ECLI:NL:RBNNE:2022:163

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
18/950092-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het telen van hennep en diefstal van elektriciteit in meerdere locaties

Op 27 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen en plegen van het telen van hennep in vier verschillende kwekerijen, alsook van diefstal van elektriciteit en gas bij drie van deze kwekerijen. De verdachte, geboren in 1967 te Groningen, werd bijgestaan door advocaat mr. G. Meijer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het telen van in totaal 641 hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit en gas van Enexis B.V. De rechtbank baseerde haar oordeel op de bekennende verklaring van de verdachte en de bevindingen van de politie en Enexis, die illegale aftakkingen van elektriciteit en gas hadden vastgesteld. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 jaar voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast werd de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan Enexis Netbeheer B.V. van in totaal € 8.306,83, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten en de maatschappelijke schade die het telen van hennep en de diefstal van elektriciteit met zich meebrengt.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/950092-17

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1967 te Groningen, wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 december 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G. Meijer, advocaat te Veendam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een voormalig mestsilo, althans een gebouw en/of pand, op het perceel (aan of bij) [adres] en/of 35, heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1306 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit ( [adres] ) en/of een hoeveelheid gas ( [adres] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een (bedrijfs)loods, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de [adres] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; art 11 lid 5 Opiumwet
4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een bedrijfshal, althans een gebouw en/of (bedrijfs)pand, op het perceel (aan of bij) de
[adres] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 22 november 2016 tot en met 22 november 2017 te Winschoten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een bedrijfspand, althans een gebouw en/of pand, op het perceel (aan of bij) de [adres] , heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van (telkens in totaal) ongeveer 350, althans 342e althans 229 hennepplanten en/of 113 potten met resten van hennepplanten en/of 58 hennepstekken, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
7.
hij in of omstreeks de periode van 22 november 2016 tot en met 22 november 2017 te Winschoten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde gelet op de bekennende verklaring van verdachte.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de onder 5 ten laste gelegde diefstal van elektriciteit, aangezien het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte enige betrokkenheid bij of wetenschap van de diefstal van elektriciteit heeft gehad.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met betrekking tot de bewezenverklaring van het onder 1, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het onder 2 en 5 ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet wist dat de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerijen illegaal werd afgenomen en dat verdachte bij het wegnemen van de elektriciteit in het geheel geen betrokkenheid heeft gehad.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1, 3, 4, 6, en 7 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1, 3, 4, 6, en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 december 2021;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, d.d. 9 maart 2017, opgenomen op pagina 2254 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d.
28 augustus 2018, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] .
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, d.d. 7 februari 2017, opgenomen op pagina 3097 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, d.d. 22 januari 2018, opgenomen op pagina 3961 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, d.d. 10
januari 2018, opgenomen op pagina 4938 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 januari 2018,opgenomen op pagina 4945 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [verbalisant] (namens Enexis Netbeheer B.V.).
Ten aanzien van het onder 2 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 22 december 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ben ingehuurd om de hennepkwekerij aan [adres] /35 in Assen op te zetten en in te richten. Ik heb ook geholpen met het opbouwen van de hennepkwekerij aan de [adres] te Meppel. Ik deed daar ook een stukje onderhoud en ik hield het groeiproces in de gaten. Ook gaf ik de planten water. Ik kwam daar 1 of 2 keer in de week.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2017,opgenomen op pagina 2272 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017009943 (Onderzoek: NNRAA17031-Miograna) d.d. 28 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [verbalisant] (namens Enexis Netbeheer B.V.):
Ik, [verbalisant] , ben in mijn hoedanigheid van Medewerker Beheersen Netverlies bij netwerkbedrijf Enexis Netbeheer B.V., gerechtigd tot het doen van aangifte van strafbare feiten die worden gepleegd ten nadeel van genoemd bedrijf. Enexis Netbeheer B.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van pand [adres] .
Op 13 maart 2017 werd diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres] te Assen.
Mijn aangifte is gebaseerd op waarnemingen, die fraude-inspecteur [naam] op verzoek van politieambtenaar [verbalisant] van het basisteam Assen ter plaatse heeft gedaan.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Enexis
Netbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Diefstal Elektriciteit:
Illegale aftakking na de hoofdveiligheid.
Er was een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om naar de installatie in het pand en voorzag de aangesloten installatie geheel of gedeeltelijk van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
Diefstal Gas:
Aftakking op de dienstleiding binnen.
Er was een illegale aftakking gemaakt, binnen, op de aansluitleiding van Enexis, deze leiding voorziet het pand van gas. De illegale aftakking liep buiten de meetinrichting van Enexis om naar de installatie (en de daarop aangesloten apparatuur) in het bezocht pand en voorzag deze van gas. Deze aftakking is destijds bij het aansluiten van het perceel op het gasnet van Enexis niet door of in opdracht van Enexis aangebracht.
Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2017, opgenomen op pagina 2282 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verbalisant] (namens Enexis Netbeheer B.V.):
Op 6 maart 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres] te Assen.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Enexis
Netbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Deksel van aansluitkast open
Gevaar: elektrocutie
Illegale aansluiting op onderzijde zekeringhouders
Gevaar: brand in de eigen installatie/woning en de directe omgeving Extra gevaar ook voor de hulpdiensten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2017,opgenomen op pagina 2246 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 6 maart 2017 was ik, [verbalisant] , belast met het onderzoek naar een vermoedelijke hennepkwekerij aan [adres] te Assen. Omstreeks 09:45 uur kwam ik, met collega's [verbalisant] , [verbalisant] , [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] ter plaatse bij [adres]. Mij was bekend dat [adres] een gezamenlijk oprit hadden en dat [adres] onbewoond was. (…) Bij het zoeken in de woning naar een eventuele hennepkwekerij kwam ik een dikke elektriciteitskabel tegen. Ik zag dat deze kabel vanuit de meterkast, door de hal naar een andere hal liep. Vanuit deze hal liep de kabel door een washok, door een raampje naar buiten. Buiten zag ik dat de kabel de grond in ging. Ik deelde deze informatie met de collega's die buiten op het terrein liepen. Ik hoorde van deze collega's dat zij in een schuur een knipruimte met hennepresten hadden aangetroffen en dat voor deze schuur een soortgelijke kabel verder achter het terrein op ging. Ik voegde mij vervolgens bij de collega's [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] . Zij wezen mij de knipruimte aan en de kabel die voor deze ruimte boven de grond uit kwam. Ik zag dat deze kabel eenzelfde dikte had als de kabel die vanuit de woning kwam. Ik zag dat de kabel een klein stukje boven de grond lag en daarna weer de grond in ging. Ik zag dat er tegels los waren gehaald uit de bestrating en later waren teruggelegd. Ik dat de losgehaalde bestrating uitkwam bij een silo uitkwam. Omstreeks 10:20 uur zag ik dat hij tussen de silo en de schuur een aantal losse houten palen verzette en dat daar een luik zichtbaar werd. Dit luik werd door [verbalisant] verwijderd. Ik keek vervolgens door het luik en zag een zwart zeil hangen. Voor het zeil zag ik een wand met tientallen transformatoren. Ik ben door het luik even de silo in gegaan en heb achter het zeil gekeken. Ik zag dat deze vol stond met kleine hennepplanten.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juli 2017,opgenomen op pagina 2356 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik ben eigenaar van het pand [adres] te Assen. Het [adres] betreft een bungalow. Deze is gehuurd door [naam] en [naam] . Zij huren dit pand vanaf 1 februari 2012.
Ik ben bij de woning geweest en zag een leiding via de grond gaan. Ook zag ik veel auto's op het erf staan. Ik heb hier een aantal kentekens van genoteerd. Ik zag aan de kabels die de grond in gaan, dat er gas werd afgetapt. Ik dacht toen meteen aan een kwekerij. Toen ik zag dat er gas werd afgetapt, heb ik meerdere malen de politie gebeld.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (metbijlagen) d d.d. 9 maart 2017, opgenomen op pagina 2254 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening naar de hennepkwekerij reeds al onderbroken. Verbalisanten zagen dat vanaf het elektrisch schakelpaneel een stroomkabel via de schuren naar de woning aan [adres] was aangelegd.
De elektriciteit werd illegaal afgenomen.
Gasvoorziening
De gaskachels waren aangesloten op een gele gasleiding van het merkt Uponor. Verbalisanten hebben deze gasleiding kunnen volgen vanuit de mestsilo. De gasleiding was uit de mestsilo naar de veestal gebracht. De gasleiding was niet voorzien van een beschermingsmantel en lag deels zichtbaar verwerkt in de grond. In de veestal was de gasleiding niet traceerbaar. De gierkelder stond vol met water. In de gang van de boerderij aan [adres] zagen verbalisanten een gele gasleiding van het merk Uponor. De gasleiding was op de hoofdleiding zonder tussenkomst van een gasmeter aangesloten.
Het gas werd illegaal afgenomen.
7. Een schriftelijk bescheid, opgenomen op pagina 2231 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend hetrapport van een netmeting uitgevoerd door een fraude-inspecteur van Enexis Netbeheer B.V.:
Er is een netmeting uitgevoerd ter controle van het adres: [adres] . Er is gemeten in : VK. ASN.33v5276 op de kabel met kabelcode : 739329 in de periode van:
24-01 t/m 31-01-2017.
Conclusie:
Het gemeten patroon duidt WEL op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Gemeten waarden uit de meting:
Hoeveelheid. 120 Amp.,
Er is een cyclus te zien van 2x12 uur.
Schakeltijden: fase L1 en L2 In. 7.00 uur en uit 19.00 uur.
Schakeltijden: fase L3 in 19.00 uur en uit 7.00 uur.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 januari 2018,opgenomen op pagina 4009 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verbalisant] (namens Enexis Netbeheer B.V.):
Enexis Netbeheer B.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van pand [adres] .
Op 22 november 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres] te Meppel. Het pand betreft een loods.
Diefstal
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Enexis
Netbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Diefstal Elektriciteit:
Illegale aftakking na de hoofdveiligheid. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit.
Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
Manipulatie / verzwaring hoofdveiligheid.
Uit onderzoek bleek dat de hoofdveiligheden in de aansluitkast van Enexis zijn gemanipuleerd. Contractueel hoort er 3 x 25A in te zitten. Er waren zekeringen met een waarde van 80A/80A/80A geplaatst. Door het verzwaren van de hoofdzekeringen is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen
met de contractant.
Om deze uitbreiding/verzwaring te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2017, opgenomen op pagina 3883 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 18 september is door mij verbalisant bij Enexis B.V. een netmeting aangevraagd voor het pand aan de [adres] te Meppel. Op donderdag 5 oktober 2017 ontving ik verbalisant bericht van Enexis B.V. waaruit bleek dat de uitgevoerde netmeting op het pand aan de [adres] te Meppel als positief kon worden bestempeld waarbij een 12 uurs cyclus te zien was. Ik zag dat de gegevens van de uitgevoerde netmeting als volgt waren:
Er is een netmeting uitgevoerd ter controle van het adres : [adres] . Er is gemeten in : MSR. MPL.391214 op de kabel met kabelcode : 050747 in de periode van: 26-09 t/m 03-10-2017
Conclusie
Het gemeten patroon duidt WEL op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Gemeten waarden uit de meting:
Hoeveelheid. 35 Amp.,
Er is een cyclus te zien van 12 uur.
Schakeltijden: in 0.00 uur en uit 12.00 uur.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2018, opgenomen op pagina 3961 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ter zake een verdenking van overtreding van de Opiumwet stelde ik op woensdag 22 november 2017 een onderzoek in op het adres [adres] , Meppel. Op woensdag 22 november 2017 constateerde ik het volgende: (…)
Na het openen van de deur kwam ik in een tussenruimte met een zwart zeil, na het verwijderen van het zeil zag ik een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 1. Rechts achterin hing nog een zwart zeil, bij het opzij trekken van dit zeil zag ik verbalisant nog een inwerking zijnde hennepkwekerij, ruimte 2.
Kweekruimte 1
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 1 week oud.
- In totaal stonden er 641 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 10 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Kweekruimte 2
Dit betrof een kweekruimte waarbij een bak was gemaakt met opstaande randen met daarin zwart vijverfolie. In deze ruimte stonden plantenbakken van 25x25 cm gevuld met teelaarde en jonge hennepplanten, ongeveer 2 week oud.
- In totaal stonden er 738 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 15 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Openen meterkast ten behoeve van de veiligheid
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van energie (stroom) plaatsvindt. Deze stroomdiefstal vindt meestal plaats door het maken van illegale aftakkingen / aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringkast om.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de kwekerij is onderzocht door [naam] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Enexis B.V., in aanwezigheid van mij, verbalisant. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, stroom ten behoeve van de hennepkwekerij voor de meter werd afgetapt.
Door de netwerkbeheerder Enexis B.V. werd aangifte gedaan van diefstal van stroom. Uit het rapport van de vermelde fraude-inspecteur bleek, dat de aangelegde installatie gevaar opleverde voor personen en/of goederen.
Bewijsoverweging
De rechtbank is anders dan de verdediging van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte heeft bekend dat hij heeft geholpen met het opbouwen van de hennepkwekerij aan [adres] in Assen en dat hij mee heeft geholpen met het telen van de hennep. De rechtbank constateert dat de hennepkwekerij is aangetroffen in een voormalige mestsilo, waarbij het niet gebruikelijk is dat daarin een stroomvoorziening aanwezig is. Uit de door Enexis Netbeheer B.V. uitgevoerde netmeting blijkt dat er in de periode van 24 januari tot en met 31 januari 2017 sprake is geweest van een patroon in het energieverbruik dat duidt op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij. In de hennepkwekerij zijn bovendien meerdere lampen en een tijdschakelaar aangetroffen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat er ten behoeve van de hennepkwekerij ook daadwerkelijk elektriciteit is afgenomen terwijl tegelijkertijd is geconstateerd dat deze elektriciteitskabel illegaal buiten de elektriciteitsmeter om is aangelegd. Uit het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij en de processen-verbaal van bevindingen van verbalisanten blijkt bovendien dat de kabel goed zichtbaar over het terrein liep vanuit de woning aan [adres] naar de silo waar de hennepkwekerij is aangetroffen. Nu verdachte regelmatig ter plaatse kwam, kan het niet anders dan dat verdachte deze (ongebruikelijke) kabel moet zijn opgevallen. De rechtbank is gelet op het bovenstaande dan ook van oordeel dat verdachte wist dat de voor de kwekerij noodzakelijke stroom op illegale wijze werd afgenomen. Door vervolgens ook gebruik te maken van de elektriciteit bij het telen van hennep heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de verbrekingshandelingen heeft verricht, doet aan het bovenstaande niet af.
Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. aangifte gedaan diefstal van gas. Gebleken is dat de gaskachels in de kweekruimtes waren aangesloten op een gele gasleiding van het merkt Uponor.
Verbalisanten hebben deze gasleiding kunnen volgen vanuit de mestsilo. Dat naast de elektriciteitskabel ook de gasleiding duidelijk zichtbaar was, blijkt tevens uit de verklaring van de eigenaar van de panden aan [adres] , getuige [naam] . De gasleiding was niet voorzien van een beschermingsmantel en lag deels zichtbaar verwerkt in de grond. Vervolgens is vastgesteld dat deze gasleiding zonder tussenkomst van een gasmeter illegaal was aangesloten op de hoofdleiding. De rechtbank is, mede gelet op bovenstaande overweging met betrekking tot de diefstal van elektriciteit, van oordeel dat verdachte zich daarmee ook schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van gas.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat ook het onder 3 ten laste gelegde medeplegen van diefstal van elektriciteit bewezen kan worden. Door een fraudeinspecteur van Enexis Netbeheer B.V. is vastgesteld dat in het pand aan de [adres] te Meppel de elektriciteit illegaal werd afgetapt buiten de meter om. Verdachte heeft verklaard dat hij, samen met anderen, de hennepkwekerij aan de [adres] te Meppel heeft opgebouwd, geëxploiteerd en onderhouden. Hij was daartoe regelmatig in het pand aanwezig om de planten te verzorgen. Bij het inrichten van de kwekerij heeft verdachte ook lampen aangesloten en een tijdschakelaar geïnstalleerd. Uit de positieve netmeting blijkt dan ook dat er in de periode van 26 september tot en met 3 oktober 2017 in 12-uurscycli elektriciteit werd afgenomen. Uit de foto’s van de stroomvoorziening/meterkast die zijn bijgevoegd bij het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij blijkt voorts dat het voor verdachte zichtbaar moet zijn geweest dat de elektriciteit buiten de meter om werd afgenomen.
1Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte op zijn minst wetenschap moet hebben gehad van het feit dat de elektriciteit illegaal werd afgenomen, te meer nu het een feit van algemene bekendheid is dat bij hennepkwekerijen de elektriciteit vaak illegaal wordt afgenomen. Door vervolgens ook gebruik te maken van de elektriciteit bij het telen van de hennep heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de verbrekingshandelingen heeft verricht, doet aan het bovenstaande niet af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een voormalig mestsilo, op het perceel bij [adres] en 35, heeft geteeld, verwerkt, en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van 1306 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 6 maart 2017 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit ( [adres] ) en een hoeveelheid gas ( [adres] ), toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en/of zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en die weg te nemen goederen, onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
3.
hij in de periode van 1 september 2016 tot en met 2 februari 2017 te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [adres] , heeft geteeld, verwerkt en opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van in totaal 1880 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een bedrijfspand, op het perceel aan de [adres] , heeft geteeld en verwerkt, en opzettelijk aanwezig hebben gehad een hoeveelheid van in totaal 1379 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Meppel, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en/of zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en die weg te nemen elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
6.
hij in de periode van 22 november 2016 tot en met 22 november 2017 te Winschoten, opzettelijk, in een bedrijfspand op het perceel aan de [adres] , heeft geteeld, verwerkt, en opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 342 hennepplanten, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende
lijst II;
7.
hij in de periode van 22 november 2016 tot en met 22 november 2017 te Winschoten met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeftgebracht door middel van verbreking;
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwetgegeven verbod;
Medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeftgebracht door middel van verbreking;
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middelvan verbreking.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van de maximale werkstraf, in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet aan de orde zou moeten zijn.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van Reclassering Nederland d.d. 12 april 2021 en 20 juli 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van grote hoeveelheden hennep in vier verschillende hennepkwekerijen. Verdachte was daarbij medeverantwoordelijk voor de opbouw van de kwekerijen en de verzorging van de planten. Hoewel verdachte een deel van de feiten samen met anderen heeft gepleegd, komt uit het dossier duidelijk het beeld naar voren dat verdachte degene is geweest met de kennis en ervaring om op grote schaal hennepkwekerijen op te zetten en te telen. Het telen van hennep en de daarmee gepaard gaande diefstal van stroom zijn feiten die overlast veroorzaken en schade voor de maatschappij opleveren. Het is een feit van algemene bekendheid dat gebruik van de uit hennepplanten verkregen stof de gezondheid van gebruikers kan schaden. Bovendien gaat de kweek van hennep vaak - direct of indirect - gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Verdachte lijkt met de opbrengst van de hennepkwekerijen zijn financiële problemen te hebben willen oplossen. Door aldus te handelen heeft hij zijn eigen financiële gewin boven de belangen gesteld die door strafbaarstelling van hennepteelt worden gediend.
Om de hennepkwekerijen in Assen, Meppel en Winschoten mogelijk te maken, heeft verdachte zich bovendien, deels samen met anderen, schuldig gemaakt aan diefstal van elektriciteit door de stroomvoorziening op illegale wijze af te tappen. Hiermee heeft hij niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendom van een ander, maar heeft hij ook (brand)gevaarlijke situaties gecreëerd c.q. in standgehouden, zo blijkt uit de bevindingen van Enexis Netbeheer B.V.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gelet op het grootschalige karakter van de hennepteelt en de prominente rol die verdachte heeft gespeeld bij het opzetten van de hennepkwekerijen en de exploitatie daarvan. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Verder heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie in 2005, 2006, 2009 en 2012 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het telen van hennep en diefstal van elektriciteit en dat deze eerdere veroordelingen verdachte er kennelijk niet van hebben weerhouden om opnieuw dergelijke strafbare feiten te plegen.
Evenals de officier van justitie bij zijn strafeis, heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn tussen de pleegdatum en de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting. De rechtbank benadrukt daarbij dat de overschrijding van de redelijke termijn niet aan verdachte te wijten is geweest.
In beginsel acht de rechtbank op grond van het bovenstaande een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf passend en geboden, maar gelet op de ruime overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank hiertoe niet overgaan. Door niet over te gaan tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank de overschrijding van de redelijke termijn voldoende gecompenseerd. Daarbij speelt tevens een rol de proceshouding van verdachte. Hij heeft voor vrijwel alle feiten de verantwoordelijkheid genomen.
Alles afwegende acht de rechtbank een maximale werkstraf van 240 uren passend en geboden. De rechtbank zal daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden opleggen met een proeftijd van 2 jaren om te voorkomen dat verdachte in de toekomst opnieuw dergelijke strafbare feiten gaat plegen.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:

1. (Feit 2: [adres] , Assen)

Enexis Netbeheer B.V., tot een bedrag van € 1.775,89 ( [adres] ) en € 3.844,12 ( [adres] ) ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. een bedrag van € 566,38 ( [adres] ) en € 909,41 ( [adres] ) aan proceskosten gevorderd.

2. (Feit 5: [adres] , Meppel)

Enexis Netbeheer B.V. tot een bedrag van € 8.285,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. een bedrag van € 1.289,29 aan proceskosten gevorderd.

3. (Feit 7: [adres] , Winschoten)

Enexis Netbeheer B.V., tot een bedrag van € 8.306,83 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. een bedrag van € 1.290,34 aan proceskosten gevorderd;
Standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van [adres] , Assen
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in een rechtstreeks verband staat tot de tenlastegelegde feiten en dat de vordering voldoende onderbouwd is. De officier van justitie acht de vordering, die gebaseerd is op 1 eerdere oogst en de aangetroffen oogst, hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van [adres] , Meppel
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook aansprakelijk is voor de schade die Enexis Netbeheer B.V. heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. De officier van justitie acht de vordering die gebaseerd is op twee eerdere oogsten en de aangetroffen oogst hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van [adres] , Winschoten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die Enexis Netbeheer B.V. heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. Ten aanzien van de hoogte van de vordering heeft de officier van justitie aangevoerd dat het toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden, aangezien een lager aantal eerdere oogsten bewezenverklaard kan worden dan waar in de berekening van uit is gegaan. De officier van justitie acht op basis van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst een bedrag van € 4.085,85 aan schade en
€ 1.290,34 aan proceskosten hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij die ziet op de diefstal van elektriciteit aan de [adres] te Winschoten beperkt dient te worden tot een derde deel van het gevorderde bedrag, aangezien in de berekening van 12 eerdere oogsten is uitgegaan, terwijl er sprake is geweest van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst. Hetzelfde geldt voor de buitengerechtelijke kosten.
Ten aanzien van de vorderingen die zien op de diefstal van elektriciteit in Assen en Meppel heeft de raadsman gesteld dat deze niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden gelet op de bepleite vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van [adres] , Assen
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde. Verdachte is als medepleger van dit feit ook mede aansprakelijk voor de door Enexis Netbeheer B.V. geleden schade. De rechtbank acht de benadeelde partij dan ook ontvankelijk in haar vordering.
Met betrekking tot de hoogte van de schade overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de benadeelde partij met betrekking tot [adres] voor de afsluitkosten en heraansluitingskosten hogere tarieven hanteert omdat er sprake is van fraude. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze verhoging enkel een punitief karakter en is deze verhoging niet gebaseerd op daadwerkelijke hogere kosten. Bij het bepalen van de hoogte van de schade zal de rechtbank daarom bij post 2 en 3 uitgaan van het lage tarief, te weten respectievelijk € 308,56 en € 240,89.
De rechtbank zal daarnaast de vordering die ziet op het adres [adres] matigen. De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank namelijk niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 1.226,44 ( [adres] ) en € 3.506,23 ( [adres] ), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 maart 2017.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op € 566,38 ( [adres] ) en € 909,41 ( [adres] ) en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze proceskosten te matigen, nu deze conform de “Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)” en de “Staffel salarissen gemachtigde in rolzaken sector kanton” zijn bepaald.
Ten aanzien van [adres] , Meppel
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 7.947,85 en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering, behoudens de kosten voor de netmeting voldoende onderbouwd. De vordering zal daarom tot voornoemd bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017.
De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank, net als bij de vordering die ziet op [adres] te Assen, niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op 1.289,29, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van [adres] , Winschoten
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 7 bewezen verklaarde.
Met betrekking tot de hoogte van de schade overweegt de rechtbank als volgt. Bij de berekening is uitgegaan van 12 eerdere oogsten, terwijl de rechtbank slechts tot een bewezenverklaring komt van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst. De kostenpost voor het verbruik van elektriciteit bedraagt dan € 2.024,66 en de totale schade € 4.085,85.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 4.085,85 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2017. De rechtbank zal de vordering voor het overige nietontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. De rechtbank zal de buitengerechtelijke incassokosten echter matigen conform de “Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)” en de “Staffel salarissen gemachtigde in rolzaken sector kanton” tot een bedrag van € 1.025,- gelet op het lagere schadebedrag.
Schadevergoedingsmaatregel
Voor alle vorderingen benadeelde partij geldt dat de rechtbank geen aanleiding ziet de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, aangezien de benadeelde partij zelf voldoende middelen voor het innen van de toegewezen vordering ter beschikking heeft.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling/voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van 18/950092-17, feit 2
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
Enexis Netbeheer B.V.te betalen:
  • het bedrag van € 1.226,44 ( [adres] ) (zegge: duizendtweehonderdzesentwintig euro envierenveertig eurocent) en € 3.506,23 ( [adres] ) (zegge: drieduizendvijfhonderdzes euro en drieëntwintig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 maart 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 566,38 ( [adres] ) en € 909,41 ( [adres]
).
Wijst de vordering van Enexis Netbeheer B.V. voor het overige af.
Ten aanzien van 18/950092-17, feit 5
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
Enexis Netbeheer B.V.te betalen:
  • het bedrag van € 7.947,85 (zegge: zevenduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfentachtigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 1.289,29.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij Enexis B.V. voor het overige wordt afgewezen.
Ten aanzien van 18/950092-17, feit 7
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
Enexis Netbeheer B.V.te betalen:
  • het bedrag van €
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op € 1.025,-.
Verklaart de vordering van Enexis Netbeheer B.V. voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. E. Läkamp en mr. G. Eelsing, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2022.
Mr. Eelsing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (met bijlagen) d.d. 22 januari 2019, opgenomen op pagina 3961 e.v. van het dossier (specifiek pagina 3976).