ECLI:NL:RBNNE:2022:164

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
18-950095-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van hennepteelt en diefstal van elektriciteit in meerdere locaties met bedreiging

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1981, die beschuldigd werd van het medeplegen van hennepteelt in drie verschillende kwekerijen, diefstal van elektriciteit en bedreiging. De verdachte werd beschuldigd van het telen van hennep in Assen, Hoogeveen en Meppel, waarbij hij samen met anderen opzettelijk grote hoeveelheden hennepplanten teelde en elektriciteit illegaal afnam. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een leidende rol had in de hennepkwekerijen en dat hij zich schuldig had gemaakt aan de diefstal van elektriciteit door gebruik te maken van illegale aansluitingen. De rechtbank achtte de verklaringen van medeverdachten betrouwbaar en consistent, en deze werden ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals telefoongesprekken en digitale gegevensdragers. De verdachte werd ook beschuldigd van bedreiging van een medeverdachte, waarbij hij dreigende woorden had geuit. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en legde schadevergoedingen op aan de benadeelde partijen voor de geleden schade door de diefstal van elektriciteit.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/950095-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 januari 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 december 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.M.H. Zuketto en mr. G.A.R. di Antonio, advocaten te
Maastricht. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een voormalig mestsilo, althans een gebouw en/of pand, op het perceel (aan of bij) de [straatnaam] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1306 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit ( [straatnaam] ) en/of een hoeveelheid gas ( [straatnaam] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met
2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk, in een (bedrijfs)loods, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de [straatnaam] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een bedrijfshal, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de [straatnaam] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
hij op of omstreeks 26 november 2017 te Borger, [medeverdachte 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [medeverdachte 1] dreigend de woorden toe te voegen “ik maak jullie allemaal af” en/of “ik verbrijzel jou”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de onder 5 ten laste gelegde diefstal van elektriciteit, aangezien het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte enige betrokkenheid bij of wetenschap van de diefstal van elektriciteit heeft gehad.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde.
Met betrekking tot feit 1, 3 en 4 heeft de raadsman aangevoerd dat het door de politie uitgevoerde DNA-onderzoek, de verrichte observaties en de aangehaalde telefoongesprekken/gegevens onvoldoende zijn om de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten te kunnen vaststellen. De betrokkenheid van verdachte vloeit enkel voort uit de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , maar zij verklaren in strijd met hun eigen verklaringen en met de overige bewijsmiddelen. Dit maakt de verklaringen ongeloofwaardig, leugenachtig en onbetrouwbaar, zodat deze verklaringen van het bewijs dienen te worden uitgesloten. De raadsman heeft gesteld dat meer waarde moet worden gehecht aan de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] , aangezien hij wel consistent heeft verklaard en zijn verklaring gesteund wordt door bevindingen van de politie.
Wanneer de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wel voor het bewijs gebruikt worden, dient alsnog vrijspraak te volgen omdat er geen sprake is van medeplegen. Er kan op basis van de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] geen invulling worden gegeven aan de intensiteit van de samenwerking en de onderlinge taakverdeling, zodat niet kan worden vastgesteld dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de hennepkwekerijen of dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking.
Ten aanzien van de feiten 2 en 5 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat het dossier geen bewijs bevat dat verdachte enige wetenschap van of betrokkenheid bij de diefstal van elektriciteit en/of gas heeft gehad.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit voor feit 6. De verklaring van aangever [medeverdachte 1] betreft het enige bewijsmiddel en die verklaring is volgens de raadsman onbetrouwbaar. De verklaring van [medeverdachte 1] wordt dan ook niet ondersteund door andere bewijsmiddelen terwijl er wel contra-indicaties zijn. Aangezien enig steunbewijs ontbreekt dient verdachte ook van dit feit te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feiten 1 en 2 ( [straatnaam] , Assen)
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, d.d. 9 maart 2017, opgenomen op pagina 2254 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d. 28 augustus 2018, inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .
Door verbalisanten van het Basisteam Noord-Drenthe van de politie-eenheid Noord-Nederland werd op maandag 6 maart 2017, een onderzoek ingesteld op de adressen [straatnaam] te Assen. Reden hiervan, de vermoedelijke aanwezigheid van hennepkwekerij.
Tijdens dit onderzoek werden twee in werking zijnde, kweekruimtes met hennepplanten aangetroffen. Deze kweekruimtes werden aangetroffen in een voormalige mestsilo. In het totaal werden 1306 hennepplanten aangetroffen in een beginnende groeistadia.
Locatie hennepkwekerij
Door collega's van het basisteam Noord-Drenthe zijn verbalisanten [verbalisant 16] en [verbalisant 2] gewezen op de locatie van de hennepkwekerij. Verbalisant [verbalisant 2] herkent deze locatie als zijn de een mestsilo. Verbalisant zag grenzend aan de mestsilo een schuur met overkapping staan.
Begane grond mestsilo
Op de begane grond was voorportaal ingericht. Deze deed dienst als 'technische' ruimte.
Deze technische ruimte stond in openverbinding met de kweekruimte. Tevens was er een eenvoudige trap geconstrueerd die toegang bood naar de 1e verdieping.
In het voorportaal hing een metalen schakelkast met daarin een volautomatische groepenkast. Aan de buitenzijde was een tijdschakelaar en bedieningsschakelaar aangebracht. De tijdschakelaar was ingesteld op een 12-uurs cyclus. In het voorportaal hingen 82 voorschakelapparaten voor de kweeklampen. In de kweekruimte bevond zich op de grond een opstaande rand, als een waterkering, bedekt met een zwart zeil.
De kweekruimte was bekleed met een witte kunststoffolie
In de kweekruimte bevonden zich 655 vierkante potten met jonge planten.
In de kweekruimte lagen gebruikte gereedschappen met hennepresten.
1e verdieping mestsilo
De kweekruimte bleek toegankelijk via een trap komende vanaf de begane grond.
In de kweekruimte bevond zich op de grond een opstaande rand, als een waterkering, bedekt met een zwart zeil.
De kweekruimte was bekleed met een witte kunststoffolie
In de kweekruimte bevonden zich 651 vierkante potten met jonge planten.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening naar de hennepkwekerij reeds al onderbroken. Verbalisanten zagen dat vanaf het elektrisch schakelpaneel een stroomkabel via de schuren naar de woning aan de [straatnaam] was aangelegd.
De elektriciteit werd illegaal afgenomen
Gasvoorziening
De gaskachels waren aangesloten op een gele gasleiding van het merkt Uponor. Verbalisanten hebben deze gasleiding kunnen volgen vanuit de mestsilo. De gasleiding was uit de mestsilo naar de veestal gebracht. De gasleiding was niet voorzien van een beschermingsmantel en lag deels zichtbaar verwerkt in de grond. In de veestal was de gasleiding niet traceerbaar. De gierkelder stond vol met water. In de gang van de boerderij aan de [straatnaam] zagen verbalisanten een gele gasleiding van het merk Uponor. De gasleiding was op de hoofdleiding zonder tussenkomst van een gasmeter aangesloten.
Het gas werd illegaal afgenomen.
Gedurende ons verblijf in de hennepkwekerij hebben wij, verbalisanten, geconstateerd dat het aannemelijk is dat er sprake is geweest van een of meerdere eerdere oogsten van hennep. Dit bleek ons, verbalisanten, uit de navolgende feiten of omstandigheden:
Er lag dik stof op:
de kappen van de armaturen van de assimilatielampen het stoffilter van de koolstofcilinder
Het aanwezige elektra. De gebruikte materialen vertoonden tekenen van vervuiling. Daarnaast is er sprake van vernieuwing in materiaal.
overig,de vele restanten hennepplanten en materialen voor de hennepteelt die sterke vervuiling kenden. Er was oude aarde-, wortel-, plantafval in zakken / potten. Dit is veroorzaakt door wortelgroei van vorige kweekperioden. Afsluitend de aangetroffen waterbassins waarin sterke alg groei zichtbaar is.
Situatie om de woningaan de [straatnaam] . Rondom de woning werden restanten aangetroffen die te relateren zijn aan de teelt van hennep.
Situatie achter de mestsiloop het perceel van [straatnaam] . Op het achterliggende terrein werden restanten aangetroffen die te relateren zijn aan de teelt van hennep.
Situatie schuur. Aangrenzend aan de mestsilo staat een schuur met overkapping. In de schuur lagen restanten van geknipte hennepplanten. Dit lag uitgespreid op een blauw kunststofzeil.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 8 november 2017, opgenomen op pagina 2374 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op woensdag 8 november 2017 heb ik, verbalisant [verbalisant 3] , onderzoek ingesteld naar de historische printgegevens van de volgende telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
Hierbij heb ik gericht gekeken en onderzoek ingesteld naar de contacten op de printlijsten op de dag van en de dag na de ontdekking van beide kwekerijen gelegen aan de [straatnaam] te Assen en [straatnaam] te Hoogeveen.
Ontdekking en ontmanteling kwekerijen
Op maandag 6 maart omstreeks 10.30 uur werd er aan de [straatnaam] te Assen een hennepkwekerij aangetroffen en ontmanteld.
Onderzoek historische printlijst [telefoonnummer] en
Uit onderzoek is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 1] .
Uit onderzoek is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 2] .
Contacten rondom ontdekking hennepkwekerij [straatnaam] :
Op de dag van en een dag na de ontdekking van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Assen zijn de volgende contacten te zien;
uitgaand
GESPREK
06-03-2017
12:34:37
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
uitgaand
GESPREK
06-03-2017
12:36:53
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte]
uitgaand
GESPREK
06-03-2017
12:39:53
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte]
uitgaand
GESPREK
07-03-2017
09:19:27
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte]
uitgaand
GESPREK
07-03-2017
10:00:22
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte]
uitgaand
GESPREK
07-03-2017
10:11:37
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte]
Uit bovenstaande gegevens is te zien dat verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] op de dag van de ontdekking, maandag 6 maart 2017, op meerdere momenten contact met elkaar hebben. Tevens is te zien dat verdachte [medeverdachte 2] vervolgens op de dag na de ontdekking, dinsdag 7 maart 2017, meerdere malen telefonisch contact heeft met verdachte [verdachte] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
24 november 2017, opgenomen op pagina 2500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
O: Verbalisanten laten bijlage 4 zien.
V: Wie is dit?
A: [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: [naam 1] .
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Als er betaalt moet worden, komt het van hem.
(…)
V: Wat heb jij verteld aan [verdachte] over de [straatnaam] ?
A: Dan heb ik gezegd dat het voorbij was tegen [verdachte] . Ik zag het op RTV Drenthe, ik zag allemaal auto's bij het hek staan. [verdachte] wist het al, hij liet verder niks horen.
V: Hoe zit het met de onderlinge rolverdeling tussen jou, [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ?
A: Ik sta in ieder geval voor mijn gevoel onderaan en [verdachte] bovenaan.
(…)
V: Hoe ging de betaling dan?
A: Niet. De eerste keer kreeg ik een paar honderd. De tweede keer kreeg ik € 1.400.
V: Van wie kreeg je dat dan?
A: De laatste keer heb ik van [verdachte] gehad, ik haalde het bij hem thuis op. Ik kreeg het ook wel eens via via.
(…)
V: Even over de [straatnaam] te Assen; wat kun je hier over vertellen?
A: Alleen ik, [medeverdachte 2] en [verdachte] . lk heb de vloer gebouwd. Ik en [medeverdachte 2] hebben de kwekerij ingericht. Het idee van een silo was een goed idee. [verdachte] zijn rol was in deze kwekerij hetzelfde als bij de andere kwekerijen.
V: Hoe lang heeft de kwekerij daar gezeten?
A: Heel kort. We hebben 1 keer geoogst, de tweede keer is al gepakt. De silo was leeg toen ik daar kwam. De tokkies die daar woonden hebben de poep er nog uitgeschept.
V: Wanneer zijn jullie begonnen met bouwen van de kwekerij?
A: In oktober 2016 zijn we begonnen met bouwen. De materialen waren tweedehands, behalve de vloerplaten. Die waren nieuw gebracht. [medeverdachte 2] wou het niet. [medeverdachte 3] wist daar niets van. [medeverdachte 4] op het laatste moment, die moest helpen van [verdachte] met het opruimen van de oogst en het plaatsen van nieuwe hennepstekken.
V: Hoeveel geld heb jij daar van ontvangen?
A: € 2.500,-, dit heb ik van [verdachte] gekregen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
23 november 2017, opgenomen op pagina 2420 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Wij zien dat jullie onderling, jij, [medeverdachte 1] en [verdachte] rondom de ontdekking van beide kwekerijen telefonisch contact met elkaar hebben. Reageer daar eens op?
A: Dat moet ik niet meer doen.
V: Wij concluderen hieruit dat jullie gewoon allemaal betrokkenheid hebben bij de kwekerijen Hoogeveen en Assen. Klopt dat?
A: Ja, dat klopt maar dat wisten jullie al.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
24 november 2017, opgenomen op pagina 2465 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
O: verdachte wordt foto [verdachte] getoond, genoemd als bijlage 4 en gevoegd bij dit verhoor V: Wie is dit?
A: Dat is [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: Ik noem hem [naam 2] of soms [naam 1] . Maar we kennen hem ook als [naam 1] .
O: Onderstaand een citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
V: Waar woont [verdachte] ?(…)
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Ik weet niet of de hennep daar heen gaat, dat gaat altijd heel snel. Ik heb daar geen zicht op. Als er betaalt moet worden, komt het van hem. Ik kan het wel gaan ontkennen, maar jij weet toch ook wel genoeg? Einde citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
A: Dat is correct wat [medeverdachte 1] zegt in het citaat.
(…)
V: [medeverdachte 1] verklaarde dat het geld van [verdachte] kwam, jij bevestigde dat, is hier ook deze geld bedragen toegezegd door [verdachte] ? A: De bedragen worden door [verdachte] bepaald.
V: Hoe vaak was er geoogst?
A: 1 keer.
V: Waarom hebben jullie daar nog niks voor gekregen? Er is wel uitbetaald de vrijdag voordat de politie een actie heeft gehouden?
A: Dat klopt, er is een voorschot uitbetaald. [medeverdachte 1] heeft ook geld uitbetaald gekregen. Ik weet niet wat [medeverdachte 1] er in de avond nog bij heeft gekregen. Dat regelde [verdachte] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2017,opgenomen op pagina 2246 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op maandag 6 maart 2017 was ik, [verbalisant 4] , belast met het onderzoek naar een vermoedelijke hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Assen. Omstreeks 09:45 uur kwam ik, met collega's
[verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] , [verbalisant 8] en [verbalisant 9] ter plaatse bij de [straatnaam] . Mij was bekend dat [straatnaam] een gezamenlijk oprit hadden en dat [straatnaam] onbewoond was. (…) Bij het zoeken in de woning naar een eventuele hennepkwekerij kwam ik een dikke elektriciteitskabel tegen. Ik zag dat deze kabel vanuit de meterkast, door de hal naar een andere hal liep. Vanuit deze hal liep de kabel door een washok, door een raampje naar buiten. Buiten zag ik dat de kabel de grond in ging. Ik deelde deze informatie met de collega's die buiten op het terrein liepen. Ik hoorde van deze collega's dat zij in een schuur een knipruimte met hennepresten hadden aangetroffen en dat voor deze schuur een soortgelijke kabel verder achter het terrein op ging. Ik voegde mij vervolgens bij de collega's [verbalisant 8] , [verbalisant 7] en
[verbalisant 9] . Zij wezen mij de knipruimte aan en de kabel die voor deze ruimte boven de grond uit kwam. Ik zag dat deze kabel eenzelfde dikte had als de kabel die vanuit de woning kwam. Ik zag dat de kabel een klein stukje boven de grond lag en daarna weer de grond in ging. Ik zag dat er tegels los waren gehaald uit de bestrating en later waren teruggelegd. Ik dat de losgehaalde bestrating uitkwam bij een silo uitkwam. Omstreeks 10:20 uur zag ik dat hij tussen de silo en de schuur een aantal losse houten palen verzette en dat daar een luik zichtbaar werd. Dit luik werd door [verbalisant 8] verwijderd. Ik keek vervolgens door het luik en zag een zwart zeil hangen. Voor het zeil zag ik een wand met tientallen transformatoren. Ik ben door het luik even de silo in gegaan en heb achter het zeil gekeken. Ik zag dat deze vol stond met kleine hennepplanten.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juli 2017,opgenomen op pagina 2356 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Ik ben eigenaar van het pand [straatnaam] te Assen. Het [perceelnummer] betreft een bungalow. Deze is gehuurd door [naam 3] en [naam 4] . Zij huren dit pand vanaf 1 februari 2012.
Ik ben bij de woning geweest en zag een leiding via de grond gaan. Ik zag aan de kabels die de grond in gaan, dat er gas werd afgetapt. Ik dacht toen meteen aan een kwekerij.
8. Een schriftelijk bescheid, opgenomen op pagina 2231 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend hetrapport van een netmeting uitgevoerd door een fraude-inspecteur van [benadeelde partij] :
Er is een netmeting uitgevoerd ter controle van het adres: [straatnaam] Assen. Er is gemeten in : VK. ASN.33v5276 op de kabel met kabelcode : 739329 in de periode van:
24-01 t/m 31-01-2017.
Conclusie:
Het gemeten patroon duidt WEL op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Gemeten waarden uit de meting:
Hoeveelheid. 120 Amp.,
Er is een cyclus te zien van 2x12 uur.
Schakeltijden: fase L1 en L2 In. 7.00 uur en uit 19.00 uur.
Schakeltijden: fase L3 in 19.00 uur en uit 7.00 uur.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2017,opgenomen op pagina 2272 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d. 28 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [naam 5] (namens [benadeelde partij] ):
[benadeelde partij] transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van pand [straatnaam] Assen.
Op 13 maart 2017 werd diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [straatnaam] te Assen.
Mijn aangifte is gebaseerd op waarnemingen, die fraude-inspecteur [naam 6] op verzoek van politieambtenaar [verbalisant 10] van het basisteam Assen ter plaatse heeft gedaan.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [benadeelde partij] en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Diefstal Elektriciteit:
Illegale aftakking na de hoofdveiligheid.
Er was een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om naar de installatie in het pand en voorzag de aangesloten installatie geheel of gedeeltelijk van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door [benadeelde partij] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [benadeelde partij] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
Diefstal Gas:
Aftakking op de dienstleiding binnen.
Er was een illegale aftakking gemaakt, binnen, op de aansluitleiding van [benadeelde partij] , deze leiding voorziet het pand van gas. De illegale aftakking liep buiten de meetinrichting van [benadeelde partij] om naar de installatie (en de daarop aangesloten apparatuur) in het bezocht pand en voorzag deze van gas. Deze aftakking is destijds bij het aansluiten van het perceel op het gasnet van [benadeelde partij] niet door of in opdracht van [benadeelde partij] aangebracht.
Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2017, opgenomen op pagina 2282 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] (namens [benadeelde partij] ):
Op 6 maart 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [straatnaam] te Assen.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [benadeelde partij] en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Deksel van aansluitkast open
Gevaar: elektrocutie
Illegale aansluiting op onderzijde zekeringhouders
Gevaar: brand in de eigen installatie/woning en de directe omgeving Extra gevaar ook voor de hulpdiensten.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal (AH-100-01) d.d. 16 januari 2018, opgenomen op pagina 5 e.v. van de aanvulling op voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 16 januari 2018 deed ik nader onderzoek naar de in beslag genomen digitale gegevensdragers afkomstig uit de woning van verdachte [verdachte] aan de [straatnaam] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking op woensdag 22 november 2017 waren o.a de volgende digitale gegevensdragers, D.05.02.002, D.05.01.004 en D.01.03.002 in beslag genomen.
Whatsapp gesprekken die in verband te brengen zijn met hennepgerelateerde zaken:
Bij verder onderzoek in de GSM zag ik dat er veel opgeslagen whatsapp gesprekken in de GSM stonden. Hieronder volgt een overzicht met de belangrijkste hennepgerelateerde gesprekken met een korte samenvatting en verwijzing naar de betreffende bijlagen.
Criminele organistatie/structuur whatsapp gesprekken medeverdachte [medeverdachte 2] :
Gesprek 2: Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 2] ).
Gespreksperdiode: 03-02-2017 Vm 04-02-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] of hij al wat gehoord had. [medeverdachte 2] geeft aan van niet. Hierop zegt [verdachte] "Kut mooi kut". [medeverdachte 2] reageert met "Kut allemaal he". [verdachte] gaat verder door te zeggen: "Echt Kutttt Shit zooi ik vind het zo ergg. Ik had net gevoel lekker". [medeverdachte 2] zegt hierop dat ze elkaar bij elkaar moeten vegen en dat ze maanden moeten overleggen. [verdachte] zegt hierop: "Ik hrb nagedacht dat heeft veel overlast bezorgt anders kwamen ze niet". Verder zegt [verdachte] dat hij helemaal lam is. [medeverdachte 2] zegt hierop "Ik ook. Maar goed, hopen op die tokkies". [verdachte] zegt hierop inderdaad en dat hij zo onrustig is en hartkloppingen heeft. [verdachte] zegt vervolgens: "Ik vind zo erg dat ik die ozon niet kocht. Ik denk dar die buurman ging snufellen". Verder geeft [verdachte] aan dat hij 3 wil starten nu en dat het alles of niets is.
Op 2 februari 2017 was er aan de [straatnaam] te Hoogeveen een in werking zijnde hennepkwekerij ontdekt en ontmanteld. Bovenstaand whatsappgesprek is gevoerd op 3 februari 2017 en dus 1 dag na de ontdekking van de hennepkwekerij. In het gesprek is duidelijk te lezen dat beiden van een gebeurtenis balen en uiten hun ongenoegen hierbij. Aannemelijk is dat het betrekking heeft op de ontdekking en ontmanteling van de hennepkwekerij. Tevens zegt [verdachte] dat hij baalt dat hij de ozon niet had gekocht. Het is mij ambtshalve bekend dat ozongeneratoren worden gebruikt om de hennepgeur van kwekerijen te maskeren of te verbergen.
Verder geeft [medeverdachte 2] in het gesprek aan dat het hopen is op die "tokkies". Uit een eerder afgelegde verklaring van mede verdachte [medeverdachte 1] verklaarde deze dat de "tokkies" op deze locatie [straatnaam] woonden de poep uit de silo hadden geschept alweer de hennepkwekerij was aangetroffen.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen gedurende de gehele ten laste gelegde periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 betrokken is geweest bij de aan [straatnaam] te Assen aangetroffen hennepkwekerij en de daarmee gepaard gaande diefstal van elektriciteit en gas. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben, op essentiële onderdelen, gedetailleerd en consistent verklaard over de opbouw en de exploitatie van de hennepkwekerij en over de rol van verdachte daarbij. Tijdens het verhoor op 11 maart 2021 bij de rechter-commissaris hebben zij weliswaar niet nader willen verklaren over de rol van verdachte en hebben zij verwezen naar hun verklaring bij de politie, maar zij zijn ook niet teruggekomen op hun eerdere verklaringen, terwijl zij daartoe wel de mogelijkheid hebben gehad. Naar het oordeel van de rechtbank is niet aannemelijk geworden dat medeverdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] enig belang hadden bij het afleggen van een onjuiste, voor verdachte belastende verklaring. Beide medeverdachte hebben met hun verklaringen immers ook zichzelf verregaand belast. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om aan de geloofwaardigheid of betrouwbaarheid van de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] te twijfelen. Daarbij neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Zo blijkt uit onderzoek van de telefoongegevens dat verdachte rondom de ontdekking door de politie van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] op 6 maart 2017 veelvuldig contact heeft gehad met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . De rol van verdachte wordt tevens bevestigd in het WhatsApp-gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 3 februari 2017, de dag na de ontdekking van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Hoogeveen. Verdachte verklaart in dit gesprek tegenover [medeverdachte 2] dat hij het zo erg vind en dat hij het gevoel had dat het net lekker liep. Hij spreekt daarbij over overlast waardoor ‘ze’ zijn gekomen en dat hij baalt dat hij geen ozon heeft gekocht. Het is de rechtbank bekend dat ozongeneratoren juist worden gebruikt om de hennepgeur van kwekerijen te maskeren of te verbergen. Daarnaast wordt er in datzelfde gesprek gesproken over die ‘tokkies’. Naar het oordeel van de rechtbank wordt daarmee verwezen naar de bewoners van [straatnaam] , die door medeverdachte [medeverdachte 1] in een eerder gesprek ook zijn aangeduid als ‘tokkies’ die nog hebben meegeholpen in de mestsilo. Op het moment van dat WhatsApp-gesprek was de hennepkwekerij in aan de [straatnaam] nog in werking. De verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte een soort projectleider is van de hennepkwekerijen wordt tevens bevestigd door [medeverdachte 2] . Uit de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte opdrachten gaf, betalingen verrichtte en regelmatig aanwezig was bij de locatie van de hennepkwekerij.
Op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden geconcludeerd dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de hennepteelt van de [straatnaam] , waardoor er sprake is van medeplegen. Voorts blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen dat sprake was van een professionele en grootschalige hennepkwekerij, gericht op het verwerven van zoveel mogelijk inkomsten dan wel winst en dus beroeps- of bedrijfsmatig van aard.
De rechtbank is van oordeel dat ook het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van hennepteelt aan de [straatnaam] te Assen. De rechtbank constateert dat de hennepkwekerij is aangetroffen in een mestsilo waarin het niet gebruikelijk is dat er een stroomvoorziening aanwezig is. Uit de door [benadeelde partij] uitgevoerde netmeting blijkt dat er in de periode van 24 januari tot en met 31 januari 2017 sprake is geweest van een patroon in het energieverbruik dat duidt op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij. Daaruit kan worden geconcludeerd dat er ten behoeve van de hennepkwekerij ook daadwerkelijk elektriciteit is afgenomen terwijl tegelijkertijd is geconstateerd dat deze elektriciteit illegaal buiten de elektriciteitsmeter om is aangelegd. De rechtbank is gelet op het bovenstaande dan ook van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte wist dat de voor de kwekerij noodzakelijke stroom op illegale wijze werd afgenomen. Door vervolgens ook gebruik te maken van de elektriciteit bij het telen van hennep heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de verbrekingshandelingen heeft verricht, doet aan het bovenstaande niet af.
Feit 3 ( [straatnaam] , Hoogeveen)
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 februari 2017, opgenomen op pagina 3097 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d. 28 augustus 2018, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op donderdag 2 februari 2017 stelde ik een onderzoek in op het adres de [straatnaam] Hoogeveen, vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Huurder;
Op het genoemde adres [straatnaam] Hoogeveen, staat de volgende persoon als huurder vermeld Achternaam : [medeverdachte 4]
Voornamen : [medeverdachte 4]
Geboren : [geboortedatum] 1967
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Nederland
Omschrijving pand
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Het pand betreft een bedrijfspand, namelijk:
Betreft een grote loods met kantoorgedeelte aan voorzijde/wegkant.
Kweekruimte l
In totaal stonden er 960 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 90 cm.
Per m2 stonden er 15 planten.
De plantenbakken waren gevuld met steenwol.
In totaal hingen er in de kweekruimte 36 assimilatielampen.
In de kweekruimte bevonden zich 5 koolstof filters.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 28 Celsius.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zag ik het volgende:
In totaal stonden er 920 hennepplanten.
De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 90 cm. Per m2 stonden er 15 planten.
De plantenbakken waren gevuld met steenwol.
In totaal hingen er in de kweekruimte 34 assimilatielampen.
In de kweekruimte bevonden zich 3 koolstoffilters.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 28 Celsius.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2017, opgenomen op pagina 3096 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op verzoek van politie ambtenaar [verbalisant 12] werd door mij verbalisant [verbalisant 11] op donderdag 2 februari 2017 een toegangsdeur in een roldeur geopend van perceel [straatnaam] te Hoogeveen.
In de loods werden twee kweekruimten met nagenoeg volgroeide zaadloze vrouwelijke hennepplanten aangetroffen. De planten werden geteeld vanuit stek en waren gepot in potten gevuld met potgrond en steenwol.
De electra werd op legale wijze van het net afgenomen echter waren er door de gebruiker verzwaarde zekeringen geplaatst.
In november 2016 was door een meteropnemer van de [bedrijf 1] de meterstand nog opgenomen hetgeen nu vermeerderd was met circa 40 duizend kilowatt.
Bovenstaande duidt op 1 kweekcyclus.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 8 november 2017, opgenomen op pagina 2374 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op woensdag 8 november 2017 heb ik, verbalisant [verbalisant 3] , onderzoek ingesteld naar de historische printgegevens van de volgende telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
Hierbij heb ik gericht gekeken en onderzoek ingesteld naar de contacten op de printlijsten op de dag van en de dag na de ontdekking van beide kwekerijen gelegen aan de [straatnaam] te Assen en [straatnaam] te Hoogeveen.
Ontdekking en ontmanteling kwekerijen
Op donderdag 2 februari 2017 omstreeks 14.00 uur werd er aan de [straatnaam] te Hoogeveen een hennepkwekerij aangetroffen en ontmanteld.
Onderzoek historische printlijst [telefoonnummer] en
Uit onderzoek is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 1] .
Uit onderzoek is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 2] .
Contacten rondom ontdekking hennepkwekerij [straatnaam] :
Op de dag van en een dag na de ontdekking van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te
Hoogeveen zijn de volgende contacten te zien;
Inkomend
SMS
02-02-2017
17:59:43
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
17:59:43
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
17:59:44
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Uitgaand
SMS
02-02-2017
18:06:41
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Uitgaand
SMS
02-02-2017
18:06:56
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:21:53
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:21:53
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:21:54
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:22:00
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:22:00
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
SMS
02-02-2017
21:22:01
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Uitgaand
SMS
02-02-2017
21:23:26
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Inkomend
GESPREK
03-02-2017
10:09:37
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[medeverdachte 4] .
Inkomend
GESPREK
03-02-2017
22:22:23
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[verdachte] .
Uit bovenstaande gegevens is te zien dat verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] op de dag van de ontdekking, donderdag 2 februari 2017, op meerdere momenten contact met elkaar hebben.
Uit bovenstaande gegevens is er te zien dat verdachte [medeverdachte 2] vervolgens op de dag na de ontdekking, vrijdag 3 februari 2017, telefonisch contact heeft met telefoonnummer
[telefoonnummer] en verdachte [verdachte] . Uit onderzoek in het politiesysteem BVI-IB bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 4] . Verdachte [medeverdachte 4] betreft de toenmalige huurder van het pand aan de [straatnaam] te Hoogeveen alwaar de hennepkwekerij ontdekt was.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal (AH-100-01) d.d. 16 januari 2018, opgenomen op pagina 5 e.v. van de aanvulling op voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 16 januari 2018 deed ik nader onderzoek naar de in beslag genomen digitale gegevensdragers afkomstig uit de woning van verdachte [verdachte] aan de [straatnaam] te Assen. Tijdens de doorzoeking op woensdag 22 november 2017 waren o.a de volgende digitale gegevensdragers, D.05.02.002, D.05.01.004 en D.01.03.002 in beslag genomen.
Bijzonderheden gegevensdrager D.05.02.002 (GSM Samsung):
Tijdens onderzoek zag ik dat er een contactpersoon genaamd [naam 26] opgeslagen was in de contactenlijst van de mobiele telefoon. Ik zag dat aan deze contactpersoon genaamd [naam 26] het telefoonnummer [telefoonnummer] was gekoppeld. Zie bijlage 1 welke bij dit proces-verbaal is bijgevoegd. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij medeverdachte [medeverdachte 4] .
Op donderdag 2 februari 2017 was er door collega's een in werking zijnde hennepkwekerij ontdekt aan de [straatnaam] te Hoogeveen. Ik zag in de belgegevensoverzicht van de mobiele telefoon op 6 februari 2017 te 18.41 uur dat er telefonisch contact was met contactpersoon [naam 26] op telefoonummer [telefoonnummer] . Tevens zag ik dat er op 8 en 9 februari 2017 meerdere keren telefonisch contact was geweest met contactpersoon [naam 26] met telefoonnummer
[telefoonnummer] . Uit eerder onderzoek was gebleken dat medeverdachte [medeverdachte 4] de huurder van het pand was aan de [straatnaam] te Hoogeveen waar een hennepkwekerij was aangetroffen.
Bijzonderheden gegevensdrager D.05.01.004 (GSM Alcatel One touche):
Tijdens onderzoek zag ik dat er een contactpersoon genaamd " [naam 7] " opgeslagen was in de contactlijst van de mobiele telefoon. Ik zag dat aan deze contactpersoon genaamd " [naam 7] " het telefoonnummer [telefoonnummer] was gekoppeld. Uit eerder onderzoek was gebleken dat " [naam 7] " de bijnaam van medeverdachte [medeverdachte 4] was. Zie bijlage 3 welke bij dit proces-verbaal is bijgevoegd. Tevens zag ik dat er een contactpersoon genaamd " [medeverdachte 1] " opgeslagen was in de contactlijst van de mobiele telefoon. Ik zag dat aan deze contactpersoon genaamd " [medeverdachte 1] " het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld was. Ik zag dat verdachte [verdachte] het volgende gesprek voerde met contactpersoon " [medeverdachte 1] ":
27-10-2016 21:49:00 uitgaand naar [telefoonnummer] [medeverdachte 1]
Heb jij zo een rozen schaar
27-10-2016 21:52:58 uitgaand naar [telefoonnummer] [medeverdachte 1]
Ok
27-10-2016 21:52:59 binnenkomend van [telefoonnummer] [medeverdachte 1]
Net gekeke nee alleen maar grote
07-12-2016 15:35:00 uitgaand naar [telefoonnummer] [medeverdachte 1]
Nou wat zegt die [naam 23]
Bijzonderheden gegevensdrager D.01.03.002 (GSM Samsung Galaxy J5):
Op 23 november 2017 had verdachte [verdachte] verklaard dat hij de gebruiker is van de GSM Samsung J5 met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Tijdens onderzoek in de GSM zag ik enkele afbeeldingen, welke hennepgerelateerd zijn, opgeslagen staan. Ik zag dat er een foto was opgeslagen van een bak met hennep welke op een weegschaal stond. Ik zag dat de weegschaal een brutogewicht van 83 gram aangaf. Tevens zag ik twee foto's van een vrouwelijke hennepplant. Ik zag en herkende dat de beide foto's gemaakt waren in de [medeverdachte 5] naast de bar van verdachte [verdachte] welke woonachtig is aan de [straatnaam] te Assen.
Whatsapp gesprekken die in verband te brengen zijn met hennepgerelateerde zaken:
Bij verder onderzoek in de GSM zag ik dat er veel opgeslagen whatsapp gesprekken in de GSM stonden. Hieronder volgt een overzicht met de belangrijkste hennepgerelateerde gesprekken met een korte samenvatting en verwijzing naar de betreffende bijlagen.
Criminele organistatie/structuur whatsapp gesprekken medeverdachte [medeverdachte 2] :
Gesprek 2: Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 2] ).
Gespreksperiode: 03-02-2017 Vm 04-02-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] of hij al wat gehoord had. [medeverdachte 2] geeft aan van niet. Hierop zegt [verdachte] "Kut mooi kut". [medeverdachte 2] reageert met "Kut allemaal he". [verdachte] gaat verder door te zeggen: "Echt Kutttt Shit zooi ik vind het zo ergg. Ik had net gevoel lekker". [medeverdachte 2] zegt hierop dat ze elkaar bij elkaar moeten vegen en dat ze maanden moeten overleggen. [verdachte] zegt hierop: "Ik hrb nagedacht dat heeft veel overlast bezorgt anders kwamen ze niet". Verder zegt [verdachte] dat hij helemaal lam is. [medeverdachte 2] zegt hierop "Ik ook. Maar goed, hopen op die tokkies". [verdachte] zegt hierop inderdaad en dat hij zo onrustig is en hartkloppingen heeft. [verdachte] zegt vervolgens: "Ik vind zo erg dat ik die ozon niet kocht. Ik denk dar die buurman ging snufellen". Verder geeft [verdachte] aan dat hij 3 wil starten nu en dat het alles of niets is.
Op 2 februari 2017 was er aan de [straatnaam] te Hoogeveen een in werking zijnde hennepkwekerij ontdekt en ontmanteld. Bovenstaand whatsappgesprek is gevoerd op 3 februari 2017 en dus 1 dag na de ontdekking van de hennepkwekerij. In het gesprek is duidelijk te lezen dat beiden van een gebeurtenis balen en uiten hun ongenoegen hierbij. Aannemelijk is dat het betrekking heeft op de ontdekking en ontmanteling van de hennepkwekerij. Tevens zegt [verdachte] dat hij baalt dat hij de ozon niet had gekocht. Het is mij ambtshalve bekend dat ozongeneratoren worden gebruikt om de hennepgeur van kwekerijen te maskeren of te verbergen.
Verder geeft [medeverdachte 2] in het gesprek aan dat het hopen is op die "tokkies". Uit een eerder afgelegde verklaring van mede verdachte [medeverdachte 1] verklaarde deze dat de "tokkies" op deze locatie [straatnaam] woonden de poep uit de silo hadden geschept alweer de hennepkwekerij was aangetroffen.
Gesprek 3:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 2] ).
Gespreksperdiode: 16-02-2017 t/m 16-02-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek vraagt contactpersoon [medeverdachte 2] aan [verdachte] : "Even andere vraagt. Kun je morgen nog even wat geld missen voor [naam 7] .". Hierop reageert [verdachte] met "Ok".
Uit eerder onderzoek is gebleken dat " [naam 7] " de bijnaam van mede verdachte [medeverdachte 4] betreft. Duidelijk is in het gesprek dat verdachte [verdachte] aangeeft een betaling te willen verrichten aan zijn medeverdachte [medeverdachte 4] .
Gesprek 4: Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 2] ).
Gespreksperdiode: 08-02-2017 t/m 08-02-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] "Had je doorgegeven aan [naam 23] ". [medeverdachte 2] reageert hier bevestigend op met Ja en dat ze er nog wel over praten. [verdachte] zegt dat hij het niet snapt. [verdachte] zegt hierop letterlijk: "Jij zei tegen my als die kosten betaald worden kan het doorgaan. Gaat ie zoeken of niet". [medeverdachte 2] zegt hierop dat [naam 23] dat wel wil maar even tijd nodig heeft. En dat het komt omdat de vrouw van [naam 23] even tegen zit door het paniek verhaal. De storm zou even moeten zakken. Dat [naam 8] op dit moment tegen zit. Hierop zegt [verdachte] : "Je zei vanochtend tegen my als die kosten betaald zijn gaat hy door". Waarop [medeverdachte 2] zegt dat heb ik hem ook verteld.
Uit onderzoek is gebleken dat " [naam 23] " de bijnaam van mede verdachte [medeverdachte 3] betreft. Tevens mwordt er in het gesprek gesproken over de vrouw welke [naam 8] heet. Verdachte [medeverdachte 3] is getrouwd met [naam 8] Strootman.
Op 2 februari 2017 was er aan de [straatnaam] te Hoogeveen een in werking zijnde hennepkwekerij ontdekt en ontmanteld. Bovenstaand whatsappgesprek is gevoerd op 8 februari 2017 en dus 6 dagen later na de ontdekking van de hennepkwekerij. In het gesprek wordt er gesproken over het betalen van kosten en of hij gaat zoeken. Vermoedelijk gaat het gesprek over het zoeken, door verdachte [medeverdachte 3] , voor een nieuwe geschikte henneplokatie. Uit eerder onderzoek en observaties is gebleken dat verdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] samen verschillende bedrijfspanden gingen bekijken.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5] , d.d. 8 november 2017, opgenomen op pagina 57 van de aanvulling op voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Wie is [verdachte] (
de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] )?
A: Dat is de persoon die mij heeft gebeld voor Hoogeveen. Hij vroeg mij of ik een uitbereiding wilde maken in een meterkast in Hoogeveen. ik heb jullie dit pand toen aangewezen.
V: In je eerder verklaring geeft je aan dat je in Hoogeveen ook een meterkast hebt gemanipuleerd, wij zijn met jou naar dit adres gereden, dit betrof de [straatnaam] te Hoogeveen. Uit onderzoek is gebleken dat deze hennepkwekerij in februari 2017 al door de politie is geruimd. Jij hebt telefonisch contact gehad met [verdachte] medio maart en april 2017, [verdachte] is een van de verdachten van de hennepkwekerij die jij ons hebt aangewezen in Hoogeveen. Waarom had jij na februari nog contact met deze [verdachte] ?
A: dan was het eerder dat ik die meterkast heb gedaan. Ik denk dat hij mij nadien nog wel gebeld heeft met een vraag of zo.
V: kom op Hanke, waarom belde hij jou
A:...... hij belde mij voor lampen ofzo....hij wilde iets weten over aansluitingen..,..over stoom en over ampères ofzo voor lampen. Hij noemde een aantal lampen en dan moest ik zeggen hoeveel ampère hij moest hebben...dit ging om 8 lampen. Ik heb hem daarin toen geadviseerd. In totaal kwam het voor 8 van 600 watt dit komt op 2,6 ampère per lamp, dit keer 8 en dan heb je wat je nodig hebt voor de zekering. Dit was het enige wat hij wilde weten.
V: Hoeveel meterkasten heb jij voor deze [verdachte] omgebouwd voor de teelt van hennep?
A: Geen een, ik heb alleen 1 meterkast uitgebreid voor de hennep.
V: Wat kreeg je voor deze meterkast
A: Gewoon 500 euro, dat was een vaste van mij.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 november 2017, opgenomen op pagina 2500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
O: Verbalisanten laten bijlage 4 zien.
V: Wie is dit?
A: [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: [naam 1] .
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Als er betaalt moet worden, komt het van hem.
(…)
V: Hoe ging de betaling dan?
A: Niet. De eerste keer kreeg ik een paar honderd. De tweede keer kreeg ik € 1.400.
V: Van wie kreeg je dat dan?
A: De laatste keer heb ik van [verdachte] gehad, ik haalde het bij hem thuis op. Ik kreeg het ook wel eens via via.
(…)
V: Wat heb jij verteld aan [verdachte] over de [straatnaam] ?
A: Ik zou op een vrijdag daar heen moeten om hennep te knippen. Dat was op een donderdag dat ik dat zou horen. Vrijdag belde ik om te vragen of ik nog heen moest, maar ik kreeg geen contact. Ik werd vrijdag rond 13u gebeld door [verdachte] dat het voorbij was.
V: Wat heb jij verteld aan [verdachte] over de [straatnaam] ?
A: Dan heb ik gezegd dat het voorbij was tegen [verdachte] . Ik zag het op RTV Drenthe, ik zag allemaal auto's bij het hek staan. [verdachte] wist het al, hij liet verder niks horen.
V: Hoe zit het met de onderlinge rolverdeling tussen jou, [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ?
A: Ik sta in ieder geval voor mijn gevoel onderaan en [verdachte] bovenaan.
(…)
V: Even over de [straatnaam] te Hoogeveen; wat kun je hier over vertellen?
A: Dat het telen van hennep al bestond toen ik er kwam in juli 2016 ongeveer. Nee ik ben daar later geweest, want het is vrij snel opgerold nadat ik kwam. Ze hebben 1 keer geoogst, de tweede keer is gepakt.
V: Wie waren daar bij betrokken?
A: Het was kleiner, [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , ik wist daar wat van op een gegeven moment.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 november2017, opgenomen op pagina 2420 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Wij zien dat jullie onderling, jij, [medeverdachte 1] en [verdachte] rondom de ontdekking van beide kwekerijen telefonisch contact met elkaar hebben. Reageer daar eens op?
A: Dat moet ik niet meer doen.
V: Wij concluderen hieruit dat jullie gewoon allemaal betrokkenheid hebben bij de kwekerijen Hoogeveen en Assen. Klopt dat?
A: Ja, dat klopt maar dat wisten jullie al.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 november2017, opgenomen op pagina 2465 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
O: verdachte wordt foto [verdachte] getoond, genoemd als bijlage 4 en gevoegd bij dit verhoor V: Wie is dit?
A: Dat is [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: Ik noem hem [naam 2] of soms [naam 1] . Maar we kennen hem ook als [naam 1] .
O: Onderstaand een citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
V: Waar woont [verdachte] ?(…)
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Ik weet niet of de hennep daar heen gaat, dat gaat altijd heel snel. Ik heb daar geen zicht op. Als er betaalt moet worden, komt het van hem. Ik kan het wel gaan ontkennen, maar jij weet toch ook wel genoeg? Einde citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
A: Dat is correct wat [medeverdachte 1] zegt in het citaat.
(…)
V: [medeverdachte 1] verklaarde dat het geld van [verdachte] kwam, jij bevestigde dat, is hier ook deze geld bedragen toegezegd door [verdachte] ? A: De bedragen worden door [verdachte] bepaald.
V: Hoe vaak was er geoogst?
A: 1 keer.
V: Waarom hebben jullie daar nog niks voor gekregen? Er is wel uitbetaald de vrijdag voordat de politie een actie heeft gehouden?
A: Dat klopt, er is een voorschot uitbetaald. [medeverdachte 1] heeft ook geld uitbetaald gekregen. Ik weet niet wat [medeverdachte 1] er in de avond nog bij heeft gekregen. Dat regelde [verdachte] .
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen gedurende de gehele ten laste gelegde periode van 1 september 2016 tot en met 2 februari 2017 betrokken is geweest bij de aan de [straatnaam] te Hoogeveen aangetroffen hennepkwekerij. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Zoals hiervoor bij feiten 1 en 2 reeds is overwogen acht de rechtbank de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] consistent, betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs, aangezien deze verklaringen in belangrijke mate worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Zo blijkt uit onderzoek van de telefoongegevens dat verdachte rondom de ontdekking door de politie van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] op 2 februari 2017 veelvuldig contact heeft gehad met medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] . Verdachte heeft geen plausibele verklaring gegeven voor deze (veelvuldige) contacten. Deze medeverdachten hebben allen een bekennende verklaring afgelegd over hun eigen rol in het opzetten en exploiteren van deze hennepkwekerij. Door medeverdachte [medeverdachte 1] wordt verdachte omschreven als een soort ‘projectleider’ van de hennepkwekerijen en wanneer medeverdachte [medeverdachte 2] met die omschrijving wordt geconfronteerd, bevestigt hij deze. Uit de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt tevens dat verdachte opdrachten gaf, betalingen verrichtte en regelmatig aanwezig was bij de locatie van de hennepkwekerij. Dat verdachte een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de hennepkwekerij blijkt naar het oordeel van de rechtbank ook uit de verklaring van [medeverdachte 5] , waarin hij heeft aangegeven dat hij in opdracht van verdachte de meterkast aan de [straatnaam] heeft uitgebreid. Voor deze werkzaamheden zou [medeverdachte 5] € 500,- hebben ontvangen van verdachte. De verklaring van verdachte dat hij [medeverdachte 5] alleen in contact zou hebben gebracht met [medeverdachte 4] vindt geen ondersteuning in het dossier en acht de rechtbank gelet op de overige bewijsmiddelen niet geloofwaardig.
De door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] omschreven rol van verdachte wordt ook bevestigd door het WhatsApp-gesprek tussen verdachte en medeverdachte
[medeverdachte 2] op 3 en 4 februari 2017, de dag na de ontdekking van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Hoogeveen. Verdachte zegt in dit gesprek tegen [medeverdachte 2] dat hij het zo erg vindt en dat hij het gevoel had dat het net lekker liep. Hij spreekt daarbij over overlast waardoor ‘ze’ zijn gekomen en dat hij baalt dat hij geen ozon heeft gekocht, terwijl ozongeneratoren juist worden gebruikt om de hennepgeur van kwekerijen te maskeren of te verbergen. De rechtbank benadrukt verder dat uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] tegenover de politie dat hij zou helpen met het knippen van de hennep aan de [straatnaam] , maar dat hij van verdachte op 3 februari 2017 te horen heeft gekregen dat het voorbij was, blijkt dat verdachte een sturende rol heeft gehad in de exploitatie van de hennepkwekerij.
De rechtbank concludeert uit het bovenstaande dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waardoor er sprake is van medeplegen.
Voorts blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen dat sprake was van een professionele en grootschalige hennepkwekerij, gericht op het verwerven van zoveel mogelijk inkomsten dan wel winst en dus beroeps- of bedrijfsmatig van aard.
Feit 4 en 5 ( [straatnaam] , Meppel)
De rechtbank acht het onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2018, opgenomen op pagina 3961 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 14] :
Ter zake een verdenking van overtreding van de Opiumwet stelde ik op woensdag 22 november 2017 een onderzoek in op het adres [straatnaam] , Meppel.
Op woensdag 22 november 2017 constateerde ik het volgende:
Verkrijgen sleutel pand [straatnaam] Meppel
Omstreeks 06:00 uur bevond ik mij verbalisant bij een woning aan de [straatnaam] te
Marwijksoord. Ik was hier ter ondersteuning bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 4] . Uit tapgesprekken en observatie was gebleken dat verdachte [medeverdachte 4] vermoedelijk in het bezit was van de sleutels van het pand aan de [straatnaam] te Meppel. Nadat verdachte
[medeverdachte 4] was aangehouden en de cautie was medegedeeld vroeg verbalisant [verbalisant 13] aan verdachte [medeverdachte 4] waar de sleutels waren van de het pand aan de [straatnaam] te Meppel. Ik verbalisant hoorde dat verdachte [medeverdachte 4] antwoordde dat de sleutels van het pand aan de [straatnaam] te Meppel aan zijn sleutelbos zaten waar ook de sleutel van zijn auto aan zat.
Binnentreden pand [straatnaam] te Meppel
Vervolgens ben ik verbalisant naar het pand aan de [straatnaam] te Meppel gereden waar ik omstreeks 07:00 uur aankwam en samen met collega's, middels de verkregen sleutels van verdachte [medeverdachte 4] , het pand binnengetreden via de hoofdtoegang van het pand.
Toen ik het pad door de hal volgde kwam ik al snel bij, na telling 325 vuilniszakkenzakken, gevuld met gebruikt teelaarde met daarin afgeknipte hennepplanten, gemiddeld 4 hennepplanten per vuilniszak, (totaal 1300 afgeknipte hennepplanten). Rechts van deze vuilniszakken was een ruimte gemaakt welke diende als technische ruimte ten behoeve van de hennepkwekerij. In deze ruimte bevond zich een deur, naast 1 van de afscheidingswanden, waardoor je het pand kon verlaten en aan de voorzijde van het pand op het binnenterrein terecht kwam. In deze ruimte stond onder andere een werktafel met daaronder lege en volle voedingsvaten. Rechts van deze tafel lag een groot blauw zeil met daaronder 3 vaten van elk duizend liter gevuld met water en voeding ten behoeve van de hennepkwekerij. Rechts van deze vaten was een stalen trap naar een boven ruimte welke was afgesloten met een deur, welke niet op slot zat.
Na het openen van deze deur kwam ik in een tussenruimte met een zwart zeil, na het verwijderen van het zeil zag ik een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 1. Rechts achterin hing nog een zwart zeil, bij het opzij trekken van dit zeil zag ik verbalisant nog een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 2.
Vervolgens ben ik verbalisant weer teruggelopen naar de grote hal. Ik kon langs de vele
vuilniszakken om de 1e afscheidingswand lopen. Achter deze afscheidingswand was een open ruimte welke toegang gaf tot de roldeur van het pand. Kennelijk waren deze afscheidingswanden met stellingen er neer gezet zodat, wanneer de roldeur open stond, vanaf de openbare weg niet te zien was wat er in de rest van de hal gebeurde. Achter de 2e scheidingswand stonden nog meer goederen waaronder veel gebruikte hennep gerelateerd goederen zoals, lampen, transformatoren, koolstoffilters, strijkzakken, kratjes met hennepresten, droognetten en kabels. Verder werden er nog nieuwe stekblokje en potgrond aangetroffen.
Kweekruimte 1
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 1 week oud.
- In totaal stonden er 641 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 10 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Kweekruimte 2
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 2 week oud.
- In totaal stonden er 738 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 15 cm. Per m2 stonden er 16 planten
.
Technische ruimte en bedrijfshal
In de technische ruimte stonden onder andere 3 vaten van elk 1000 liter gevuld met een mix van water en voedingsmiddelen. Dit mengsel werd doormiddel van een dompelpomp naar de kwekerij gepompt. In de bedrijfshal werden onder andere 325 vuilniszakken aangetroffen met resten van gemiddeld 4 afgeknipte hennepplanten, totaal 1300 afgeknipte hennepplanten. Verder werd in beide ruimtes een grote hoeveelheid hennep gerelateerde goederen aangetroffen.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Openen meterkast ten behoeve van de veiligheid
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van energie (stroom) plaatsvindt. Deze stroomdiefstal vindt meestal plaats door het maken van illegale aftakkingen / aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringkast om.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de kwekerij is onderzocht door [naam 9] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder [benadeelde partij] , in aanwezigheid van mij, verbalisant. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, stroom ten behoeve van de hennepkwekerij voor de meter werd afgetapt.
Door de netwerkbeheerder [benadeelde partij] werd aangifte gedaan van diefstal van stroom. Uit het rapport van de vermelde fraude-inspecteur bleek, dat de aangelegde installatie gevaar opleverde voor personen en/of goederen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2017, opgenomen op pagina 3911 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 14] :
In het onderzoek Miograna is gebleken dat er in het pand aan de [straatnaam] te Meppel vermoedelijk een hennepkwekerij is gevestigd. Na aanleiding van dit vermoeden zijn de energiegegevens van het pand opgevraagd onder nummer BOB-027-02. Van de gevorderde gegevens is vervolgens proces-verbaal van bevindingen opgemaakt onder nummer AH-036-01 en AH-050-01. Uit deze gegevens kon blijken dat het energie contract van het pand op naam stond van een persoon genaamd: [naam 10]
[straatnaam]
[woonplaats]
Telefoon [telefoonnummer]
E-mail: [e-mailadres]
Rekeningnummers: [rekeningnummer] en [rekeningnummer]
In het onderzoek Miograna zijn onder BOB-032-02 de historische telefoongegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] gevorderd. Van de historische telefoongegevens is onder
AH-044-01een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt waaruit blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] vermoedelijk in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 4] .
Vervolgens bleek uit AH-045-01 en AH-058-01, proces-verbaal van bevindingen van de rekeningnummers [rekeningnummer] en [rekeningnummer] , dat deze op naam staan van verdachte [medeverdachte 4] .
Uit tapgesprekken, TA006 doelproductnummer 141, wat plaats had gevonden op maandag 13 november 2017 om 14:04:27 en TA006 Productnummer 265, wat plaats had gevonden op donderdag 16 november om 12.37 uur, bleek dat verdachte [medeverdachte 4] gesprekken had met energiebeheerder [bedrijf 1] en met [bedrijf 2] waarbij hij aangeeft [naam 10] te heten.
Gezien al deze feiten en omstandigheden blijkt dat [naam 10] in werkelijkheid verdachte [medeverdachte 4] is.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 januari 2018, opgenomen op pagina 4009 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] (namens [benadeelde partij] ):
[benadeelde partij] transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van pand [straatnaam] , [woonplaats] .
Op 22 november 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [straatnaam] te Meppel. Het pand betreft een loods.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [benadeelde partij] en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Diefstal Elektriciteit:
Illegale aftakking na de hoofdveiligheid. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit.
Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door [benadeelde partij] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [benadeelde partij] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
Manipulatie / verzwaring hoofdveiligheid.
Uit onderzoek bleek dat de hoofdveiligheden in de aansluitkast van [benadeelde partij] zijn gemanipuleerd. Contractueel hoort er 3 x 25A in te zitten. Er waren zekeringen met een waarde van
80A/80A/80A geplaatst. Door het verzwaren van de hoofdzekeringen is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant.
Om deze uitbreiding/verzwaring te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door [benadeelde partij] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [benadeelde partij] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2017, opgenomen op pagina 3883 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 14] :
Op maandag 18 september is door mij verbalisant bij [benadeelde partij] een netmeting aangevraagd voor het pand aan de [straatnaam] te Meppel. Op donderdag 5 oktober 2017 ontving ik verbalisant bericht van [benadeelde partij] waaruit bleek dat de uitgevoerde netmeting op het pand aan de [straatnaam] te Meppel als positief kon worden bestempeld waarbij een 12 uurs cyclus te zien was. Ik zag dat de gegevens van de uitgevoerde netmeting als volgt waren:
Er is een netmeting uitgevoerd ter controle van het adres : [straatnaam] [woonplaats] . Er is gemeten in : MSR. MPL.391214 op de kabel met kabelcode : 050747 in de periode van: 26-09 t/m 03-10-2017
Conclusie
Het gemeten patroon duidt WEL op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Gemeten waarden uit de meting:
Hoeveelheid. 35 Amp.,
Er is een cyclus te zien van 12 uur.
Schakeltijden: in 0.00 uur en uit 12.00 uur.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2018, opgenomen op pagina 4061 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 14] :
Op woensdag 10 januari 2018 deed ik onderzoek naar de in beslag genomen goederen afkomstig uit de woning van verdachte [medeverdachte 3] aan de [straatnaam] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking op woensdag 22 november 2017 is een notitie, C.04.02.001, in beslag genomen. Deze notitie werd aangetroffen in de oud papierbak in de keuken. Ik verbalisant zag dat er op de notitie de volgende dingen stonden:
3x 12.500
1x 7.500 ± 53.000
Kiro 4.500
Turkin 2.000 Yugo ?
Knip 1.000
Huur/elec. ±10.000
Cocos 2.500
Stek ± 6.000
Voeding
1.5
20
Opbrengst ± 75.000/90.000
Nw. Loc. ±10.000
Stek/coco/voeding ±10.000
Materiaal
1
21.000 zonder lampen, filters enz
Verdacht [medeverdachte 2] is in zijn 3e verhoor, V-006-06, gevraagd naar deze notitie en verklaarde dat het hier gaat om een berekening m.b.t. de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Meppel. Hierin verklaarde het om toegezegde geld bedragen gingen en dat de 3x 12.500 bestemd waren voor verdachte [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] En [medeverdachte 4] . Vermoedelijk is het bedrag van 1x 7.500 bestemd voor verdachte [medeverdachte 1] , omdat hij ook betrokken was bij de hennepkwekerij. Verdachte [medeverdachte 1] heeft in zijn 3e verhoor, V-007-08, verklaard dat hij ook betrokken was bij de hennepkwekerij. Met knip 1.000 worden vermoedelijk de kosten bedoeld voor het knippen van de hennep. De overige woorden met bedragen hebben vermoedelijk allemaal te maken met het telen van hennep op de [straatnaam] te Meppel.
Verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben verklaard dat de bedragen door verdachte [verdachte] bepaald en betaald werden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal (AH-100-01) d.d. 16 januari 2018, opgenomen op pagina 5 e.v. van de aanvulling op voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 16 januari 2018 deed ik nader onderzoek naar de in beslag genomen digitale gegevensdragers afkomstig uit de woning van verdachte [verdachte] aan de [straatnaam] te Assen. Tijdens de doorzoeking op woensdag 22 november 2017 waren o.a de volgende digitale gegevensdragers, D.05.02.002, D.05.01.004 en D.01.03.002 in beslag genomen.
Bijzonderheden gegevensdrager D.01.03.002 (GSM Samsung Galaxy J5):
Op 23 november 2017 had verdachte [verdachte] verklaard dat hij de gebruiker is van de GSM Samsung J5 met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Tijdens onderzoek in de GSM zag ik enkele afbeeldingen, welke hennepgerelateerd zijn, opgeslagen staan. Ik zag dat er een foto was opgeslagen van een bak met hennep welke op een weegschaal stond. Ik zag dat de weegschaal een brutogewicht van 83 gram aangaf. Tevens zag ik twee foto's van een vrouwelijke hennepplant. Ik zag en herkende dat de beide foto's gemaakt waren in de [medeverdachte 5] naast de bar van verdachte [verdachte] welke woonachtig is aan de [straatnaam] te Assen.
Whatsapp gesprekken die in verband te brengen zijn met hennepgerelateerde zaken:
Bij verder onderzoek in de GSM zag ik dat er veel opgeslagen whatsapp gesprekken in de GSM stonden. Hieronder volgt een overzicht met de belangrijkste hennepgerelateerde gesprekken met een korte samenvatting en verwijzing naar de betreffende bijlagen.
Gesprek 1: Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] (Contactpersoon genaamd "Saksije 11 liter" welke ingevoerd en gekoppeld is aan het telefoonnummer).
Gespreksperiode: 13-04-2017 t/m 31-05-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek geeft contactpersoon 'Saksije 11 liter' aan dat Pallets 11 liter woensdag binnen zijn. [verdachte] bedankt contactpersoon en zegt tot woensdag. Enkele dagen daarna vermeld Saksije 11 liter "zijn binnen". [verdachte] reageert dat hij woensdag komt. Saksije 11 liter vermeldt vervolgens "2240st zijn 2 pallets van ca 1.20 mtr hoog". [verdachte] reageert hierop bevestigend met "Ok". Een dag later vraagt Saksije 11 liter hoelaat [verdachte] vandaag komt. [verdachte] geeft aan max 16.00 uur. [verdachte] vraagt vervolgens "Kun je me 2000klaarzetten". Saksije 11 liter reageert hierop dat ze klaar staan. [verdachte] vraagt hierop het adres. Saksije 11 liter geeft hierop het volgende adres door [straatnaam] maasdijk. Tevens geeft Saksije 11 liter aan dat aan de overkant langs de kas is de ingang. Verderop in het gesprek vraagt [verdachte] ook nog of er 500 11 liter klaargezet kan worden. Saksije 11 liter reageert hierop met "Prima".
Uit onderzoek is gebleken dat omstreeks de periode van bovenstaand gesprek de medeverdachte [medeverdachte 4] in het onderzoek een bedrijfspand, gelegen aan de [straatnaam] te Meppel, heeft gehuurd. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat in dit bedrijfspand direct een hennepkwekerij is opgebouwd. Bij de ontmanteling van de aangetroffen hennepkwekerij zijn in totaal 1379 hennepplanten aangetroffen. Aannemelijk is dat bovenstaande bestelling van 2000 door verdachte [verdachte] , dit hennepstekjes betroffen, en grootste deel van de 2000 hennepstekjes bedoeld waren voor de inrichting van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Meppel.
Gesprek 2;Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [naam 11] ).
Gespreksperiode: 02-05-2017 t/m 29-06-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek groet contactpersoon [naam 11] [verdachte] en wil [verdachte] 2 dingen vragen. Verderop in het gesprek stuurt [naam 11] [verdachte] een volgende bericht "Bro ik zie er van af je moet een andere katvanger vinden ik doe het niet heb nog teveel dingen die achter me aan gaan komen sorry even goede vrienden hoop ik beetje knipwerk wil ik wel doen maar dit niet sorry bro". [verdachte] reageert hierop met "Ok bro".
Gesprek 3:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [naam 12] ).
Gespreksperiode: 12-10-2016 t/m 06-04-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek met contactpersoon genaamd [naam 12] vraagt [verdachte] aan de persoon prijzen op van lampen van verschillende wattages o.a 600watt. [verdachte] vraagt hoeveel de prijzen zijn per 500 stuks. [naam 12] geeft hierop enkele prijzen door aan [verdachte] . [naam 12] reageert dat hij 2000 erbij wil anders schiet hij er niets mee op. Hierop zegt [verdachte] vervolgens letterlijk "Ik wil je bieden 8500 maar dan 120x en kast erby en kabels ik heb nu momenteel druk met financielle". [naam 12] reageert hierop met "Dus je wil minder betalen voor meer lampen?". [verdachte] zegt hierop "By volgende partij maken we het goed. Ik heb echt eve rot tyd". Ambtshalve is het mij bekend dat lampen met een wattage van 600watt gangbaar gebruikt worden voor de kweek van hennepplanten in een hennepkwekerij.
Gesprek 4:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [naam 12] ).
Gespreksperiode: 29-05-2017 t/m 12-10-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek geeft [verdachte] aan tegen [naam 12] dat hij hetzelfde bij hem wil bestellen. Maar dat [verdachte] dan totaal 60 om en om wilt. [naam 12] vraagt hierop voor wanneer en hoeveel rijen en hoeveel op een rij. [verdachte] geeft hierbij aan: "zes rij van zes, drie rij van drie en drie rij van 5".
Verderop in het gesprek stuurt [verdachte] vermoedelijk een foto door en vraagt hij aan [naam 12] of hij het verschil ziet. [naam 12] vraagt hoe het komt. [verdachte] zegt hierop dat hij wil dat [naam 12] anderen waarschuwt. [verdachte] zegt vervolgens dat Haze (hennepsoort) moeilijk tegen 600wat kan. Laat staan tegen 750watt en dat ze vooral niet tegen dieptestralers kunnen.
Gesprek 6:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [naam 13] ).
Gespreksperiode: 19-06-2017 t/m 20-06-2017
Samenvatting gesprek: [verdachte] opent het gesprek en vraagt hoe het is aan contactpersoon
[naam 13]
. [naam 13] antwoordt met "Prima en met jou, heb nog een overschot!". Hierop vraagt [verdachte] wat zijn prijzen daar. [naam 13] antwoordt hierop met "35 42". [verdachte] zegt hierop dat is nog goed en vraagt kun je die h kwijt voor 42. [verdachte] zegt dat hij nog 3 heeft van zijn neefje. [naam 13] antwoordt hierop met "A bedoel je, alleen als het mooi en zonder klein is". [verdachte] zegt vervolgens "Ja is mooi. Goede vettig". [naam 13] geeft vervolgens aan dat hij ermee bezig gaat en dat [verdachte] het nog hoort. Verderop in het gesprek zegt [naam 13] dat hij zsm een sample nodig heeft. [verdachte] stelt hierop voor dat hij alles gewoon zelf komt brengen. Hij geeft het een cijfer tussen 8 en 10.
Ambtshalve is het mij, verbatisant [verbalisant 3] , bekend dat de gemiddelde straatwaarde van een kilo hennep tussen de 3500 en 4500 euro ligt. Dit afhankelijk van de kwaliteit en vraag en aanbod. Het is dus aannemelijk dat met 35 42 een prijsbepaling wordt bedoeld van een kilo hennep. Tevens is het mij bekend dat in de hennepwereld de diverse wietsoorten aangeduid worden met een letter van het alfabet.
Gesprek 7:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [naam 14] ).
Gespreksperiode: 17-02-2016 Vm 07-11-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek stuurt contactpersoon genaamd [naam 14] [verdachte] een berichtje met "H?". [verdachte] zegt hierop ja hele mooie. [verdachte] vraagt hierop de prijs en zegt tegen [naam 14] zeg jij maar dan pakken we ieder puntje als hij akkoord is. [naam 14] zegt hierop dat hij 3 weken terug 4.2 kreeg. [verdachte] zegt dat hij wel laag vindt. [naam 14] zegt vervolgens maar tis ook kut overal. Niemand wil en veel te veel overal. [naam 14] vraagt vervolgens aantal. [verdachte] zegt 9.5 en [naam 14] zegt dat hij het gaat vragen.
Vervolgens zegt [naam 14] dat hij het kan wegbrengen voor 35. [verdachte] reageert met Klotezooi. En zegt dat hij het voor 4 kan regelen als het mooi is. [naam 14] zegt vervolgens "Ja goed.. als je nog toevalig kleintjes nkdig hebt... ik heb ze ..". [verdachte] vraagt hierop "Heb je pp". "Ok prijs". [naam 14] zegt hierop "Nee h. 2 euro stuk". Hierop vraagt [verdachte] of [naam 14] veel kan leveren. Tevens vraagt [verdachte] "Is dat negen weekse". [verdachte] vraagt of [naam 14] volgende week kan leveren en dat hij ze wel wilt testen.
Ambtshalve is het mij, verbalisant, bekend dat in de hennepwereld hennepsoorten aangeduid worden met letters van het alfabet. Zo is het mij bekend dat met "H" de wietsoort Haze en "PP" de wietsoort Power Plant worden aangeduid. Tevens is het mij bekend dat met "kleintjes" hennepstekjes bedoeld worden en dat de genoemde bedrag van 2 euro per stuk een gangbare bedrag is voor een hennepstekje. Aanmelijk is dat het bovenstaande gesprek gaat over de verkoop van 9,5 kilo hennep van [verdachte] en dat hij het bij [naam 14] kwijt kan voor 3500 euro per kilo maar [verdachte] het zelf kan verkopen voor 4000 euro per kilo. Dat verder [naam 14] aangeeft dat hij hennepstekjes kan leveren van de wietsoort Haze en dat [verdachte] geintersseerd is en dat hij ze wel wilt testen.
Criminele organistatie/structuur whatsapp gesprekken medeverdachte [medeverdachte 2] :
Gesprek 1: Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] (Contactpersoon [medeverdachte 2] welke ingevoerd en gekoppeld is aan het telefoonnummer).
Gespreksperiode: 08-05-2017 t/m 08-05-2017
Uit eerder onderzoek is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij medeverdachte [medeverdachte 2] . Ook heeft mede verdachte [medeverdachte 2] verklaard dat hij de gebruiker is van het telefoonnummer. Als contactpersoon in de telefoon van verdachte [verdachte] is de naam " [medeverdachte 2] " gekopppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] . Aannemelijk is dat [medeverdachte 2] mede verdachte [medeverdachte 2] betreft.
Samenvatting gesprek: In het gesprek zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 2] dat hij gesproken heeft met [naam 1] . Dat hij helemaal niet tevreden was met [naam 7] . Hierop reageert
[medeverdachte 2] met " [naam 7] is in opleiding". [verdachte] zegt hierop dat hij het snapt maar dat het zo niet kan. [verdachte] geeft aan dat hij hem zo spreekt. [verdachte] zegt hierop letterlijk: "Ik moet die vent hard aanspreken. Ga ik doen. Laatste waarschuwing voor m". Hierop zegt
[medeverdachte 2] dat het wel goed komt en dat hij even zijn plek moet weten. Uit eerder onderzoek is gebleken dat " [naam 7] " de bijnaam van mede verdachte [medeverdachte 4] betreft. Het gesprek geeft aan dat [verdachte] mede verdachte [medeverdachte 4] hard gaat aanspreken en dat hij een laatste waarschuwing krijgt. Duidelijk is hierbij de rolverdeling tussen de beide verdachten en de leidinggevende rol van [verdachte] .
Gesprek 3:Deelnemers [telefoonnummer] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 2] ).
Gespreksperdiode: 16-02-2017 t/m 16-02-2017
Samenvatting gesprek: In het gesprek vraagt contactpersoon [medeverdachte 2] aan [verdachte] : "Even andere vraagt. Kun je morgen nog even wat geld missen voor [naam 7] .". Hierop reageert [verdachte] met "Ok".
Uit eerder onderzoek is gebleken dat " [naam 7] " de bijnaam van mede verdachte [medeverdachte 4] betreft. Duidelijk is in het gesprek dat verdachte [verdachte] aangeeft een betaling te willen verrichten aan zijn medeverdachte [medeverdachte 4] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2018, opgenomen op pagina 3912 e.v., inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 15] :
Sessienummer 135: Verdachte [medeverdachte 3] belt met verdachte [medeverdachte 4] (13/11/2017 11.15.15u)
Er wordt door [medeverdachte 3] gevraagd of [medeverdachte 4] op kantoor is. Ook vraagt
[medeverdachte 3] , of [medeverdachte 4] nog wat van de [naam 1] heeft gehoord. De [naam 1] was nog even langs geweest volgens [medeverdachte 4] en had nog even alles nagekeken en is weer vertrokken. Hij was met de trainingsbroekenman, [naam 15] . Hiermee wordt [naam 15] bedoelt. [medeverdachte 2] komt ook aan de lijn en spreekt met [medeverdachte 4] . [medeverdachte 2] vraagt of hij weet of de [naam 22] zijn geld al heeft gehad en wanneer het spul weggehaald moet worden. Uit mastgegevens van [medeverdachte 4] blijkt dat de mast aangestraald wordt aan de [straatnaam] te Meppel. Dit is vlakbij de [straatnaam] te Meppel. Het vermoeden is dat de hennepkwekerij aan de [straatnaam] bedoeld wordt met kantoor.
Sessienummer 2846: Verdachte [medeverdachte 3] belt met verdachte [medeverdachte 1] (13/11/2017 12.04.45u)
[medeverdachte 1] vertelt dat hij onze [naam 1] vriend nog heeft gesproken. [medeverdachte 1] heeft nog steeds niets ontvangen. [medeverdachte 3] zegt dat hij ook nog niets heeft gekregen. [medeverdachte 3] gaat nog wat pandjes bekijken. Als ze wat nieuws hebben, dat hoort [medeverdachte 1] dat wel. Het vermoeden bestaat dat dit om panden gaat, waar men nieuwe hennep kwekerijen kan opbouwen.
Sessienummer 3553: Verdachte [medeverdachte 3] belt met verdachte [medeverdachte 1] (13/11/2017 17.42.36u)
[medeverdachte 3] zegt dat ze morgen wat krijgen allemaal. [medeverdachte 1] zegt dat hij op zwart zaad zit. "Hij" stelt de betalingen steeds uit. [medeverdachte 3] zegt dat hij verwacht dat
[medeverdachte 3] nog wat rond gaat knallen. [medeverdachte 3] gaat dat wel doen, maar niet meer dan dat. Uit onderzoek ( V-007-08 Verdachten verhoor [medeverdachte 1] ) komt naar voren dat verdachte [verdachte] betalingen doet aan de overige verdachten in dit onderzoek.
Sessienummer 45: Verdachte [medeverdachte 1] belt verdachte [medeverdachte 3] (13/11/2017 20.26.12u)
[medeverdachte 3] vertelt tegen [medeverdachte 1] , dat alles er weer uitgetrokken is, omdat het schijnt niet goed te zijn. [medeverdachte 1] weet alweer wat voor verhaal er gaat komen. Dus alles wat zij met z'n allen hadden gedaan was niet goed. Volgens [medeverdachte 3] scheen het niet naar zijn zin te zijn geweest. Hij weet niet of er nieuwe komen. Dit heeft de directeur zelf gezegd.
Sessienummer 3649: Verdachte [medeverdachte 3] belt met verdachte [medeverdachte 1] (13/11/2017 20.33.56u)
[medeverdachte 3] vertelt dat de babies niet goed zijn. [medeverdachte 3] zegt dat die jongen beter alleen kan werken. Uit het verhoor met verdachte [medeverdachte 1] ( V-007-08) blijkt dat er met babies, nieuwe hennepstekjes wordt bedoeld.
Sessienummer 208: Verdachte [medeverdachte 4] belt met verdachte [medeverdachte 2] (13/11/2017 20.35.36u)
Vanavond rond half 6 stond ie met zijn trainingspakkie voor de deur, zegt [medeverdachte 4] . Ze hebben alles eruit gehaald, want de kleur was niet goed. [medeverdachte 2] zegt dat ie gek is, want dat kan je nog niet zien na drie dagen. Ze hebben om 14 uur afgesproken op 14 november 2017, om de nieuwe er in te zetten. [medeverdachte 4] heeft alles alleen ingepakt met die [naam 1] met het trainingspakkie. Het lijkt [medeverdachte 2] sterk dat ie het omruilt.
Sessienummer 52: Verdachte [medeverdachte 1] belt met verdachte [medeverdachte 3] (14/11/2017 10.06.22u )
[medeverdachte 1] zegt tegen [medeverdachte 3] dat die vent het steeds uitstelt en dat hij nog steeds niets heeft. [medeverdachte 3] vindt het schandalig. [naam 7] en de [naam 1] hebben alles eruit gehaald en er weer ingezet.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek crypto telefoon d.d. 6 februari 2018, opgenomen op pagina 4070 e.v. van voornoemd dossier, inhouden als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 30 januari 2018 deed ik nader onderzoek naar de in beslag genomen digitale gegevensdrager afkomstig uit de woning van verdachte [verdachte] aan de [straatnaam] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking op woensdag 22 november 2017 werd de volgende digitale gegevensdrager D.01.03.003 in beslag genomen.
Uit onderzoek bleek dat de gegevensdrager een zogenaamde crypto telefoon, merk bq Aquaris X5, betrof. Een crypto telefoon, ook wel bekend als een PGP-telefoon, is een mobiele telefoon die bij uitstek geschikt is om informatie mee te verzenden die niet in verkeerde handen mag vallen. PGP is een afkorting voor Pretty Good Privacy. De toestellen gebruiken namelijk een type versleuteling of encryptie die maakt dat berichten niet onderschept kunnen worden door bijvoorbeeld overheden, veiligheidsdiensten of de politie.
Gezien het bovenstaande is de gegevensdrager in een veilige en afgeschermde ruimte van het
Nederlands Forensisch Instituut onderzocht en bekeken. Van de gegevens zijn schermafbeeldingen gemaakt. Hieronder volgt een overzicht van schermafbeeldingen met relevante informatie voor het onderzoek. De betreffende bijlagen zijn bijgevoegd bij dit proces-verbaal van bevindingen.
Bijlage 1:
Schermafbeelding van hoofdgebruikersaccount van de telefoon genaamd " [naam 16] ". Op de schermafbeelding zijn daaronder de verschillende subgebruikersaccount te zien welke gebruikt worden voor de verschillende "apps. Voor EncoChat is dat " [naam 17] ", EncroMail " [e-mailadres] " en EncroTalk "[code]".
Bijlage 2:
Schermafbeelding van een bericht welke is gestuurd door contactpersoon genaamd "[naam 27]" aan gebruikersaccount van telefoon genaamd " [naam 16] ". Tevens te zien dat het orginele bericht gestuurd was naar " [naam 18] ". Het bericht is gestuurd in de Servo-Kroatische taal en is later via "FW" doorgestuurd naar de versleutelde gebruikeraccount " [naam 16] ".
Aannemelijk is dat verdachte [verdachte] dus de gebruiker is van de gebruikersaccount " [naam 16] "en de daarbij horende namen welke gebruikt worden voor de verschillende diensten.
Samenvatting bijlagen 4 t/m 16:
Ik verbalisant heb de overige schermafbeeldingen bekeken en gelezen. Ik zag dat de meeste berichten in de Engelse taal gestuurd waren. Ik ben de Engelse taal voldoende machtig om een globale samenvatting te geven van de inhoud van deze berichten. In de gesprekken wordt er gesproken over verschillende wietsoorten zoals "Haze" en "Amnezia". De gebruiker van de telefoon geeft aan dat hij goede wiet heeft en vraagt aan de ontvanger of deze klanten daarvoor heeft. Tevens wordt er gevraagd door de gebruiker van de telefoon of de ontvanger klanten heeft in Duitsland. Er worden in berichten gesproken over de kwaliteit van de wiet, hoeveelheden en prijzen per kilo. Ook vraagt een ontvanger aan de gebruiker van de telefoon voor welke producten de klanten moeten zijn. De gebruiker van de telefoon geeft hierbij aan wiet, wit of speed. De gesprekken gaan verder over de levering van 4000 kilo Albanese wiet aan Amsterdam. Verder geeft de gebruiker van de telefoon aan in Rotterdam is en daar probeert "Haze" te verkopen en vraagt tevens aan de ontvanger of hij klanten in Eindhoven heeft.
Samenvatting bijlagen 17 t/m 23 :
De bijlagen 17 t/m 23 waren schermafbeeldingen van berichten in de Servo-Kroatische taal. Al deze schermafbeeldingen zijn aangeleverd en vertaald door de Servo-Kroatische tolk Mw. [naam tolk] . Hieronder volgt een globale samenvatting van de inhoud van deze berichten. In de gesprekken worden bedragen genoemd voor "Haze" (wietsoort). Tevens wordt er gevraagd wat 1400 "kleintjes" kosten. Mij is het ambtshalve bekend dat met kleintjes hennepstekjes bedoeld worden.
Conclusie:Deze crypto telefoon is in de woning van verdachte [verdachte] aangetroffen en in beslaggenomen. In deze telefoon zijn aanwijzingen gevonden welke erop duiden dat verdachte [verdachte] de gebruiker is van de telefoon. Tevens geeft de verdachte aan, bij de teruggave van zijn goederen, dat hij nog een telefoon mist. Het is zeer aannemelijk dat verdachte [verdachte] dus de eigenaar en gebruiker is van de telefoon. Tevens is duidelijk geworden dat de telefoon een crypto telefoon betreft welke in het criminele mileu gebruikt wordt om onderling versleutelde berichten te kunnen versturen. Ook is het duidelijk geworden dat de crypto telefoon gebruikt is om strafbare feiten mee te plegen. In de gestuurde berichten wordt er gesproken over de verkoop en handel van hennep.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 september 2017, opgenomen op pagina 3937 e.v. van voornoemd dossier, inhouden als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op vrijdag 15 september 2017 omstreeks 08.00 uur bevond ik mij aan het politiebureau in Assen gelegen aan de Weiersstraat 83. Uit eerder onderzoek naar de bakengegevens, afkomstig van het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] , bleek dat het voertuig op vrijdag 8 september 2017 en maandag 11 september 2017 stil had gestaan aan de [straatnaam] te Assen. Het voertuig zou ter hoogte van nummer [nummer] en [nummer] hebben stilgestaan.
Omstreeks 08.20 uur zag ik, middels liveview van het baken, dat het eerdergenoemd voertuig in beweging was. Ik zag dat het voertuig vanaf de [straatnaam] te Veendam richting de N33 reed. Ik zag hierop dat het voertuig richting Assen reed. Hierop ben ik in een onopvallend voertuig richting de [straatnaam] in Assen gereden. Aangekomen op de [straatnaam] in Assen heb ik mijn voertuig in de nabije omgeving van nummer [nummer] en [nummer] geparkeerd. Ik zag dat nummer [nummer] een hoekwoning betrof. Ik zag tevens dat er op de oprit naast de woning een donkerkleurige MercedesBenz, type Vito bestelauto, voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd stond.
Ik zag dat er meerdere registraties waren op het voertuig in ons politieregistratiesysteem. Ik zag dat er door collega's vaker was geconstateerd dat het voertuig op de oprit geparkeerd stond aan de [straatnaam] . Het is mij ambtshalve bekend dat op het adres woonachtig is;
Identiteit: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] -1981 (36) te [geboorteplaats]
Ik zag omstreeks 08.52 uur dat er een zwarte Meredes-Benz A160 de [straatnaam] in kwam rijden. Ik zag dat het voertuig voorzien was van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat het voertuig voor de woning aan de [straatnaam] parkeerde. Ik zag dat de bestuurder van het voertuig uitstapte en herkende deze als de voor mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] .
Ik zag dat [medeverdachte 2] naar de hoekwoning, gelegen aan de [straatnaam] , liep en uit het zicht verdween.
Omstreeks 09.17 uur zag ik dat [medeverdachte 2] weer naar zijn voertuig liep en instapte. Ik zag dat hij hierop wegreed richting de [straatnaam] in Assen. Ongeveer 10 seconden hierna zag ik dat de eerdere genoemde bestelauto, de Mercedes-Benz Vito voorzien van het kenteken [kenteken] , achteruit de oprit afreed. Ik zag en herkende de bestuurder als de voor mij ambtshalve bekende [verdachte] welke woonachtig is aan de [straatnaam] in Assen. Ik zag dat het voertuig de straat uitreed en uit het zicht verdween.
Uit eerder onderzoek van de bakengegevens bleek dat het voertuig voorzien van [kenteken] , na stil te hebben gestaan aan de [straatnaam] in Assen, hierop richting de [straatnaam] in Meppel reed. Hierop ben ik richting Meppel gereden.
Omstreeks 10.00 uur bevond ik mij aan de [straatnaam] in Meppel. Omstreeks 10.02 uur zag ik dat het voertuig, de Mercedes-Benz voorzien van het kenteken [kenteken] , de [straatnaam] in kwam rijden. Ik zag dat het voertuig naast het bedrijfspand aan de [straatnaam] in Meppel parkeerde. Ik zag dat de bestuurder uitstapte. Ik zag en herkende de bestuurder alszijnde [medeverdachte 2] . Ik zag dat [medeverdachte 2] hierop het pand binnen ging via de voordeur.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal administratie hennepgerelateerde goederen [verdachte] d.d. 22 januari 2018, opgenomen op pagina 4064 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 16] :
Op maandag 22 januari 2018 stelde ik een onderzoek in naar de inbeslaggenomen administratie van verdachte [verdachte] . De administratie werd in beslag genomen in zijn woning gelegen aan de [straatnaam] te Assen.
Ik zag een rekening van het bedrijf [bedrijf 3] , op het adres [straatnaam] te [plaats] . De rekening was gericht aan: [naam 19] , wonende [straatnaam] [plaats] . Het in rekening gebrachtte bedrag betrof 2300 euro voor 120 x Gavita + kabels.
Ik heb de openbare bron Google geraadpleegd en de bovenstaande bedrijfsnaam en het bijbehorende adres opgezocht. Vervolgens zag ik dat het bedrijf [bedrijf 3] heet en gevestigd is aan de [straatnaam] te [plaats] . Dit bedrijf is gespecialiseerd in kassensloop, kassenbouw en levering van kasinstallaties en kasmaterialen.
Ik heb vervolgens het product wat afgenomen is opgezocht op de openbare bron Google. Gavita is een type lamp van het merk Philips.
Vervolgens zag ik een factuur van het bedrijf " [bedrijf 4] ". Dit betreft een Growshop welke gevestigd is aan de [straatnaam] te Groningen. De factuur is opgemaakt op 13-04-2017, op de factuur staan allemaal goederen welke gebruikt worden in een hennepkwekerij. Het totaalbedrag wat op de factuur staat is 4.199,79 euro.
(…)
Vervolgens zag ik een factuur waarop geen bedrijfsnaam stond, deze factuur dateert van 17-102017. Te zien is dat er 240 zakken Cocos substraat van 50 liter is besteld. Hiervoor werd een bedrag berekend van 1826,91 euro. (…) Ambtshalve weet ik dat deze cocos substraat vaak gebruikt wordt als "potgrond" in hennepkwekerijen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 november 2017, opgenomen op pagina 2500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
O: Verbalisanten laten bijlage 4 zien.
V: Wie is dit?
A: [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: [naam 1] . (…)
V: In wat voor auto rijdt [verdachte] ?
A: Mercedes Vito.
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Als er betaalt moet worden, komt het van hem.
(…)
V Hoe vaak heb jij het pand aan de [straatnaam] te Meppel bezocht?
A: In het begin 2 keer in de week. Toen ben ik er een tijdje niet geweest. Wel 20 keer denk ik?
V: Sinds wanneer zit er hennep in het pand?
A: Vanaf het begin af aan, eerst zijn ze gaan bouwen. In april is het gehuurd, toen zijn ze gaan bouwen en in mei is er begonnen met hennep kweken. De deur naar de kwekerij zat altijd op slot. De sleutel was altijd verstopt zoals ik begrepen had. Ik ging wel eens mee naar boven om te kijken, verder kwam ik er niet. Of als ik een keer een opdracht kreeg om bij wijze van een stokje te plaatsen, dan deed ik dat. Dan ging ik met iemand mee naar binnen. Hij vond dat wij het werk niet goed deden, hij deed de verzorging later zelf. Alleen [verdachte] had de sleutel.
V: Hoe vaak is er geoogst op de [straatnaam] ?
A: Twee keer. [verdachte] zei dat het twee keer een hele slechte oogst was.
V: Wie zijn er allemaal betrokken bij de hennepteelt aan de [straatnaam] in Meppel?
A: Iedereen. [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] vind ik niet die kwam af en toe eens langs maar hij wist er wel van, [naam 2] ( [medeverdachte 2] ) wist ervan, [naam 20] , [naam 21] en ik.
V: Als er geoogst werd, wie deed dat en waar ging de hennep heen?
A: Op de plek werden de bladeren eraf gehaald, en meteen werd het rap ingepakt. Ze namen het mee. Iedereen hielp wel mee om te knippen, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] niet.
[verdachte] kwam ook, maar deed vrij weinig, hij keek alleen en gaf opdrachten.
V: Hoe ging de betaling dan?
A: Niet. De eerste keer kreeg ik een paar honderd. De tweede keer kreeg ik € 1.400.
V: Van wie kreeg je dat dan?
A: De laatste keer heb ik van [verdachte] gehad, ik haalde het bij hem thuis op. Hij stelde het steeds uit. Ik kreeg het ook wel eens via via.
(…)
V: Wie wordt er bedoeld met " [naam 22] "?
A: Ik dus.
V: Wie wordt er bedoeld met " [naam 23] "?
A: [medeverdachte 3] .
V: Wie wordt er bedoeld met " [naam 24] "
A: Wie [naam 7] ? Nee, [naam 24] moet [naam 7] zijn. Nee, ik denk dat jij [naam 7] bedoelt. [medeverdachte 4] dus.
V: Wie wordt er bedoeld met " [naam 1] "?
A: [verdachte] .
(…)
V: Wie heeft de plantage in pand [straatnaam] te Meppel ingericht?
A: Met z'n allen. Iedereen had daar zijn rol in.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 november2017, opgenomen op pagina 2420 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Jij hebt wel de meeste lijfelijk contacten met de grote baas [verdachte] . Dat past wel bij je rol als CEO (de geintje van [medeverdachte 3] volgens eigen verklaring).
A: Ja, dat kan.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 november2017, opgenomen op pagina 2465 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
O: verdachte wordt foto [verdachte] getoond, genoemd als bijlage 4 en gevoegd bij dit verhoor V: Wie is dit?
A: Dat is [verdachte] .
V: Wat is zijn bijnaam?
A: Ik noem hem [naam 2] of soms [naam 1] . Maar we kennen hem ook als [naam 1] .
O: Onderstaand een citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
V: Waar woont [verdachte] ?(…)
V: Wat is zijn rol met betrekking tot de hennepteelt?
A: Leider zeg ik niet. Hij regelt eigenlijk de meeste dingen, soort projectleider. Ik weet niet of de hennep daar heen gaat, dat gaat altijd heel snel. Ik heb daar geen zicht op. Als er betaalt moet worden, komt het van hem. Ik kan het wel gaan ontkennen, maar jij weet toch ook wel genoeg? Einde citaat uit het verhoor van [medeverdachte 1] .
A: Dat is correct wat [medeverdachte 1] zegt in het citaat.
(…)
V: [medeverdachte 1] verklaarde dat het geld van [verdachte] kwam, jij bevestigde dat, is hier ook deze geld bedragen toegezegd door [verdachte] ? A: De bedragen worden door [verdachte] bepaald.
V: Hoe vaak was er geoogst?
A: 1 keer.
V: Waarom hebben jullie daar nog niks voor gekregen? Er is wel uitbetaald de vrijdag voordat de politie een actie heeft gehouden?
A: Dat klopt, er is een voorschot uitbetaald. [medeverdachte 1] heeft ook geld uitbetaald gekregen. Ik weet niet wat [medeverdachte 1] er in de avond nog bij heeft gekregen. Dat regelde [verdachte] .
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen gedurende de gehele ten laste gelegde periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 betrokken is geweest bij de aan de [straatnaam] te Meppel aangetroffen hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Zoals hiervoor bij feiten 1, 2 en 3 reeds is overwogen acht de rechtbank de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] consistent, betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs, aangezien deze verklaringen in belangrijke mate worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] overweegt de rechtbank dat uit de tapgesprekken blijkt dat verdachte, die ook wel ‘ [naam 1] ’ wordt genoemd, op 13 november 2017 langs is geweest bij de hennepkwekerij en toen heeft besloten dat de reeds geplaatste stekjes allemaal vervangen moesten worden omdat ze niet goed zouden zijn aangelegd. Kennelijk had verdachte een zodanige positie binnen de groep dat hij kon besluiten om reeds geplaatste stekjes te laten vervangen.
De rechtbank constateert tevens dat bij verdachte meerdere facturen zijn aangetroffen, waaruit blijkt dat er door hem hennep gerelateerde goederen zijn aangeschaft. De rechtbank benadrukt daarbij dat één van de facturen met een totaalbedrag van € 4.199,79 is gedateerd op 13 april 2017, terwijl de hennepkwekerij aan de [straatnaam] rond die periode is opgebouwd en ingericht. De verklaring van verdachte dat de betreffende facturen niet van hem zijn en dat hij bonnetjes bewaart voor vrienden, acht de rechtbank gelet op de overige bewijsmiddelen niet geloofwaardig.
Bij verdachte zijn door de politie ook meerdere telefoons en digitale gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een PGP-telefoon. Deze toestellen gebruiken een type versleuteling of encryptie die maakt dat berichten niet onderschept kunnen worden door bijvoorbeeld overheden, veiligheidsdiensten of de politie. Deze telefoons en de overige gegevensdragers zijn onderzocht en daarop zijn meerdere (WhatsApp-)gesprekken aangetroffen die hennepgerelateerd zijn. Zo blijkt onder meer dat verdachte heeft geïnformeerd naar het gebruik van lampen in combinatie met bepaalde soorten hennep. Ook heeft verdachte rond de datum waarop de hennepkwekerij aan de [straatnaam] is aangetroffen nadrukkelijk contact gehad met mensen over het leveren van hennepgerelateerde goederen. Verder biedt iemand zich aan om knipwerk voor verdachte te doen en voert verdachte gesprekken over verschillende soorten wiet, de kwaliteit daarvan, hoeveelheden en prijzen per kilo. De rechtbank is gelet op de inhoud van deze gesprekken en de overige bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich in de periode van de tenlastelegging onmiskenbaar heeft beziggehouden met het telen van hennep.
De door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] omschreven leidende en sturende rol van verdachte wordt door het bovenstaande eveneens bevestigd. Zo blijkt uit een aangetroffen WhatsApp-gesprek op de telefoon van verdachte dat verdachte op 8 mei 2017 in gesprek met medeverdachte [medeverdachte 2] aangeeft dat ‘ [naam 7] ’, oftewel medeverdachte [medeverdachte 4] , aangesproken moet worden en dat het zijn laatste waarschuwing wordt. [medeverdachte 2] heeft daarbij aangegeven dat [medeverdachte 4] nog in opleiding is. De rechtbank constateert dat medeverdachte [medeverdachte 4] in die periode bijna dagelijks in het pand aan de [straatnaam] aanwezig was om de hennepkwekerij in de gaten te houden en dat het pand aan de [straatnaam] ook door [medeverdachte 4] werd gehuurd. Op 16 februari 2017 heeft medeverdachte
[medeverdachte 2] aan verdachte gevraagd of hij geld kan missen voor ‘ [naam 7] ’. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit deze gesprekken, in combinatie met de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , dat verdachte een leidende en sturende rol heeft bij het telen van de hennep aan de [straatnaam] te Meppel. Daarmee is ook sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] ,
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , waardoor er sprake is van medeplegen. Voorts blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen dat sprake was van een professionele en grootschalige hennepkwekerij, gericht op het verwerven van zoveel mogelijk inkomsten dan wel winst en dus beroeps- of bedrijfsmatig van aard.
Gelet op bovenstaande overwegingen, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank dan ook van oordeel dat het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat ook de onder 5 ten laste gelegde medeplegen van diefstal van elektriciteit bewezen kan worden. Door een fraudeinspecteur van [benadeelde partij] is vastgesteld dat in het pand aan de [straatnaam] te Meppel de elektriciteit illegaal werd afgetapt buiten de meter om. Het enkel tot stand brengen van een dergelijke illegale afname van elektriciteit levert echter nog niet het wegnemen van elektriciteit op. Daarvoor is nodig dat opzettelijk van de aansluiting gebruik wordt gemaakt door bijvoorbeeld het inschakelen van een apparaat dat via de illegale afname van elektriciteit wordt voorzien. Uit de uitgevoerde positieve netmeting blijkt dat er in de periode van 26 september tot en met 3 oktober 2017 in 12-uurscycli elektriciteit werd afgenomen. Dat zijn cycli die passen bij de teelt van hennep. Bovendien zijn in de hennepkwekerij assimilatielampen aangetroffen die waren aangesloten op het netwerk. Uit de foto’s van de stroomvoorziening/meterkast die zijn bijgevoegd bij het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij blijkt voorts dat het voor verdachte zichtbaar moet zijn geweest dat de elektriciteit buiten de meter om werd afgenomen.
1Verdachte is meerdere keren in de hennepkwekerij en aanwezig geweest en moet dit hebben kunnen waarnemen. Uit het voorgaande, mede gelet op de sturende en leidende rol van verdachte, leidt de rechtbank af dat verdachte op zijn minst wetenschap moet hebben gehad van het feit dat de elektriciteit illegaal werd afgenomen. Door vervolgens ook gebruik te maken van de elektriciteit bij het telen van de hennep heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de verbrekingshandelingen heeft verricht, doet aan het bovenstaande niet af.
Feit 6 (bedreiging)
De rechtbank acht het onder 6 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De door verdachte ter zitting van 21 december 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Ik ben op zaterdag 25 november 2017 bij [medeverdachte 1] thuis geweest.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2017,opgenomen op pagina 5891 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 17] :
Op donderdag 23 november 2017 werd ik, verbalisant [verbalisant 17] , aangesproken door de collega’s van de arrestantenwacht in het cellencomplex Hooghoudt te Groningen. Ik bevond mij daar in verband met het horen van de verdachte [verdachte] . Er werd mij verteld dat de schoonmaker tekst had aangetroffen op de luchtplaats in het cellencomplex en de naam " [verdachte] " daar op de grond stond geschreven. Ik sloeg daarop aan omdat de verdachte welke ik zou gaan horen: [verdachte] heet".
Samen met een collega ben ik naar de luchtplaats gelopen. Op de grond zag ik inderdaad tekst staan. Er was in het midden van de luchtplaats op de grond het volgende geschreven:
" [verdachte] , vol houden, niet praten, ze zijn vals, beter hier week zitten dan praten.".
Hiervan heb ik, verbalisant een foto gemaakt, welke is bijgevoegd bij dit proces-verbaal. Na het aantreffen op de luchtplaats ben ik, verbalisant naar de chef van dienst gelopen om de beelden te bekijken van de luchtplaats. Ambtshalve weet ik dat daar camera's hangen.
Ik zag op de beelden dat:
Op woensdag 22 november 2017 om 04.27 uur. (04.27 uur is 16.24 uur)
Er komt een manspersoon de luchtplaats oplopen. De luchtplaats is afgesloten middels twee deuren aan de linker en rechterkant. De manspersoon draagt slippers, witte sokken, een donker jack en een donkere trainingsbroek. Ambtshalve herken ik de manspersoon als zijnde: [verdachte] . Op dinsdag 21 November heb ik [verdachte] gehoord als verdachte en zag dat hij dezelfde kelding droeg. Ook zie ik het aan het haar en de houding dat het om [verdachte] gaat die de luchtplaats op komt lopen en op de grond schrijft.
Om 04.28.25 uur zie ik dat
[verdachte] zijn linkerhand in zijn jaszak gaat.
Zijn rechterhand naar de muur gaat en bewegingen maakt Om 04.30 uur zie ik dat:
  • [verdachte] door zijn knieën gaat en knielt
  • Zijn rechterhand naar de grond gaat en bewegingen maakt wat lijkt op het schrijven van tekst.
  • Hij hierna weer op staat en naar de tekst kijkt.
Om 04.31 zie ik dat:
  • [verdachte] door zijn knieën gaat en knielt
  • Weer met zijn rechterhand bewegingen maakt wat lijkt op het schrijven van tekst - Hij weer op staat en kijkt naar de geschreven tekst - Hij hierna weer rondje loopt.
Dit gaat een aantal malen zo en later omstreeks 08.09 uur komt [verdachte] weer de luchtplaats oplopen met een deken om. Ook hier herken in [verdachte] .
Ook tijdens dit bezoek knielt hij meerdere malen en maakt bewegingen met zijn rechtehand op de vloer wat lijkt op het schrijven van tekst.
Op donderdag 22 november is verdachte [verdachte] geconfronteerd met hetgeen wat hier boven op papier staat geschreven. Verdachte [verdachte] geeft aan dat:
"Mag dat niet dan? Jullie hebben aangegeven dat er hier meer mensen zitten. Dus dan doe ik het zo. Ik heb nare ervaringen dat verklaringen tegen je gebruikt kunnen worden. Dus verklaar geen dingen die je de kop kunnen kosten. Ik weet niet wie hier zit. Maar zowiezo die personen wil ik waarschuwen. Het was meer frustratie dat ik hier onterecht zit. ".
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 november 2017, opgenomen op pagina 5895 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 18] :
Op zondag 26 november 2017 werd ik aan het begin van de middag gebeld door [medeverdachte 1] . Hij vertelde mij - kort samengevat- dat [verdachte] zaterdagavond (de avond ervoor) twee keer bij hem thuis was geweest aan de [straatnaam] in [plaats] en hem had bedreigd. In dat telefoongesprek hoorde ik [medeverdachte 1] zeggen:
• [ [verdachte] kwam de eerste keer om 9 uur 's avonds. Hij was boos en wilde weten wat ik overhem verklaard had. Hij zei dat hij ons allemaal af zou maken als ik over hem zou hebben verklaard en dat ik zou worden verbrijzeld.
• [ Terwijl hij binnen was hield hij steeds een hand in zijn broek zak. Omdat ik niet wist wat hij daar inhad zitten, was ik erg bang. Ik heb ontkent dat ik iets over hem heb verklaard. Ik kan niet anders joh. • Toen ging hij weg, maar [verdachte] kwam twee uur later om elf uur weer. Hij zei dat hij moest weten wat ik verklaard had. Hij zei dat ik mijn verklaring moest opvragen en aan hem moest laten zien. Hij zei dat hij ook met zijn rug tegen de muur stond.
• [ Hij zei mij dat ik maandagavond naar zijn huis moest komen. Ik moet mijn auto dan ver bijzijn huis vandaan parkeren en het laatste stuk lopen. In dit telefoongesprek klonk [medeverdachte 1] erg angstig. Ik hoorde hem ook o.a.zeggen:
• [ Ik ben zo bang jongen. Ik ben zo bang. Hij is gek. Ik wil niet dood.
Op dezelfde dag belde [medeverdachte 1] mij nogmaals net na vier uur 's middags. Ik hoorde hem zeggen dat [verdachte] weer was langsgeweest en weer had gevraagd wat hij verklaard had. [medeverdachte 1] heeft daarop opnieuw ontkent dat hij iets over hem verklaard had. [verdachte] zou nog naar medeverdachte [medeverdachte 2] gaan in Veendam om te horen wat hij had verklaard, of wat hij wist.
Op maandag 27 november 2017 had ik opnieuw telefonisch contact met [medeverdachte 1] . In dit gesprek dat voornamelijk ging over de beveiligingsmaatregelen die voor hem en zijn gezin zouden worden getroffen, hoorde ik hem nog over de bedreiging zeggen:
• Ik was zaterdagavond zo bang joh, dat ik het ook even heb laten lopen. Dat ik in mijn broekgepist heb. Ik ben bang dat zij dat ook hebben gezien.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 februari 2018,opgenomen op pagina 5900 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
De tweede keer was rond 23.00 uur. Ik was thuis, [medeverdachte 1] en [naam 25] . [medeverdachte 1] ging naar buiten met [verdachte] . Hij heeft hem niet binnen gelaten. Ik heb niet gehoord wat er gezegd werd. [naam 25] en ik zijn naar boven gegaan om te kijken waar ze heen liepen. Ik zag dat ze bij het fietspad bleven staan praten. Ik wist dat het [verdachte] was, omdat ik hem door het raam zag en zijn stem had gehoord. [medeverdachte 1] vertelde mij dat [verdachte] wilde weten wat [medeverdachte 1] had verklaard. [verdachte] zou gezegd hebben 'zweer je het op je dochter?'. Volgens mij is er niet gezegd dat [verdachte] [medeverdachte 1] dood wilde maken, maar de bedreiging was duidelijk.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 november 2017,opgenomen op pagina 5897 e.v. van voornoemd dossier, inhouden als relaas van [verbalisant 19] en [verbalisant 3] :
Op dinsdag 28 november 2017, omstreeks 11.20 uur, werd door ons, verbalisanten, een vooraangekondigd bezoek gebracht aan de verdachte [medeverdachte 2] , in diens verblijfadres [straatnaam] te Veendam. Gevraagd aan [medeverdachte 2] of hij na zijn invrijheidsstelling nog contact had gehad met medeverdachten, gaf [medeverdachte 2] aan dat hij alleen per telefoon, contact had gehad met [medeverdachte 4] . Gevraagd aan [medeverdachte 2] of hij mogelijk bezoek had gehad van [verdachte] , gaf [medeverdachte 2] aan dat dit inderdaad het geval was. Op de vraag hoe dit contact was verlopen, verklaarde [medeverdachte 2] dat [verdachte] van hem wilde weten wat hij tegen hem had verklaard. [medeverdachte 2] vertelde ons dat hij tegen [verdachte] had gezegd dat hij niets tegen hem had verklaard.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 26 november 2017 medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft verklaard dat hij op zaterdag 25 november 2017 langs is geweest bij medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft op 26 november 2017 de politie gebeld en daarbij aangegeven dat verdachte hem de avond daarvoor thuis heeft bedreigd en dat verdachte wilde weten wat [medeverdachte 1] over hem had verklaard tegenover de politie. De verklaring van [medeverdachte 1] is daarbij zeer specifiek en gedetailleerd. Zo geeft hij aan dat hij de maandag daarop bij verdachte langs moest komen en dat hij op een afstand van het huis van verdachte moest parkeren en het laatste stuk moest lopen. Ook moest [medeverdachte 1] zijn verklaring bij de politie opvragen en aan verdachte laten zien.
De verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte bezig was met de vraag wat er (over hem) verklaard is tegenover de politie met betrekking tot de aangetroffen hennepkwekerijen vindt op dit punt ondersteuning in de tekst die verdachte heeft aangebracht op de luchtplaats van het politiebureau op 22 november 2017. Hij heeft daar op de grond de volgende tekst geschreven: “ [verdachte] , vol houden, niet praten, ze zijn vals, beter hier week zitten dan praten”.
Daarnaast is verdachte blijkens de verklaring van [medeverdachte 2] ook bij hem langs geweest om te informeren naar zijn verklaringen tegenover de politie.
De melding van [medeverdachte 1] vindt ook ondersteuning in de opmerking van verbalisant aan wie [medeverdachte 1] telefonisch de melding heeft gedaan. Hij merkt namelijk op dat verdachte zeer angstig klonk, zoals [medeverdachte 1] zelf in zijn melding ook meerdere malen op expliciete wijze heeft aangegeven. Naast de gedetailleerde verklaring van [medeverdachte 1] , wordt de bedreigende situatie ook waargenomen door de partner van [medeverdachte 1] . Hoewel zij niet kan horen wat er wordt gezegd, heeft zij het gesprek tussen verdachte en [medeverdachte 1] wel van een afstand kunnen zien. Ze geeft daarbij aan dat de bedreiging voor haar zichtbaar is geweest.
Gelet op de context waarin deze bedreigingen hebben plaatsgevonden, te weten de nasleep van de ontdekking en ontmanteling van meerdere hennepkwekerijen waar verdachte en [medeverdachte 1] bij betrokken waren, is de rechtbank van oordeel dat bij [medeverdachte 1] de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij alleen langskwam om te praten over een inbeslaggenomen scooter niet geloofwaardig.
De rechtbank acht de onder 6 ten laste gelegde bedreiging dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een voormalig mestsilo, op het perceel bij de [straatnaam] , heeft geteeld, verwerkt, en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van 1306 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit ( [straatnaam] ) en een hoeveelheid gas ( [straatnaam] ), toebehorende aan [benadeelde partij] , waarbij verdachte en/of zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en die weg te nemen goederen, onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
3.
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [straatnaam] , heeft geteeld, verwerkt en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van in totaal 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [straatnaam] , heeft geteeld en verwerkt, en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van in totaal 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan [benadeelde partij] , waarbij verdachte en/of zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en die weg te nemen elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
6.
hij omstreeks 26 november 2017 te Borger, [medeverdachte 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [medeverdachte 1] dreigend de woorden toe te voegen “ik maak jullie allemaal af” en “ik verbrijzel jou”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeftgebracht door middel van verbreking;
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeftgebracht door middel van verbreking;
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2, 3, 4 en 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan gekoppeld door de rechtbank te formuleren bijzondere voorwaarden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair gepleit voor vrijspraak en subsidiair heeft de raadsman bepleit dat kan worden volstaan met een taakstraf van maximale duur, waarvan een deel voorwaardelijk kan worden opgelegd. Aan het voorwaardelijke deel kunnen bijzondere voorwaarden verbonden zodat verdachte de mogelijkheid krijgt om aan zijn problematiek te werken en tegelijkertijd een stok achter de deur heeft om niet opnieuw met politie en justitie in aanraking te komen. De raadsman heeft de rechtbank daarbij in overweging gegeven om een langere proeftijd aan het voorwaardelijke deel te verbinden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van grote hoeveelheden hennep in drie verschillende hennepkwekerijen. Dit zijn strafbare feiten die overlast veroorzaken en schade voor de maatschappij opleveren. Het is een feit van algemene bekendheid dat gebruik van de uit hennepplanten verkregen stof de gezondheid van gebruikers kan schaden. Bovendien gaat de kweek van hennep vaak - direct of indirect - gepaard met vele andere vormen van (gewelds) criminaliteit. Door aldus te handelen heeft verdachte zijn eigen financiële gewin boven de belangen gesteld die door strafbaarstelling van hennepteelt worden gediend.
Om de hennepkwekerijen in Assen en Meppel mogelijk te maken heeft verdachte zich bovendien, samen met anderen, schuldig gemaakt aan diefstal van elektriciteit door de stroomvoorziening op illegale wijze af te tappen. Hiermee heeft hij niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendom van een ander, maar heeft hij ook (brand)gevaarlijke situaties gecreëerd en/of laten bestaan, zoals blijkt uit de bevindingen van [benadeelde partij]
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte wilde weten wat [medeverdachte 1] over hem had verklaard tegenover de politie en heeft zich daarbij zeer intimiderend opgesteld en [medeverdachte 1] bedreigd door te zeggen dat hij zou worden afgemaakt of zou worden verbrijzeld als hij over hem zou hebben verklaard. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gelet op het grootschalige karakter van de hennepteelt en de prominente rol die verdachte heeft gespeeld bij het opzetten van de hennepkwekerijen en de exploitatie daarvan. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Ook heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte eerder voor hennepteelt is veroordeeld en dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor de bewezenverklaarde feiten.
Evenals de officier van justitie bij zijn strafeis, heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn tussen de pleegdatum en de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting. Zij acht een strafkorting daarom op zijn plaats.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met opleggen van een deels voorwaardelijke werkstraf. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden. De rechtbank acht daarmee de overschrijding van de redelijke termijn voldoende gecompenseerd. Voor een proeftijd van drie jaren ziet de rechtbank gelet op de ouderdom van de feiten geen aanleiding. De proeftijd zal daarom op twee jaren worden gesteld.
Voor het daarnaast opleggen van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, zoals de officier van justitie heeft gevorderd, ziet de rechtbank evenmin aanleiding, nu verdachte ook in staat moet worden geacht om uit eigen beweging hulp te zoeken voor de bij hem bestaande problemen.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:

1. (Feit 2: [straatnaam] , Assen)

[benadeelde partij] , tot een bedrag van € 1.775,89 ( [straatnaam] ) en € 3.844,12 ( [straatnaam] ) ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft [benadeelde partij] een bedrag van € 566,38 ( [straatnaam] ) en € 909,41 ( [straatnaam] ) aan proceskosten gevorderd.

2. (Feit 5: [straatnaam] , Meppel)

[benadeelde partij] tot een bedrag van € 8.285,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft [benadeelde partij] een bedrag van € 1.289,29 aan proceskosten gevorderd.
Standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van [straatnaam] , Assen
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in een rechtstreeks verband staat tot de tenlastegelegde feiten en dat de vordering voldoende onderbouwd is. De officier van justitie acht de vordering, die gebaseerd is op 1 eerdere oogst en de aangetroffen oogst, hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van [straatnaam] , Meppel
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook aansprakelijk is voor de schade die [benadeelde partij] heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. De officier van justitie acht de vordering die gebaseerd is op twee eerdere oogsten en de aangetroffen oogst hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman gesteld dat de vorderingen benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dan wel afgewezen dienen te worden gelet op de bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat bij de vordering benadeelde partij ten aanzien van de [straatnaam] gematigd dient te worden, aangezien bij de berekening van de schade ten onrechte een hoger tarief is gerekend voor de afsluiting en heraansluitingskosten. Ook dienen de kosten voor de netmeting in mindering te worden gebracht, aangezien deze kosten in het kader van de opsporing zijn gemaakt en deze daarom niet afgewend kunnen worden op de individuele burger. De kosten voor de netmeting dienen zowel bij de [straatnaam] als bij [straatnaam] in mindering te worden gebracht.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van [straatnaam] , Assen
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde. Verdachte is als medepleger van dit feit ook mede aansprakelijk voor de door [benadeelde partij] geleden schade. De rechtbank acht de benadeelde partij dan ook ontvankelijk in haar vordering.
Met betrekking tot de hoogte van de schade overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de benadeelde partij met betrekking tot [straatnaam] voor de afsluitkosten en heraansluitingskosten hogere tarieven hanteert omdat er sprake is van fraude. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze verhoging enkel een punitief karakter en is deze verhoging niet gebaseerd op daadwerkelijke hogere kosten. Bij het bepalen van de hoogte van de schade zal de rechtbank daarom bij post 2 en 3 uitgaan van het lage tarief, te weten respectievelijk € 308,56 en € 240,89.
De rechtbank zal daarnaast de vordering die ziet op het adres [straatnaam] matigen. De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank namelijk niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 1.226,44 ( [straatnaam] ) en € 3.506,23 ( [straatnaam] ), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 maart 2017.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op € 566,38 ( [straatnaam] ) en €
909,41 ( [straatnaam] ) en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze proceskosten te matigen, nu deze conform de “Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)” en de “Staffel salarissen gemachtigde in rolzaken sector kanton” zijn bepaald.
Ten aanzien van [straatnaam] , Meppel
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 7.947,85 en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering, behoudens de kosten voor de netmeting voldoende onderbouwd. De vordering zal daarom tot voornoemd bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017.
De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank, net als bij de vordering die ziet op de [straatnaam] te Assen, niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op 1.289,29, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Voor alle vorderingen benadeelde partij geldt dat de rechtbank geen aanleiding ziet de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, aangezien de benadeelde partij zelf voldoende middelen voor het innen van de toegewezen vordering ter beschikking heeft.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van 18/950095-17, feit 2
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij]te betalen:
  • het bedrag van € 1.226,44 ( [straatnaam] ) (zegge: duizendtweehonderdzesentwintig euro envierenveertig eurocent) en € 3.506,23 ( [straatnaam] ) (zegge: drieduizendvijfhonderdzes euro en drieëntwintig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 maart 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 566,38 ( [straatnaam] ) en € 909,41 ( [straatnaam] ).
Wijst de vordering van [benadeelde partij] voor het overige af.
Ten aanzien van 18/950095-17, feit 5
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[benadeelde partij]te betalen:
  • het bedrag van € 7.947,85 (zegge: zevenduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfentachtigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 1.289,29.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] voor het overige wordt afgewezen
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. E. Läkamp en mr. M.A.M. Wolters, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2022.
Mr. Eelsing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2019, opgenomen op pagina 3961 e.v. van het dossier (specifiek pagina 3976).