerd.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat ook de onder 3 ten laste gelegde medeplegen van diefstal van elektriciteit bewezen kan worden. Door een fraude-inspecteur van Enexis Netbeheer B.V. is vastgesteld dat in het pand aan de [adres] te Meppel de elektriciteit illegaal werd afgetapt buiten de meter om. Verdachte heeft verklaard dat hij de huurder was van het pand en dat hij, samen met anderen, de hennepkwekerij aan de [adres] te Meppel heeft opgebouwd, geëxploiteerd en onderhouden. Hij was daartoe, zo verklaarde hij, bijna dagelijks aanwezig in het pand en uit de positieve netmeting blijkt dat er in de periode van 26 september tot en met 3 oktober 2017 in 12-uurscycli elektriciteit werd afgenomen. Uit de foto’s van de stroomvoorziening/meterkast die zijn bijgevoegd bij het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij blijkt voorts dat het voor verdachte zichtbaar moet zijn geweest dat de elektriciteit buiten de meter om werd afgenomen.
1
Uit het voorgaande en uit het feit dat verdachte onder een valse naam het energiecontract heeft afgesloten, leidt de rechtbank af dat verdachte op zijn minst wetenschap moet hebben gehad van het feit dat de elektriciteit illegaal werd afgenomen. Door vervolgens ook gebruik te maken van de elektriciteit bij het telen van de hennep heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de verbrekingshandelingen heeft verricht, doet aan het bovenstaande niet af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [adres] , heeft geteeld, verwerkt en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van in totaal 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [adres] , heeft geteeld en verwerkt, en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van in totaal 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en/of zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeftgebracht door middel van verbreking.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaren.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de strafmaat.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van hennep in twee verschillende hennepkwekerijen. Hij heeft daarbij geholpen met het opbouwen en het exploiteren van de kwekerijen, door onder meer de panden op zijn naam te huren en meerdere dagen per week aanwezig te zijn in de kwekerij om het kweekproces in de gaten te houden. Dit zijn strafbare feiten die overlast veroorzaken en schade voor de maatschappij opleveren. Het is een feit van algemene bekendheid dat gebruik van de uit hennepplanten verkregen stof de gezondheid van gebruikers kan schaden. Bovendien gaat de kweek van hennep vaak - direct of indirect - gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Verdachte lijkt met de opbrengst van de hennepkwekerijen zijn financiële problemen te hebben willen oplossen. Door aldus te handelen heeft hij zijn eigen financiële gewin boven de belangen gesteld die door strafbaarstelling van hennepteelt worden gediend.
Om de hennepkwekerij in Meppel mogelijk te maken heeft verdachte zich bovendien samen met anderen schuldig gemaakt aan diefstal van stroom door de stroomvoorziening op illegale wijze af te tappen. Hiermee heeft hij niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendom van een ander, maar heeft hij ook meegewerkt aan een (brand)gevaarlijke situatie, zo blijkt uit bevindingen van de Enexis Netbeheer B.V.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gelet op het grootschalige karakter van de hennepteelt en de prominente en organiserende rol die verdachte heeft gespeeld bij het opzetten van de hennepkwekerijen en de exploitatie daarvan. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS.
Evenals de officier van justitie bij zijn strafeis, heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn tussen de pleegdatum en de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting. Ook heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor (soortgelijke) strafbare feiten.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met de door de officier van justitie gevorderde straf. De rechtbank acht een maximale taakstraf van 240 uur in beginsel passend en geboden, maar gelet op de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank de op te leggen taakstraf beperken tot 200 uren. De rechtbank zal daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden opleggen met een proeftijd van 2 jaren ter voorkoming van het opnieuw plegen van strafbare feiten door verdachte.
Benadeelde partij
Enexis Netbeheer B.V. heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 8.285,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. een bedrag van € 1.289,29 aan proceskosten gevorderd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook aansprakelijk is voor de schade die Enexis Netbeheer B.V. heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. De officier van justitie acht de vordering die gebaseerd is op twee eerdere oogsten en de aangetroffen oogst hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vordering benadeelde partij.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 7.947,85 en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering, behoudens de kosten voor de netmeting, voldoende onderbouwd. De vordering zal daarom tot voornoemd bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017.
De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van (publieke) opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom (hoofdelijkheid).
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op 1.289,29, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank ziet geen aanleiding de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, aangezien de benadeelde partij zelf voldoende middelen voor het innen van de toegewezen vordering ter beschikking heeft.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

een taakstraf voor de duur van 200 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 100 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Ten aanzien van 18/950096-17, feit 3:
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
Enexis Netbeheer B.V.te betalen:
  • het bedrag van € 7.947,85 (zegge: zevenduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfentachtigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 1.289,29.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij Enexis B.V. voor het overige wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. E. Läkamp en mr. M.A.M. Wolters, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2022.
Mr. Eelsing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2019, opgenomen op pagina 3961 e.v. van het dossier (specifiek pagina 3976).