ECLI:NL:RBNNE:2022:1656
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake mijnbouwschade en bewijsvermoeden
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 28 april 2022, hebben eisers, wonende te [woonplaats], beroep ingesteld tegen het besluit van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Dit besluit verklaarde hun bezwaar tegen een eerder toegekende schadevergoeding voor aardbevingsschade ongegrond. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. L. Brouwers, stelden dat de schade aan hun woning was verergerd door mijnbouwactiviteiten en dat het bewijsvermoeden voor bepaalde schades onvoldoende was weerlegd door verweerder. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de schade en de besluiten van de deskundigen zorgvuldig overwogen. De rechtbank concludeert dat de deskundigen, waaronder F. Werkman, I. Hermans en J. N. Handgraaf, voldoende bewijs hebben geleverd dat de schade aan de aanbouw van de woning niet het gevolg is van mijnbouwactiviteiten, maar van andere oorzaken zoals ongelijke zetting. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich op de adviezen van deze deskundigen heeft mogen baseren en dat de beroepsgrond van eisers niet slaagt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.