Enexis Netbeheer B.V., tot een bedrag van € 8.306,83 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast heeft Enexis Netbeheer B.V. een bedrag van € 1.290,34 aan proceskosten gevorderd;
Standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van [adres] , Assen
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in een rechtstreeks verband staat tot de tenlastegelegde feiten en dat de vordering voldoende onderbouwd is. De officier van justitie acht de vordering, die gebaseerd is op 1 eerdere oogst en de aangetroffen oogst, hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van [adres] , Meppel
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook aansprakelijk is voor de schade die Enexis Netbeheer B.V. heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. De officier van justitie acht de vordering die gebaseerd is op twee eerdere oogsten en de aangetroffen oogst hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van [adres] , Winschoten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als medepleger van de hennepkwekerij ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die Enexis Netbeheer B.V. heeft geleden als gevolg van de hennepkwekerij, bestaande uit niet-betaalde elektriciteitskosten en kosten gemaakt na ontdekking van de kwekerij. Een veroordeling ter zake van medeplegen van diefstal van elektriciteit is voor de civielrechtelijke groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW niet vereist. Ten aanzien van de hoogte van de vordering heeft de officier van justitie aangevoerd dat het toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden, aangezien een lager aantal eerdere oogsten bewezenverklaard kan worden dan waar in de berekening van uit is gegaan. De officier van justitie acht op basis van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst een bedrag van € 4.085,85 aan schade en
€ 1.290,34 aan proceskosten hoofdelijk toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij die ziet op de diefstal van elektriciteit aan de [adres] te Winschoten beperkt dient te worden tot een derde deel van het gevorderde bedrag, aangezien in de berekening van 12 eerdere oogsten is uitgegaan, terwijl er sprake is geweest van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst. Hetzelfde geldt voor de buitengerechtelijke kosten.
Ten aanzien van de vorderingen die zien op de diefstal van elektriciteit in Assen en Meppel heeft de raadsman gesteld dat deze niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden gelet op de bepleite vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van [adres] , Assen
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde. Verdachte is als medepleger van dit feit ook mede aansprakelijk voor de door Enexis Netbeheer B.V. geleden schade. De rechtbank acht de benadeelde partij dan ook ontvankelijk in haar vordering.
Met betrekking tot de hoogte van de schade overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de benadeelde partij met betrekking tot [adres] voor de afsluitkosten en heraansluitingskosten hogere tarieven hanteert omdat er sprake is van fraude. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze verhoging enkel een punitief karakter en is deze verhoging niet gebaseerd op daadwerkelijke hogere kosten. Bij het bepalen van de hoogte van de schade zal de rechtbank daarom bij post 2 en 3 uitgaan van het lage tarief, te weten respectievelijk € 308,56 en € 240,89.
De rechtbank zal daarnaast de vordering die ziet op het adres [adres] matigen. De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank namelijk niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 1.226,44 ( [adres] ) en € 3.506,23 ( [adres] ), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 maart 2017.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op € 566,38 ( [adres] ) en € 909,41 ( [adres] ) en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze proceskosten te matigen, nu deze conform de “Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)” en de “Staffel salarissen gemachtigde in rolzaken sector kanton” zijn bepaald.
Ten aanzien van [adres] , Meppel
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 7.947,85 en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De rechtbank acht de vordering, behoudens de kosten voor de netmeting voldoende onderbouwd. De vordering zal daarom tot voornoemd bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2017.
De gevorderde schade voor de netmeting à € 337,90 is naar het oordeel van de rechtbank, net als bij de vordering die ziet op [adres] te Assen, niet voor toewijzing vatbaar, nu de meting in opdracht van de politie is gemaakt en daarom is te beschouwen als kosten van publieke opsporing. Deze behoren niet op individuele burgers te worden afgewenteld, dus ook niet via de privaatrechtelijke weg op verdachte. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien een of meer medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op 1.289,29, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van [adres] , Winschoten
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 7 bewezen verklaarde.
Met betrekking tot de hoogte van de schade overweegt de rechtbank als volgt. Bij de berekening is uitgegaan van 12 eerdere oogsten, terwijl de rechtbank slechts tot een bewezenverklaring komt van drie eerdere oogsten en de aangetroffen oogst. De kostenpost voor het verbruik van elektriciteit bedraagt dan € 2.024,66 en de totale schade € 4.085,85.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 4.085,85 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2017. De rechtbank zal de vordering voor het overige nietontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. De rechtbank zal de buitengerechtelijke incassokosten echter matigen conform de “Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)” en de “Staffel salarissen gemachtigde in rolzaken sector kanton” tot een bedrag van € 1.025,- gelet op het lagere schadebedrag.
Schadevergoedingsmaatregel
Voor alle vorderingen benadeelde partij geldt dat de rechtbank geen aanleiding ziet de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, aangezien de benadeelde partij zelf voldoende middelen voor het innen van de toegewezen vordering ter beschikking heeft.